Monografieen Privaatrecht - Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering
Samenvatting van het vak Inleiding Insolventierecht (juridische gedeelte + balanslezen) (IISR). Bij elk college staat waar de informatie ook te vinden is in het boek 'Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering'. Door deze samenvatting te leren heb ik een 7,9 gehaald op het tentamen. Di...
College I – Algemene inleiding, verhaalsmogelijkheden en beslaglegging
H1 Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering
Faillissement > een beslag op nagenoeg het gehele vermogen van de schuldenaar ten behoeve van
de gezamenlijke schuldeisers
Doel > het gehele vermogen van de schuldenaar te gelde maken en de opbrengst onder de
schuldeisers verdelen.
Verhaalsmogelijkheden
Hoofdregel: 3:276 BW -> schuldeiser kan zich verhalen op gehele vermogen van de schuldenaar
Verhaalsmogelijkheden:
1. Beslaglegging
Twee soorten beslag:
o Executoriale beslag (430 e.v. Rv): naar rechter om executoriale titel te vragen (vonnis van
rechter, waarin hij vaststelt dat degene een opeisbare vordering heeft op de
schuldenaar). -> met executoriale titel naar deurwaarder en opdracht geven tot
beslaglegging. -> langzaam
Gericht op het verkopen van het vermogen, met als doel om daaruit de vordering te
voldoen
o Conservatoir beslag (700 e.v. Rv): het vermogen (bv. een zaak) wordt veiliggesteld, zodat
de schuldenaar het vermogen niet meer kan verduisteren etc.
Gericht op het veiligstellen van het vermogen, zodat de schuldenaar zich niet aan de
schuld kan onttrekken.
!! Beslag wordt gelegd op één of meer specifiek aangewezen goederen van de schuldenaar ten
behoeve van één schuldeiser. Dit in tegen stelling tot faillissement, waarbij de curator het gehele
vermogen van de schuldenaar vereffent ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers.
2. Aanvraag faillissement (week 2)
,IISR-JUR Insolventierecht
College II – faillietverklaring, omvang boedel, surseance van betaling en
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
H2 m.u.v. 4-6, H3 m.u.v. p. 29-34, H11 m.u.v. 4-6, H12 1-2
HR 29-10-1982, NJ 1983, 196 (Lobo)
HR 10-11-2000, NJ 2001, 249 (Gemeente Dantumadeel)
Faillissement
Geregeld in titel 1 Fw
Faillissement is een algemeen beslag op (nagenoeg) het gehele vermogen van de schuldenaar ten
behoeve van de gezamenlijke schuldeisers (art. 20 Fw)
Afwikkeling vindt plaatst door de curator (art. 68 Fw)
Art. 33 Fw:
o Geen gerechtelijke tenuitvoerlegging op vermogen na faillietverklaring
o Reeds aangevangen executie eindigt
o Vóór faillietverklaring gelegde beslagen vervallen
Als het faillissement wordt vernietigd of opgeheven, dan herleven de conservatoire
en executoriale beslagen weer die waren vervallen, MITS de beslagen goederen nog
in de boedel zitten (lid 2)
Een door failliet verrichte handeling in strijd met art. 24 Fw is nietig, tenzij de boedel is gebaat.
Toelatingscriteria faillissement
Art. 1 lid 1 jo 6 lid 3 Fw
1. Toestand te hebben opgehouden te betalen:
1.1) tenminste twee schuldeisers (pluraliteitsvereiste) (een enkele schuldeiser kan op de
regelingen omtrent beslag terugvallen, voor één enkele schuldeiser is niet het hele
faillissementsstelsel bedacht)
1.2) tenminste één vordering is opeisbaar
1.3) schuldenaar heeft daadwerkelijk opgehouden te betalen
2. Indien schuldeiser verzoek doet: vorderingsrecht moet aannemelijk worden gemaakt
3. Redelijk belang aanvraag/geen misbruik van bevoegdheid (Jurisprudentie Gemeente
Dantumadeel)
Faillissementsverzoek (I)
Wie kan failliet worden verklaard?
Iedereen die zijn schulden onbetaald laat kan failliet verklaard worden, zowel natuurlijke en
rechtspersonen.
Personen met rechtspersoonlijkheid, die failliet verklaard kunnen worden:
- NV
- BV
- Vereniging
- Stichting
Personen zonder rechtspersoonlijkheid, die wel failliet verklaard kunnen worden:
- Vennootschap onder firma (VOF)
- Commanditaire vennootschap
, IISR-JUR Insolventierecht
- Openbare maatschap
Faillissement van een maatschap is NIET MOGELIJK. Een van de maten kan wel failliet worden
verklaard, dit heeft ontbinding van de maatschap tot gevolg.
Reden hiervoor is dat de VOF bestaat uit twee of meer personen die gezamenlijk een bedrijf
uitoefenen onder gemeenschappelijke naam waarbij er naast de privévermogens van de vennoten
ook een vennootschapsvermogen is. De maatschap is een samenwerkingsverband van twee of meer
personen die samen een beroep of bedrijf uitoefenen, maar niet onder één naam. De maatschap
heeft dan ook geen afgescheiden vermogen naast de privévermogens van de maten.
Faillissementsverzoek (II)
Wie kan een faillissement aanvragen (art. 1 Fw)
- Schuldenaar zelf
- Eén of meer schuldeisers
- OM
- Fiscus (= belastingdienst, met toestemming van minister van Financiën) (art. 3
Invorderingswet)
- Rechtbank kan ambtshalve faillissement uitspreken (rechtbank kan surseance van betaling
omzetten tot een faillissement)
Uitspraak
- Uitspraak moet voldoende zijn gemotiveerd
- In uitspraak tevens benoeming RC en aanstelling curator (14 Fw)
- Vonnis is uitvoerbaar bij voorraad (art. 4 Fw) -> curator hoeft hoger beroep niet af te
wachten en kan gelijk starten met de afwikkeling
- Directe publicatie in de Staatscourant (art. 14 Fw)
Rechtsmiddelen (art. 8-12 Fw)
Verzet (na verstek) of hoger beroep tegen faillietverklaring door schuldenaar (art. 8 Fw)
Hoger beroep tegen afwijzing van aangifte/aanvraag of tegen vernietiging na verzet (art. 9
Fw)
Verzet tegen faillietverklaring door (andere) schuldeisers en belanghebbenden (art. 10, 11
Fw)
Cassatie tegen afwijzing dan wel faillietverklaring door diegene die partij was bij de uitspraak
van het hof (art. 12 Fw)
LET OP: verschillende termijnen, maar meestal 8 dagen
Omvang vermogen
Art. 20 Fw: het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de
faillietverklaring én alles wat hij tijdens het faillissement verwerft
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sterrehl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.