100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvattingen jeugdpsychiatrische thema's: stoornisgerelateerde artikelen $6.47
Add to cart

Summary

Samenvattingen jeugdpsychiatrische thema's: stoornisgerelateerde artikelen

 44 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de volgende artikelen - Hechting: risico of bescherming? (R. Verdult) - Van de regen in de drup? Over het opnemen van suïcidale adolescenten met borderline persoonlijkheidsproblematiek. (R. de Bruin, 2014) - Niemand is te vertrouwen, ik moet het allen doen: schemath...

[Show more]

Preview 4 out of 37  pages

  • January 23, 2021
  • 37
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Rood = belangrijk!


Samenvattingen jeugdpsychiatrische thema’s: artikelen stoornissen
Hechting, borderline, LVB en loverboy problematiek
Hechting: risico of bescherming? R. Verdult
Inleiding

Hulpverleners worden in hun praktijk steeds meer geconfronteerd met emotionele problemen,
waarvan wordt aangenomen dat ze verband houden met hechtingsproblematiek. Zo worden o.a.
contact- en relatiestoornissen, aandachts- en leerstoornissen (ADHD), drugsgebruik, depressiviteit,
angst- en stemmingsstoornissen maar ook de meer ernstige psychische problematiek zoals
borderline, anorexia en automutilatie in verband gebracht met een verstoorde hechting. De
overtuiging dat veilige hechting een cruciale factor is in een gezonde affectieve ontwikkeling en dat
stoornissen in hechting kunnen leiden tot (ernstige) emotionele problematiek groeit dan ook.
Hechting beschermt de psychische gezondheid. Vooral het positief leren omgaan met eigen
gevoelens en het leren hanteren van die gevoelens in relatie tot anderen wordt gezien als belangrijke
factor van psychische ontwikkeling.
Hechting kan omschreven worden als het aangaan van een duurzame affectieve band met
een hechtingsfiguur, waarbij de persoon instaat voor de emotionele veiligheid en geborgenheid van
de hechtingszoekende. Hechtingspatronen ontwikkelt zich in de vroege (prenatale) kindertijd en
blijven tot in ouderdom. Hechting is dus van groot belang in het affectief functioneren.

Hechting

Zonder hechting(sgedrag) kunnen kinderen niet overleven. Kleine kinderen moeten zich kunne
hechten: om te overleven hebben ze veiligheid en nabijheid nodig van een hechtingsfiguur, een
vertrouwd persoon waarop ze in geval van nood kunnen terugvallen. In het prenatale leven en
vroege kindertijd is dit primair de biologische moeder, later komen er meer bij. Afhankelijk van de
aard en kwaliteit van de relatie met moeder zal er een hechtingsrelatie ontstaan waarin het kind zich
veilig of onveilig gehecht gaat voelen. In een veilige hechtingsrelatie ontwikkelt het kind vertrouwen
in de ander en zichzelf; het ontwikkelt een affectieve band, een gevoel van verbonden zijn. in een
onveilige hechting probeert het kind emotioneel te overleven, omdat de noodzakelijke veiligheid
mist; de emotionele ontwikkeling komt in het teken te staan van zelfbescherming, waardoor
afvlakking of verstoring van gevoelsleven optreedt. De relatie krijgt dan meer het karakter van
binding, van gebondenheid ofwel ambivalente afhankelijkheid.
Er worden 4 gedragssystemen onderscheiden. Het nabijheid zoekend gedragssysteem
bestaat uit alle vormen van gedrag die het nabij brengen en houden van de hechtingsfiguur
bewerkstelligt. Dit kenmerkt zich door gedragingen die de zorgverlener naar het kind doen trekken,
zoals glimlachen, huilen en armen strekken. Het exploratief gedragssysteem is nauw verbonden met
hechting. Op grond van veilige basis met de hechtingsfiguur kan het kind de wereld ontdekken, wat
een belangrijke voorwaarde is voor het ontwikkelen van vaardigheden om met de omgeving om te
kunnen gaan. Door exploreren leert het kind hoe zijn omgeving in elkaar steekt en hoe het daarmee
om kan gaan. Het derde gedragssysteem is het angstsysteem, die de hechting activeert. Angst is een
signaal voor dreiging in de omgeving en heeft een beschermende functie. De beschikbaarheid van de
hechtingsfiguur zal bepalen of een stimulus als bedreigend wordt beschouwd of niet. als het
angstsysteem wordt geactiveerd door natuurlijke aanwijzingen op gevaar, zal het kind automatisch
op zoek gaan naar zijn bron van bescherming e veiligheid. Deze 3 systemen reguleren de
ontwikkeling van aanpassing aan de omgeving. Het vierde systeem is het zorgsysteem, dat het geheel
van gedragingen van de primaire zorgverlener, welke erop gericht is om veilige nabijheid te

