Samenvatting + aantekeningen van alle college's Verbintenissenrecht (CIVR1-VBR) met alle benodigde 'rijtjes' om het tentamen goed te kunnen maken. Bij elk college staat waar de informatie ook te vinden is in het boek 'Compendium van het Nederlands Vermogensrecht'. Dit vak wordt aangeboden in clust...
College I – Begrippen, totstandkoming overeenkomst en vertegenwoordiging
Compendium
H1, H3 nrs 28 tot 41, H4 met uitzondering van 84 en 84a, H8 nrs 298 en 299, H9 nrs. 302, 303, H20 nr. 315, H29
nrs. 452 en 453, H30 nrs.464, 465, 466, 467, 468 en 470.
Beginselen van het verbintenissenrecht
Kernvraag: wie is tot wat verplicht? Beginselen die hierbij een rol spelen:
o Men moet zijn toezeggingen en/of afspraken nakomen;
o Gerechtvaardigd vertrouwen
o Maatschappelijke zorgvuldigheid
Wat is een verbintenis?
Klassieke betekenis
Vermogensrechtelijke rechtsbetrekking: tussen twee of meer bepaalde personen waarbij de een tot
een bepaalde prestatie is gerechtigd waartoe de ander verplicht is
Verplichting vorderingsrecht = opeisbaar!! Dus belangrijk!!
Uitzondering: de natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW) (verjaring)
Kale verplichting: geen verbintenis
Tegenover verplichting van de een staat geen (privaatrechtelijk) vorderingsrecht van de ander
Hoe ontstaat een verbintenis?
Uit de wet (art. 6:1 BW)
Direct uit de wet (on)rechtmatige daad en wanprestatie
Indirect uit de wet overeenkomst
Stelsel van de wet Rechtspraak
Rechtshandeling
Een handeling die is gericht op “rechtsgevolg”
Ontstaat door een wil + verklaring (art. 3:33 en 3:37 BW)
,Verbintenissenrecht – CIVR1-VBR
Verklaring is vormvrij (art. 3:37 lid 1 BW) en ontvangsttheorie (de verklaring heeft werking op het
moment dat de aanvaarding de wederpartij heeft bereikt, ook wanneer niet-ontvangen te wijten is
aan de ontvanger -> vakantie) (art. 3:37 lid 3 BW)
Maar er kan sprake zijn van discrepantie wil en verklaring:
1. Wil en verklaring stemmen niet met elkaar overeen
2. Wil en verklaring stemmen op het moment van sluiten wel overeen, maar dat komt door een
geestelijke stoornis
Discrepantie wil en verklaring
Wil is niet gelijk aan verklaring: rechtshandeling is nietig
• Inhoud van verklaring berust op verspreking
• Inhoud wordt onjuist overgebracht
• Inhoud van de verklaring wordt door partijen verschillend opgevat (misverstand) HR Bunde
Erckens + criteria bij een misverstand is er geen overeenkomst, tenzij:
- Een betekenis lag meer voor de hand dan de andere;
- Kijken naar of er een vaststaande technische betekenis is, en zo ja of de partij die hier niet is van
uitgegaan deze betekenis wel kende;
- Als de ene partij deskundige bijstand had, mag je verwachten dat deze partij de andere partij
inlicht;
- Kijken of de betekenis die een van de partijen heeft gegeven aan de uitdrukken er toe leidt dat het
resultaat niet goed overeenkomt met het doel van de overeenkomst.
• Verklaring richt zich op een verkeerd persoon (afdwaling)
Rechtsgevolg nietige rechtshandeling
Tenzij de wederpartij een beroep kan doen op art. 3:35 BW
Discrepantie wil en verklaring: geestelijke stoornis
Art. 3:34 BW
1. Bestaan van een geestelijke stoornis
2. Verband tussen de stoornis en de verklaring
• Stoornis belette een redelijke waardering van de belangen, of
• De verklaring is onder invloed van de stoornis gedaan nadeel dat te voorzien was
Gevolg: rechtshandeling is vernietigbaar
Let op: art. 3:35 BW gerechtvaardigd vertrouwen
Wilsvertrouwensleer gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW)
Voorwaarden:
1. Schijn gewekt, dus toedoen de schijn moet geuit zijn
2. Waarop door de ander is vertrouwd (subjectief) de wederpartij heeft op deze schijn
vertrouwd
3. Vertrouwen is ook gerechtvaardigd (objectief)
• Bij twijfel of groot nadeel voor de ander: onderzoeksplicht anders niet te goeder
trouw art. 3:11 BW en is een beroep op art. 3:35 BW niet toegestaan
Soms geen beroep op art. 3:35 BW mogelijk
Niet te goeder trouw (art. 3:11 BW)
• Onderzoeksplicht HR Hajziani - van Woerden
, Verbintenissenrecht – CIVR1-VBR
Een beroep op art. 3:35 BW is in strijd met de redelijkheid en billijkheid
• Geestelijke stoornis +
• Geen nadeel tegenover ernstige gevolgen HR Westhoff Spronssen
Totstandkoming overeenkomst
Aanbod moet bepaalbaar zijn (art. 6:227 BW)
Essentiele elementen waarbij ook de rol van de acceptant een rol speelt HR Hofland Hennis,
zo niet:
Onvolledig aanbod = uitnodiging tot het doen van een aanbod
Aanbod kan worden herroepen (art. 6:219 BW)
Denk aan het verschil met intrekken:
1. Intrekken = art. 3:37 lid 5 BW verklaring trek je in waardoor er geen rechtshandeling tot
stand komt
2. Is er wel een rechtshandeling dan kijk je of deze herroepen kan worden (art. 6:219 BW)
Vertegenwoordiging en volmacht
Volmacht
De bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander – de gevolmachtigde- om in zijn
naam rechtshandelingen te verrichten (art. 3:60 lid 1 BW)
Gevolmachtigde handelt in naam van zijn principaal (volmachtgever)
Wanneer handelt gevolmachtigde in naam van principaal of voor zichzelf:
HR Kribbenbijterarrest: kijken naar hetgeen partijen jegens elkaar hebben verklaard en over
en weer uit elkaars gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden
Handelen gevolmachtigde
Binnen grenzen van volmacht: principaal is gebonden en gevolmachtigde is geen partij bij
overeenkomst (art. 3:66 lid 1 BW)
Buiten grenzen van volmacht: onbevoegde vertegenwoordiging:
Er is geen volmacht
Volmacht is beperkt en gevolmachtigde gaat buiten grens van bevoegdheid
Principaal is niet gebonden… tenzij:
Principaal zelf schijn heeft gewekt bij wederpartij dat gevolmachtigde bevoegd was namens hem
rechtshandelingen te verrichten art. 3:61 lid 2 BW -> opgewekt vertrouwen en toedoen
Bekrachtiging van onbevoegde rechtshandeling door principaal (art. 3:69 BW)
Onbevoegde vertegenwoordiging
Aansprakelijkheid in geval van onbevoegdheid (art. 3:70 BW)
Handelende staat in voor volmacht
Tenzij wederpartij wist of hoorde te weten dat volmacht ontoereikend was
Schadevergoeding: vergoeding positief belang
Toestand die er bij bevoegdheid geweest zou zijn, dus ook eventueel voordeel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sterrehl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.