100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europees recht K1 $5.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Europees recht K1

 22 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de voorgeschreven literatuur met alle leerdoelen van het vak Europees recht uit de K1. Voor dit tentamen heb ik een 7,4 gehaald.

Preview 4 out of 34  pages

  • Yes
  • January 23, 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Europees recht samenvatting
Week 1
Leerdoelen
Je kunt (aan de hand van een casus of stelling):
 aangeven welk type internationale organisatie de EU juridisch gezien is en meer in het
bijzonder de bijbehorende begrippen ‘intergouvernementeel’ en ‘supranationaal’ toelichten.
 aangeven wat de twee oprichtingsverdragen van de EU zijn en wat hun onderlinge
rechtsverhouding is.
 de doelstellingen en de juridische basisbeginselen van de EU benoemen en
toelichten.
 uitleggen welke afzonderlijke taken en bevoegdheden de EU-instellingen hebben
(met uitzondering van de ECB en de Rekenkamer).

Praktisch Europees recht
H1
H1 Europese Unie
§1.1 Internationaal recht
Staten maken afspraken op grond van het internationale recht. Dit rechtsgebied regelt alle
betrekkingen tussen staten. Binnen het internationale recht zijn alle staten gelijk aan elkaar.
De afspraken die staten op basis van internationaal recht met elkaar maken, worden meestal
in een verdrag vastgelegd.

1.1.1 Staatssoevereiniteit
De overheid heeft staatssoevereiniteit, zij heeft namelijk de ultieme beslissingsbevoegdheid
op het grondgebied van de staat en zij is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen.
Deze staatssoevereiniteit kan op 2 manieren worden beperkt:
1. Vrijwillig overdragen van soevereiniteit
De staat kan beslissen om een gedeelte van de beslissingsbevoegdheid over te
dragen aan bijv. een internationale organisatie. Het overdragen van
staatssoevereiniteit hoeft niet permanent te zijn. In het geval van de EU is het
mogelijk om weer uit de EU te stappen (art. 50 VEU).
2. Onvrijwillige beperking van soevereiniteit
Wanneer een land bijv. wordt binnengevallen door een ander land en dat andere
land neemt de macht over, dan is de beslissingsbevoegdheid van het aangevallen
land beperkt. Dit kan door militair ingrijpen van een onafhankelijke staat gebeuren,
maar ook door een mandaat van de Veiligheidsraad van de VN.


1.1.2 Internationale organisaties
Staten zijn de voornaamste spelers in het internationale recht, maar internationale
organisaties spelen ook een belangrijke rol. Er zijn 2 soorten organisaties:
1. Gouvernementele organisaties

, Een samenwerkingsverband tussen staten wordt een gouvernementele organisatie
genoemd. De oprichting van zo’n organisatie gebeurt in een verdrag. Een
internationale organisatie biedt staten de mogelijkheid om samen te werken op een
bepaald beleidsterrein.
Staten kunnen kiezen bij de oprichting hoeveel soevereiniteit ze willen afstaan aan de
organisatie. Als lidstaten geen soevereiniteit afstaan, dan wordt de organisatie een
intergouvernementele organisatie genoemd. Als lidstaten wel soevereiniteit afstaan,
dan is er sprake van een supranationale organisatie. Een supranationale organisatie
staat boven de lidstaten.
2. Non-gouvernementele organisaties
Een groep personen kan ook een internationale organisatie oprichten. Een non-
gouvernementele organisatie is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële
doelstelling. Voorbeelden zijn: het Rode Kruis, Amnesty International en het WNF.
Ngo’s worden vaak uitgenodigd om deel te nemen aan internationale vergaderingen.
Ngo’s hebben dan geen stemrecht maar wel een adviserende rol.


§1.2 De EU en haar doelstellingen
Op dit moment zijn in de EU de volgende 2 verdragen van kracht:
1. Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
2. Het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)
Naast deze verdragen is het Handvest van de Grondrechten van de EU ook nog belangrijk.

In art. 3 VEU staan de doelstellingen van de EU opgesomd. De EU heeft 2 instrumenten om
de doelstellingen te bereiken. De EU kan besluiten tot een strategie van negatieve integratie
of tot positieve integratie.
1. Negatieve integratie: Dit betekent dat de EU overgaat tot het uitvaardigen van
verboden (‘je mag niet…’)
2. Positieve integratie: Dit betekent dat de EU overgaat tot het uitvaardigen van
geboden (‘je moet..’). Het doel van positieve integratie is om de nationale
regelgeving van de lidstaten te uniformeren, of te harmoniseren.


1.2.1 Vrede en welzijn
De EU heeft als primair doel om vrede en welzijn in Europa te bewerkstelligen. Het middel
om dit te bereiken is economische integratie. Economische verwevenheid tussen de
lidstaten zorgt er namelijk ook voor dat eventuele conflicten tussen lidstaten eerder op
diplomatieke wijze worden opgelost.

