100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
1B.1 - Stoornissen in het milieu intérieur - week 1 | met ondersteunende afbeeldingen | samenvatting + aantekeningen $4.28   Add to cart

Class notes

1B.1 - Stoornissen in het milieu intérieur - week 1 | met ondersteunende afbeeldingen | samenvatting + aantekeningen

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle college aantekeningen van week 1 van blok 1B1 - Stoornissen in het milieu intérieur. Dit blok gaat voornamelijk over de fysiologie en pathologie van het hart. Ter ondersteuning staan er een aantal plaatjes in het document die het makkelijker zouden maken om te begrijpen.

Preview 2 out of 11  pages

  • January 23, 2021
  • 11
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Verhoeven
  • All classes
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 26 Flashcards
$3.21 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Waarmee is dystrophine verbonden aan de extracellulaire matrix?

Answer: Integrines en dystroglycancomplexen

2.

Welk eiwit bepaald de M-lijn en welk eiwit bepaald de Z-lijn?

Answer: De M-lijn wordt bepaald door myomesine en de Z-lijn wordt bepaald door alfa-actinine

3.

Leg de activatie van de sympathicus op de hartspiercellen uit

Answer: Noradrenaline bindt aan een ß-receptor --> via cAMP --> activatie PKA fosforylering. Fosforylering --> verlaging drempel ryanodine-receptor (meer Ca uit SR) --> verhoogde contractie. Fosforylering troponine I --> troponine C minder gevoelig Fosforylering PLB --> Ca sneller terug naar SR

4.

Waar staan troponine T, C en I voor?

Answer: Troponine T = interactie met tropomyosine Troponine C = Ca-binding Troponine I = inhibitie van Ca-binding

5.

Welk type Ca-kanaal wordt geactiveerd in fase 0 en fase 4?

Answer: Fase 0 = L-type Ca-kanaal Fase 4 = T-type Ca-kanaal

6.

Geef de opbouw van de hartwand van binnen naar buiten.

Answer: Endocard met endotheel Myocard (= hartspierweefsel) Epicard

7.

Beschrijf de opbouw van de vaatwand van binnen naar buiten

Answer: Tunica intima - Endotheelcellen - Subendotheliale laag (gladde spiercellen vezels) - Lamina elastica interna Tunica media - Circulaire gladde spiercellen - Elastische vezels - Lamina elastica externa Tunica adventitia - Bindweefsel - Vasa vasorum - Nervi vascularis

8.

Wat is atherosclerose?

Answer: Vet hoopt op aan de endotheellaag --> ontstaan bloedpropjes aan plaque --> om vetophoping ontstaat bindweefsellaag --> trombus

9.

Benoem drie soorten van passief transport.

Answer: Poriën (weinig selectief en langdurig open) Ionkanalen (ion-selectief, indien open veel diffusie tegelijkertijd) Carriers (transporteren middels conformatie, selectief)

10.

Hoe wordt energie gegenereerd voor actief transport?

Answer: Direct (primair actief) - ATP-hydrolyse Indirect (secundair actief) - Downhill symport - Downhill antiport

1B1 – week 1

HC.1 - Inleiding thema

 Troponines (C,T en I) komen vrij in het bloed en zijn dan makkelijk te detecteren.
o Niet elk positief troponine is een acuut myocardinfarct
 Je kan niet van tevoren precies voorspellen waar de stop in het coronarivat zit, maar via een
angiogram kan je het wel zien
 Als je niet ingrijpt  veel littekenweefsel

Mitralisklep en papillairspieren
 Als er een infarct plaatsvindt, kan een papillairspier scheuren en dan werken de chordea
tendineae niet meer goed  lekkende klep
 Stenose = vernauwing
 Insufficiëntie = lekkage
 Hypoxemie = te weinig zuurstof in het bloed
 Acidose = verzuring van het bloed

HC.2 – Microscopische anatomie: hart en bloedvaten

Het hart bestaat uit drie lagen:
 Endocard (endotheel)
 Myocard (spierweefsel)
 Epicard (buitenkant + bindweefsel)

