1B.1 - Stoornissen in het milieu intérieur - week 1 | met ondersteunende afbeeldingen | samenvatting + aantekeningen
9 views 0 purchase
Course
1B1 Stoornissen Milieu Interieur
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document bevat alle college aantekeningen van week 1 van blok 1B1 - Stoornissen in het milieu intérieur. Dit blok gaat voornamelijk over de fysiologie en pathologie van het hart. Ter ondersteuning staan er een aantal plaatjes in het document die het makkelijker zouden maken om te begrijpen.
Waarmee is dystrophine verbonden aan de extracellulaire matrix?
Answer: Integrines en dystroglycancomplexen
2.
Welk eiwit bepaald de M-lijn en welk eiwit bepaald de Z-lijn?
Answer: De M-lijn wordt bepaald door myomesine en de Z-lijn wordt bepaald door alfa-actinine
3.
Leg de activatie van de sympathicus op de hartspiercellen uit
Answer: Noradrenaline bindt aan een ß-receptor --> via cAMP --> activatie PKA fosforylering. Fosforylering --> verlaging drempel ryanodine-receptor (meer Ca uit SR) --> verhoogde contractie.
Fosforylering troponine I --> troponine C minder gevoelig
Fosforylering PLB --> Ca sneller terug naar SR
4.
Waar staan troponine T, C en I voor?
Answer: Troponine T = interactie met tropomyosine
Troponine C = Ca-binding
Troponine I = inhibitie van Ca-binding
5.
Welk type Ca-kanaal wordt geactiveerd in fase 0 en fase 4?
Answer: Fase 0 = L-type Ca-kanaal
Fase 4 = T-type Ca-kanaal
6.
Geef de opbouw van de hartwand van binnen naar buiten.
Answer: Endocard met endotheel
Myocard (= hartspierweefsel)
Epicard
7.
Beschrijf de opbouw van de vaatwand van binnen naar buiten
Troponines (C,T en I) komen vrij in het bloed en zijn dan makkelijk te detecteren.
o Niet elk positief troponine is een acuut myocardinfarct
Je kan niet van tevoren precies voorspellen waar de stop in het coronarivat zit, maar via een
angiogram kan je het wel zien
Als je niet ingrijpt veel littekenweefsel
Mitralisklep en papillairspieren
Als er een infarct plaatsvindt, kan een papillairspier scheuren en dan werken de chordea
tendineae niet meer goed lekkende klep
Stenose = vernauwing
Insufficiëntie = lekkage
Hypoxemie = te weinig zuurstof in het bloed
Acidose = verzuring van het bloed
HC.2 – Microscopische anatomie: hart en bloedvaten
Het hart bestaat uit drie lagen:
Endocard (endotheel)
Myocard (spierweefsel)
Epicard (buitenkant + bindweefsel)
Circulatiesysteem
Functie: transport van bloed ten behoeve van
o De stofwisseling (zuurstof, voedingsstoffen)
o Communicatie tussen delen van het lichaam (hormonen)
o Bij ontsteking (o.a. witte bloedcellen, antilichamen)
Vaattypen
Tunica intima
o Binnenzijde
o Endotheelcellen
o Bescherming (als de endotheelcellen kapot gaan, komt stolling op gang)
o Subendotheliale laag
Gladde spiercellen + vezels
o Lamina elastica interna
Tunica media
o Circulair gerangschikte gladde spiercellen
o Elastische vezels (wisselende hoeveelheden)
o Geen fibroblasten
Extracellulaire vezels afkomstig van gladde spiercellen
o Lamina elastica externa
Tunica adventitia
o Bindweefsel
Vooral collagene vezels (longitudinaal)
o Vasa vasorum
Voorzien de grotere vaten van bloed t/m buitenste deel media
o Nervi vascularis
Betrokken bij vasoconstrictie en –dilatatie
Vaatstructuren arteriën
Elastine vezels vangen hoge druk op uit het hart
o Bijvoorbeeld in de aorta (elastische arterie)
Kleinere arteriën zijn veelal musculeuze arteriën
o Bijvoorbeeld de a. Renalis
, Arteriolen hebben minder elastine vezels
Capillairen bestaan bijna alleen maar uit endotheel
Venulen en venen hebben kleppen en kunnen uitdijen
Elastische arteriën zijn heel groot, komen dus vaak ook niet volledig in een coupe
o De zwarte draadjes zijn elastine vezels
Musculeuze arterie is wat kleiner en daar zitten minder elastine vezels in
Arteriole is veel kleiner en bestaat uit 1 – 3 cellagen van de tunica media
o Minder duidelijke lamina interna
Capillairen hebben geen tunica media en adventitia meer moeten stoffen uitwisselen
o Omgeven door endotheelcellen en basaalmembraan
o Enkele gladde spiercellen pericyten
o Ter grootte van een rode bloedcel
o 90% van de vasculatuur
o Hangt af van waar je in het lichaam zit, daar heb je dan andere soorten capillairen
Vaatstructuren venen
Postcapillaire venulen lijken op capillairen
Vanaf medium-sized heb je kleppen
Alle venulen hebben relatief groot lumen in relatie tot vaatwanddikte (omdat ze moeten
uitzetten)
Vanaf de medium-sized venulen hebben ze een echte tunica media (is wel minder dik dan de
musculaire arterie)
Lymfvaten
Vangen vocht weg
Belangrijk voor immuunsysteem
Dunwandig
Histologisch niet te onderscheiden van venen
Eindigen in ductus thoracicus en rechter ductus lymphaticus bloed
Pathologie
Arteriosclerose atherosclerose
o Verharding van de vaatwand
o Excentrisch (= niet helemaal rondom in het bloedvat)
Atherosclerose
o Concentrisch
Monckebergse media sclerose
Arteriolosclerose
Hyperplastisch
Hyaline
Monckebergse media sclerose kalkophoping in de tunica media (vooral musculoze
arteriën)
Arteriolosclerose
o Hyaline wordt een beetje roze (meest voorkomend)
o Hyperplastisch wordt draderig
Atherosclerose niet helemaal rondom aangedaan, maar een plaque in een deel
o De tunica media is erg aangedaan
o Vindt je veel in elastische en musculeuze arteriën
o Duurt lang om te ontstaan, wordt steeds groter in het leven
o Artheroom (intracellulaire lipid) is een plaque, komt een fibreuze kap om
o Maakt de tunica intima heel dik, fibreuze kap van gladde spiercellen uit de tunica
media
o Als endotheel kapot gaat, komt er een bloedprop kan scheuren en leiden tot
ischemie
Risicofactoren
o Genetisch
o Leeftijd
o Geslacht (m>v)
o Hyperlipidemie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anna15. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.