Samenvatting van het vak Inleiding Bestuursrecht (IBSR). Bij elk college staat waar de informatie ook te vinden is in het boek 'Hoofdzaken van het bestuursrecht'. Daarnaast staat er aan het eind van elk college per onderwerp een aantal modelantwoorden uit het oefententamen. Door dit goed te bestude...
College I – Systeem van de Awb
H1, H2 m.u.v. 2.5 en 2.6 Hoofdzaken van het bestuursrecht
1.2
Bestuursrecht -> heeft betrekking op het openbaar bestuur, op hetgeen het openbaar bestuur doet
en op zijn relatie tot de burgers.
-> gaat om rechtsregels die betrekking hebben op het besturen door de overheid.
-> tot het openbaar bestuur behoren de besturen van gemeenten, provincies en
waterschappen, de ministeries en vele andere overheidsinstanties.
Algemeen bestuursrecht -> gemeenschappelijk deel dat te vinden is in de Awb. (Bestuursorganen,
besluiten, belanghebbenden, bezwaar en beroep)
Bijzonder bestuursrecht -> gaat over een specifiek beleidsterrein. (Omgevingsrecht,
vreemdelingenrecht)
Bijzonder gaat vóór algemeen. Niks geregeld in bijzonder? Dan terugvallen op Awb.
Wat regelt het bestuursrecht? (Hoofdzaken van het bestuursrecht)
1. Organisatie
2. Bevoegdheden
3. Normering (rechtsnormen)
4. Handhaving
5. Rechtsbescherming
2.2
Basis bestuurlijk handelen bestuursorganen
Legaliteitsbeginsel: het optreden van de overheid MOET op een WETTELIJKE grondslag berusten.
Specialiteitsbeginsel: bestuur mag slechts DOELGEBONDEN (specifieke) bevoegdheden uitoefenen
die hem bij WETTELIJKE voorschrift zijn toegekend. Bestuursorganen hebben dus in principe GEEN
ALGEMENE bevoegdheden.
- Detournement de pouvoir (3:3)
- Belangenafweging (3:4 lid 1)
2.4.2
De Awb kent bepalingen van:
Dwingend recht
De Awb geeft de hoofdregel en afwijking is alleen toegestaan in een bijzondere wet.
Regelend recht
‘Tenzij bij wettelijk voorschrift’. De Awb geeft een regel, maar er mag van afgeweken worden, ook in
lagere regelgeving, dus bijv. een APV.
Aanvullend recht
Het vult aan als iets niet is geregeld in een andere regeling/wet.
Facultatief recht
,IBSR – Inleiding Bestuursrecht
Er wordt een regeling gegeven in de Awb, maar ze laten aan het bestuursorgaan over of ze het
toepassen of niet.
Actoren in het bestuursrecht
Openbare lichamen (OL)
Bestuursorganen (BO): a-organen en b-organen (art. 1:1 lid 1 Awb)
Belanghebbende (art. 1:2 Awb): van groot belang bij rechtsbescherming (bezwaar en beroep
bij de rechter)
Opbouw Awb
H1: algemeen
H2: algemeen
H3: algemene bepalingen over besluiten (inhoudelijke en procedurele normen)
H4: bijzondere bepalingen over besluiten (normen voor specifieke categorieën van besluiten)
H5: handhaving
H6: algemene bepalingen over bezwaar en beroep
H7: bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep (algemene regels in H6)
H8: bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter (algemene regels in H6)
H9: klachtbehandeling (bescherming tegen de overheid)
H10: bepalingen over bestuursorganen
H11: slotbepalingen
Voorbeeldantwoord
Art 4:13 lid 1 Awb geeft een regeling voor het vaststellen van de termijn voor beslissingen op
aanvragen om beschikkingen (2p)
De beslissing op de aanvraag om een ONTHEFFING is een beschikking (en daarmee is art
4:13 lid 1 Awb van toepassing) (1p), omdat deze alleen is gericht op de aanvrager van de
ONTHEFFING (1p)
Met ‘wettelijk voorschrift’ in de zin van art 4:13 lid 1 Awb wordt bedoeld ‘wetgeving in
materiele zin’ en niet: wetgeving in formele zin (2p)
Een APV is een besluit inhoudende algemeen verbindende voorschriften en daarmee een
wet in materiële zin (2p)
De conclusie is dan ook dat de GEMEENTERAAD de beslistermijn voor het geven van
beschikkingen, zoals deze ONTHEFFING, mag vaststellen (1p).
Bijzondere wet voor algemene wet
Stelling: Van een dwingendrechtelijke bepaling kan in een bijzondere wet van worden afgeweken.
Dit is juist (1p), een bijzondere wet is een andere wet in formele zin (1p). Wanneer de
bijzondere wet en de Awb met elkaar strijden, gaat de bijzondere wet voor (1p).
, IBSR – Inleiding Bestuursrecht
College II – het bestuursorgaan
H3 m.u.v. 3.5.7 Hoofdzaken van het bestuursrecht
3.2
Openbaar bestuur
Een samenstel aan instanties die, tot op zekere hoogte, de samenleving besturen. Het openbaar
bestuur maakt deel uit van de overheid.
Drie belangrijke B’s
- Bestuursorgaan
- Belanghebbende
- Besluit
1) art. 1:1 Awb: bestuursorgaan, vereisten
2) art. 1:2 Awb: belanghebbende; direct en derde belanghebbende
3) art. 1:3 Awb: besluit
Actoren in het bestuursrecht
- Openbare lichamen (OL)
- Bestuursorganen (BO): a-organen en b-organen (1:1 lid 1 Awb)
- Belanghebbende (1:2 Awb) = van groot belang bij rechtsbescherming (bezwaar en beroep bij
de rechter)
Openbare lichamen (OL)
Staat
o Ministeries
o Zelfstandige bestuursorganen
Provincie
Gemeente
Waterschappen
Sociaal-Economische Raad
Nederlandse orde van Advocaten
Openbaar lichaam en rechtspersoonlijkheid:
- Openbare lichamen (H7 Gw)
- Rechtspersonen ex art 2:1 BW
- Rechtspersoonlijkheid wordt door de wet toegekend, en niet door de oprichting (BV/NV).
Daarom is er sprake van een publiekrechtelijk rechtspersoon
- Door een openbaar lichaam rechtspersoonlijkheid te geven, kunnen zij deelnemen aan het
vermogensrechtelijke rechtsverkeer en dus dingen verkopen, verhuren, in eigendom hebben
enz.
Belang openbaar lichaam ligt vooral in privaatrechtelijke sfeer
- Bij privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen is openbaar lichaam ALTIJD de partij. Bv. verhuur
pand, koop stadsbussen
- Openbaar lichaam is civielrechtelijk aansprakelijk (NIET het bestuursorgaan)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sterrehl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.