,Rood = belangrijk!


verzekeren, en om veilige basis te verschaffen voor het verkennen van de wereld omvat. Hechting
ontstaat altijd in wisselwerking met het zorgsysteem. Beschikbaarheid, sensitiviteit en responsiviteit
zijn belangrijke kwaliteiten voor zorgverleners. Ze scheppen een faciliterende omgeving, waardoor
het kind een gezonde persoonlijkheid kan ontwikkelen.

Ontwikkeling van hechting

De ontwikkeling van hechting kan op 2 manieren omschreven worden: de ontwikkeling van een soort
gebonden fenomeen en als ontwikkeling van individuele verschillen binnen dat soort gebonden
fenomeen. De ontwikkeling van hechting kent een eenkennigheidfase, waarin kinderen van 6-8
maanden uiting geven aan angst voor vreemden. Dit wordt vaak gezien als begin van de ontwikkeling
van eigenlijke hechting, namelijk het handhaven van nabijheid tot 1 specifiek persoon. Dit lijkt echter
eerder een uitdrukking te zijn van hechtingsgedrag, de hechting begint al eerder. Er zijn allerlei
bewijzen dat hechting al prenataal ontwikkelt, in relatie tot het lichaam en de psyche van de moeder.
Hechtingspatronen worden hier in aanleg geprogrammeerd, op grond van concrete ervaringen met
het lichaam en de psyche van moeder. Er kunnen prenataal gezien 5 kwetsbare momenten worden
onderscheiden cruciaal voor de ontwikkeling van hechting: conceptie, implantatie, ontdekkingsfase,
geboorte zelf en eerste minuten/uren na geboorte. Hier vinden cruciale ontmoetingen plaats die de
basis leggen voor rudimentaire hechting.

Indeling van hechtingspatronen

Er wordt onderscheid gemaakt tussen 4 patronen. Op grond van concrete hechtingservaringen
ontwikkelt het kind een intern werkmodel van hechtingsrelaties. De ervaringen met moeder vormen
de basis voor een mentale representatie van de relatie en latere relatiepatronen. In het veilige
hechtingspatroon zoekt het kind in geval van nood, steun en troost bij de ouder, om daarna weer
over te gaan tot zelfstandig exploratief gedrag. Doordat moeder sensitief gereageerd heeft op
stresssignalen, vindt het kind voldoende veiligheid om opnieuw de wereld in te stappen. De moeder
functioneer door haar beschikbaarheid, sensitiviteit en responsiviteit als veilige thuisbasis. Deze
kinderen worden autonoom gehechte volwassenen, die in intieme relaties een gezond evenwicht
vertonen tussen betrokkenheid p de partner en ruimte voor zichzelf. Ze erkennen het belang van
vroegere relaties in hun persoonlijke ontwikkeling, hebben een gebalanceerde en inlevende kijk op
zichzelf en hun ouders, hebben een rijk gevoelsleven en zijn helder en coherent.
In het angstig-vermijdend hechtingspatroon zoekt het kind geen troost en steun bij moeder,
maar blijft het bij gevaar richten op de omgeving. De kinderen gedragen zich alsof ze niet geraakt
worden door scheiding of een bedreigende situatie en lijken onverstoord door te gaan met
exploratief gedrag. Uit metingen van stress blijkt echter dat ze wel angstig zijn, maar proberen hun
stressreacties zoveel mogelijk zelf te reguleren en die niet te tonen aan de omgeving. Het is een vorm
van onthechting. Ze lijken overspelen en worden vaak (onterecht) tot makkelijke kinderen
bestempeld. In werkelijkheid is het een vorm van zelfbescherming tegen pijn van de afwijzing die het
contact met moeder oproept; een overlevingsstrategie gebaseerd op de ervaring van het gebrek aan
beschikbaarheid, aan veilige hechting. Bij volwassenen staat een sterke gereserveerdheid en
afstandelijkheid centraal. Zij minimaliseren of ontkennen de effecten van vroegere ervaringen en ze
hebben een slecht geheugen voor persoonlijke ervaringen. Ze hebben de neiging om ouders te
idealiseren; zij leggen de nadruk op persoonlijke kracht; hun gevoelens houden ze veelal op afstand
en ze benadrukken emotionele onafhankelijkheid.
Angstig-ambivalent gehechte kinderen reageren heel sterk op scheiding en dreiging en
zoeken contact met het hechtingsfiguur, maar zijn boos en moeilijk te troosten. Ze blijven lange tijd
emotioneel ontregeld en houden de hechtingsfiguur voortdurend in de gaten. Vanuit hun
onveiligheid blijven ze zich aanklampen aan de hechtingsfiguur, wat ten koste gaat van het