1.2.2 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Burgers van de EU mogen over het algemeen in alle lidstaten verblijven om te werken,
studeren of te genieten van hun pensioen. Dit betekent dat criminele en illegalen ook
kunnen gaan en staan waar ze willen. De EU zorgt daarom voor beleid dat
grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie bestrijdt. Justitiële samenwerking in
strafzaken, grensbewaking en gemeenschappelijk beleid op het gebied van asiel en
immigratie behoren alle tot deze beleidspijler.

,1.2.3 Interne markt
De interne markt maakt het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen bedrijven
die in de lidstaten zijn gevestigd, dat er steeds meer personen over de grens gaan werken en
dat iedereen overal in de EU kan investeren. De bedoeling is dat de nationale markten
steeds meer geïntegreerd worden tot 1 gemeenschappelijke markt. Deze markt behelst een
ruimte zonder economische grenzen en belemmeringen waar het economisch verkeer zich
zo vrij mogelijk kan bewegen.

Maar bij het creëren van de interne markt moet de EU ook oog hebben voor sociale
vooruitgang en voor een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van
het milieu (art. 3 VEU). Daarnaast moet de interne markt gepaard gaan met beleid gericht op
het creëren van gelijkheid voor mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, het tegengaan van
discriminatie en het voorkomen van sociale uitsluiting.

1.2.4 Economische en Monetaire Unie
De EMU valt uiteen in 2 pijlers:
1. Het monetair beleid
De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid in de
EU. De ECB wordt daarbij geassisteerd door nationale banken van de lidstaten.
Samen vormen zij het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Het monetair
beleid heeft een supranationaal karakter. De belangrijkste pijler van de EMU is de
euro.
2. Het economisch beleid
Het economisch beleid blijft grotendeels de verantwoordelijkheid van de lidstaten en
heeft een intergouvernementeel karakter. De nationale regeringen moeten hun
economisch beleid wel coördineren met het oog op de gezamenlijke doelstellingen
van stabiliteit, groei en werkgelegenheid in de eurozone. De afstemming van het
nationaal economisch beleid gebeurt in een jaarlijkse cyclus die bekendstaat als het
‘Europees semester’.


1.2.5 Beschermen van mensenrechten
In art. 2 VEU wordt de bescherming van mensenrechten genoemd. Ook een democratische
samenleving en een rechtsstaat zijn belangrijke begrippen. Art. 2 VEU vormt ook de
grondslag voor de mogelijkheid van het HvJEU om te oordelen over schendingen van
mensenrechten als deze worden voorgelegd tijdens een zaak.

De ambitie om fundamentele waarden te beschermen reikt verder dan de grenzen van de
Unie (art. 3 lid 5 VEU). Ook in haar relaties met andere landen zet de EU zich in voor de
verbetering van mensenrechten en democratie.

Vanwege het belang van de mensenrechten in de EU wordt de EU, naast een economisch
samenwerkingsverband, steeds vaker bestempeld als een waardengemeenschap.

§1.3 Interne markt
De interne markt bestaat voornamelijk uit de volgende 3 onderdelen:

, 1. Regels op het gebied van vrij verkeer
In de EU geldt vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Het
beginsel van vrij verkeer betekent dat de handelsstroom tussen lidstaten niet
belemmerd mag worden.
2. Verbod op staatssteun
Staatssteun kan bijv. bestaan uit subsidies. Met een subsidie is het mogelijk voor een
bedrijf om goedkoper te produceren. Hierdoor kan de subsidie de interne markt
schaden doordat het oneerlijke concurrentie creëert.
3. Mededingingsrecht
Bedrijven kunnen bijv. afspraken maken over de prijs die ze voor hun producten
vragen, waardoor de concurrentie wordt beperkt en consumenten te veel betelen.
Dit wordt kartelvorming genoemd en dit wordt door de Commissie met hoge boetes
bestraft.
Ook mag een bedrijf geen misbruik maken van zijn machtspositie.


1.3.2 Voor- en nadelen interne markt
Het ontstaan van 1 Europese markt heeft grote invloed op de nationale economieën van de
lidstaten.

Voordelen:
 Vrije handel
 Specialisatie
 Schaalvergroting
 Lagere prijzen & keuzevrijheid
 Hogere consumentenwelvaart


Nadelen
 Protectionisme (het beschermen van de nationale economie)
 VerMcDonaldisering (grote bedrijven zullen het economisch landschap domineren)
 Oneerlijke concurrentie (bijv. vanwege verschillende loonhoogtes)
 Afhankelijkheid
§1.4 Beginselen
De EU is gegrondvest op verschillende beginselen.

Basisbeginselen EU
Beginsel Betekenis Voorbeeld Artikel
Loyale samenwerking Lidstaten doen Nederland is Art. 4 lid 3 VEU
niets wat strijdig is verplicht om
met het verdrag en uitvoering te geven
voeren trouw alle aan de afspraken uit
verplichtingen uit de Richtlijn
die uit Europees 2019/904 van 5 juni
recht voortvloeien. 2019.
Attributiebeginsel De EU is alleen Art. 38 VWEU geeft Art. 5 lid 2 VEU

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willievdh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.59  1x  sold
  • (0)
  Add to cart