Circulatiesysteem
 Functie: transport van bloed ten behoeve van
o De stofwisseling (zuurstof, voedingsstoffen)
o Communicatie tussen delen van het lichaam (hormonen)
o Bij ontsteking (o.a. witte bloedcellen, antilichamen)

Vaattypen
 Tunica intima
o Binnenzijde
o Endotheelcellen
o Bescherming (als de endotheelcellen kapot gaan, komt stolling op gang)
o Subendotheliale laag
 Gladde spiercellen + vezels
o Lamina elastica interna
 Tunica media
o Circulair gerangschikte gladde spiercellen
o Elastische vezels (wisselende hoeveelheden)
o Geen fibroblasten
 Extracellulaire vezels afkomstig van gladde spiercellen
o Lamina elastica externa
 Tunica adventitia
o Bindweefsel
 Vooral collagene vezels (longitudinaal)
o Vasa vasorum
 Voorzien de grotere vaten van bloed t/m buitenste deel media
o Nervi vascularis
 Betrokken bij vasoconstrictie en –dilatatie

Vaatstructuren arteriën
 Elastine vezels vangen hoge druk op uit het hart
o Bijvoorbeeld in de aorta (elastische arterie)
 Kleinere arteriën zijn veelal musculeuze arteriën
o Bijvoorbeeld de a. Renalis

,  Arteriolen hebben minder elastine vezels
 Capillairen bestaan bijna alleen maar uit endotheel
 Venulen en venen hebben kleppen en kunnen uitdijen
 Elastische arteriën zijn heel groot, komen dus vaak ook niet volledig in een coupe
o De zwarte draadjes zijn elastine vezels
 Musculeuze arterie is wat kleiner en daar zitten minder elastine vezels in
 Arteriole is veel kleiner en bestaat uit 1 – 3 cellagen van de tunica media
o Minder duidelijke lamina interna
 Capillairen hebben geen tunica media en adventitia meer  moeten stoffen uitwisselen
o Omgeven door endotheelcellen en basaalmembraan
o Enkele gladde spiercellen  pericyten
o Ter grootte van een rode bloedcel
o 90% van de vasculatuur
o Hangt af van waar je in het lichaam zit, daar heb je dan andere soorten capillairen

Vaatstructuren venen
 Postcapillaire venulen lijken op capillairen
 Vanaf medium-sized heb je kleppen
 Alle venulen hebben relatief groot lumen in relatie tot vaatwanddikte (omdat ze moeten
uitzetten)
 Vanaf de medium-sized venulen hebben ze een echte tunica media (is wel minder dik dan de
musculaire arterie)

Lymfvaten
 Vangen vocht weg
 Belangrijk voor immuunsysteem
 Dunwandig
 Histologisch niet te onderscheiden van venen
 Eindigen in ductus thoracicus en rechter ductus lymphaticus  bloed

Pathologie
 Arteriosclerose  atherosclerose
o Verharding van de vaatwand
o Excentrisch (= niet helemaal rondom in het bloedvat)
 Atherosclerose
o Concentrisch
 Monckebergse media sclerose
 Arteriolosclerose
 Hyperplastisch
 Hyaline
 Monckebergse media sclerose  kalkophoping in de tunica media (vooral musculoze
arteriën)
 Arteriolosclerose
o Hyaline  wordt een beetje roze (meest voorkomend)
o Hyperplastisch  wordt draderig
 Atherosclerose  niet helemaal rondom aangedaan, maar een plaque in een deel
o De tunica media is erg aangedaan
o Vindt je veel in elastische en musculeuze arteriën
o Duurt lang om te ontstaan, wordt steeds groter in het leven
o Artheroom (intracellulaire lipid) is een plaque, komt een fibreuze kap om
o Maakt de tunica intima heel dik, fibreuze kap van gladde spiercellen uit de tunica
media
o Als endotheel kapot gaat, komt er een bloedprop  kan scheuren en leiden tot
ischemie
 Risicofactoren
o Genetisch
o Leeftijd
o Geslacht (m>v)
o Hyperlipidemie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anna15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28
  • (0)
  Add to cart