,Rood = belangrijk!


exploratief gedrag. Deze kinderen kunnen de moeder niet loslaten, maar kunnen haar troost en
steun ook niet toelaten. Ze ontwikkelen zich tot afwezige/bevooroordeelde volwassene en hebben
de neiging de partner te verstikken in een versmeltende relatie. Zij overwaarderen hun vroegere
hechtingservaringen, komen moeilijk los van hun ouders, waarop ze nog steeds boos kunnen zijn of
die ze nog steeds willen behagen. Hun vertrouwen in de eigen mogelijkheden is beperkt; ze zijn
hyperalert voor tekenen van steun, acceptatie, goedkeuring, dan wel afwijzing.
Bij gedesorganiseerde hechting is het kind niet in staat om adequaat op scheiding of dreiging
te reageren. Er is sprake van een ineenstorting van gedragsmatige strategieën om met stress om te
gaan. Deze kinderen vertonen vaak een chaotisch gedrag. Ze lijken overspoeld te worden door
emoties die ze niet kunnen hanteren. Ze wisselen voortdurend van strategie, waardoor hun gedrag




vaak doelloos en tegenstrijdig lijkt. De gedesoriënteerde volwassenen vertonen een ongeloof in de
realiteit van vroegere gebeurtenissen; bij hen kunnen tijdelijke bewustzijnsveranderingen worden
waargenomen en lijkt het vermogen tot logisch redeneren verstoord; ze raken in verwarring als het
thema van verlies en scheiding wordt aangeraakt; er is vaak sprake van borderline problematiek.

Hechtingsstoornissen

Onderzoek naar hechtingspatronen bij misbruikte, mishandelde en verwaarloosde kinderen laat zien
dat bij deze groep een mengsel van onveilig-vermijdende, onveilig-ambivalente en
gedesorganiseerde hechtingspatronen voorkomen. Hechtingsgedrag uit zich vooral in de scheiding
van moeder. Bij hechtingsstoornissen treedt hechtingsgedrag op in dagelijkse situaties en in alle
sociale en meer persoonlijke relaties. Een hechtingsstoornis is een duidelijk gestoorde en niet bij de
ontwikkeling passende, sociale en persoonlijke binding die zich voordoet in dagelijkse situaties.
Onveilige en gedesorganiseerde hechting leiden eerder tot hechtingsstoornissen en zijn dan ook
risicofactoren. Het is de vraag in welke mate hechtingsproblematiek de enige oorzakelijke rol speelt
in de ontwikkeling van hechtingsstoornissen. Er kunnen nog andere factoren een rol spelen, zoals het
optreden van een concreet trauma. Onveilige hechting wordt ook beschouwd als een veelgenoemde
risicofactor bij andere stoornissen, zoals angst-, stemmings- en gedragsstoornissen.
In de DSM-5 wordt alleen de reactieve hechtingsstoornis genoemd. Brisch onderscheidt 7
hechtingsstoornissen: volledige onthechting, waarbij kinderen en volwassenen geen enkel teken van
hechting vertonen; ongedifferentieerde binding, waarbij kinderen en volwassenen zeer vriendelijk
tegenover iedereen zijn, maar geen onderscheid lijken te maken tussen mensen met wie ze min of
meer vertrouwd zijn; grenzeloze binding is een vorm waarbij ze alleen in de nadrukkelijke nabijheid
van een hechtingsfiguur emotioneel gerustgesteld zijn; geremde binding waarbij een afstandelijke
houding en een overdreven aanpassing centraal staat; agressieve binding waarbij kinderen of
volwassenen proberen via verbale en/of fysieke agressie nabijheid te bewerkstelligen; binding met

, Rood = belangrijk!


rolomkering kenmerkend door een grote eenzijdigheid in de relatie, waarbij het kind meer zorgt voor
zijn ouders dan de ouders voor het kind; psychosomatische symptomatiek wat een verwijzing kan zijn
naar hechtingsstoornissen, waarbij de lichamelijke klachten gebruikt worden om de nabijheid van de
hechtingsfiguur te bewerkstelligen.

Risico- en beschermingsfactoren

Risicofactoren op niveau van kind: opvallende lichamelijke handicaps of gebreken (kunnen leiden tot
afkeer), premature en couveuse kinderen, aangeboren stoornissen en/of handicaps, kinderen uit
draagmoederschap, geboortecomplicaties, adoptie, moeilijk hanteerbaar temperament, vervang- of
verzoenkinderen of ongewenste en overgewenste kinderen, kinderen die op jonge leeftijd voor een
periode in het ziekenhuis zijn opgenomen en kinderen die te vroeg, te vaak en te lang van moeder
gescheiden waren of teveel zorgverleners hadden.

Risicofactoren op niveau van ouders: ouders met geschiedenis van onveilige hechting, verwaarlozing
of mishandeling, ouders met psychische/psychiatrische problematiek, onverwerkte trauma’s,
relationele en/of seksuele conflicten in partnerrelatie, tienermoeder of juist moeder van middelbare
leeftijd.

Risicofactoren op niveau van omgeving: geen ondersteunend netwerk, slechte huisvesting, lage SES,
recente migratie of vlucht uit moederland.

Risicofactoren op het niveau van ouders wegen veel zwaarder dan op kindniveau.
Beschermingsfactoren op niveau van ouders kunnen risicofactoren op kindniveau compenseren, op
voorwaarde dat ouders de hechtingsproblematiek onderkennen en adequate veilige hechting bieden.
Invloed van risicofactoren uit de omgeving lijken indirect van aard te zijn, in die zin dat ze eerder een
indicatie zijn voor het functioneren van de ouders, dan dat ze een directe invloed hebben op de
hechting zelf.

Beschermingsfactoren zijn: kind dat bewust verwekt is, dat gewenst is, een stressvrij prenataal leven
heeft doorlopen, dat natuurlijk geboren is en dat borstvoeding heeft gekregen, ouders die
beschikbaar zijn, die emotionele behoeften aanvoelen en er adequaat op reageren.

Voorkomen, onderkennen, behandelen, en de rol van de huisarts

In de preventie van hechtingsproblemen moet de nadruk liggen op bewust ouderschap. Dit houdt de
verantwoordelijkheid in voor het aanbieden van een faciliterende omgeving, waarin het kind zich kan
ontplooien op grond van ervaren emotionele veiligheid. De huisarts kan bij afwegingen die
(aanstaande) ouders maken aandacht vragen voor de emotionele noden van het (prenatale) kind. Zo
kan hij, bijvoorbeeld, bij de afweging rond een mogelijke abortus, wijzen op het gewicht dat
ongewenst-zijn heeft op de ontwikkeling van kind, hij kan wijzen op het belang van een stressvrij
zwangerschap, hij kan wijzen op het belang van de prenatale hechting en hen wijzen op de
mogelijkheden van prenatale begeleiding, hij kan met ouders spreken over het belang van een
natuurlijke geboorte, omdat geboortetrauma’s altijd samengaan met hechtingsproblemen, hij kan
pleiten voor borstvoeding, omdat dit gezonder is en door het intieme lijfelijke contact de affectieve
band meer versterkt wordt en hij kan ouders wijzen op het belang van veilige hechting, zeker in het
eerste levensjaar.
Het is vaak pas als de peuter een ontwikkelingsachterstand vertoont, of als het kind op
school leerproblemen en/of sociale problemen vertoont dat er aan de bel getrokken wordt. Niet
goed verwerkte verlies- en scheidingservaringen kunnen belangrijke oorzaken zijn voor
hechtingsproblemen; hoe kinderen (en volwassene) er later mee omgaan kan belangrijke

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentelh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added