Financiële Zelfredzaamheid // Hoofdstuk 5 // Sparen
Hypothecaire lening → enkelvoudige interest
Bij sparen kun je te maken hebben met samengestelde interest
de eindwaarde van samengestelde interest kun je berekenen met de formule
Kn = K0 x ( 1 + p/100) n^
Kn → de eindwaarde van een kapitaal (beginkapitaal plus alle verkregen
interest)
K0 → de beginwaarde van het kapitaal
p → interestwaarde
n → aantal perioden
De contante waarde is de waarde op dit moment van een bedrag dat in de toekomst
beschikbaar komt. De contante waarde reken je uit door middel van de formule
K0 = Kn / (1+ p/100) n^
Sparen kun je verplicht of vrijwillig doen
Verplicht sparen → werknemers doen dit via een pensioenfonds, een
pensioenpremie is hier een voorbeeld van, gedurende zijn werkzame
leven betaalt de werknemer pensioenpremie en vanaf zijn
pensioengerechtigde leeftijd krijgt hij pensioen, er is hierbij sprake van
een kapitaaldekkingsstelsel
Vrijwillig sparen → naast sparen voor een pensioen kan men ook sparen
voor een specifiek doel, of om een buffer op te bouwen.
Er zijn twee belangrijke soorten van sparen
● Direct (of vrij) opneembare spaartegoeden → je kunt ieder moment
geld op je spaarrekening zetten of ervan af halen.
● Niet direct opneembare spaartegoeden → op deze rekeningen zit
vaak een hogere rente, je zet je geld hierbij wel vast voor een aantal
jaar, een voorbeeld hiervan is een spaardeposito, hoe langer het
termijn van je spaardeposito hoe hoger het interestpercentage is.
De kenmerken bij een niet vrij opneembare spaarrekening zijn:
vaste rente, geld staat vast voor een bepaalde periode, eenmalig
minimale inleg, tussentijds storten en opnemen kan niet of je
betaalt een boete bij het opnemen.
Je vermogen is gelijk aan de bezittingen min de schulden
Bij het verplicht sparen voor pensioenen heb je twee opties, je kunt collectief sparen
of individueel sparen, bij collectief sparen spaar je met mensen samen bij een
pensioenfonds, bij individueel sparen spaar je alleen voor jezelf, een nadeel aan
individueel pensioensparen is dat je niet weet hoe lang je zult leven dus dat er een
kans bestaat dat je op een bepaald punt zonder geld zult zitten.
, Financiële Zelfredzaamheid // Hoofdstuk 6 // Beleggen
intertemporele ruil → ruilen over tijd.
Je kunt je geld sparen, uitgeven of beleggen.
Beleggen is het investeren van geld in obligaties, aandelen, onroerend goed of goud
met als doel er in de toekomst financieel voordeel uit te halen. Bij riskante
beleggingen loop je een hoger risico maar heb je als je geluk hebt ook een hoger
rendement. Het risico bij beleggen is hoger dan het sparen op een spaarrekening.
Depositogarantie Stelling → een garantie dat je altijd je ingelegde
spaargeld terug krijgt tot 100 000 euro
Beleggen is het kopen van dingen in de hoop er meer geld uit te halen dan je er
insteekt. Het doel is vergroten van het vermogen dat je bezit.
AEX → graadmeter van de 25 grootst beursgenoteerde bedrijven in
Nederland. Een beursgenoteerd bedrijf is een bedrijf waar je aandelen van
kunt kopen.
Beleggen doe je op lange termijn. Hoe korter de termijn hoe risicovoller omdat de
kans op een negatief rendement te groot is en bij koersverlies heb je niet de tijd om
dat te herstellen.
Aandelen zijn eigendomsbewijzen in een onderneming, deze onderneming is een
naamloze vennootschap (nv) via een verkoop (emissie) verkoopt deze stukjes van
een bedrijf, dus aandelen. Van het geld dat ze krijgen met het verkopen van deze
aandelen kopen ze weer uitbreidingen voor het bedrijf.
Een aandeel bestaat uit:
Nominale waarde → de waarde die op het aandeel staat
Beurskoers → de prijs die je betaalt voor het aandeel, deze is afhankelijk
van vraag en aanbod.
Koerswinst is de winst die je maakt met het aandeel
Als je een aandeel koopt (aandeelhouder) heb je recht op een deel van de winst dit
wordt uitgekeerd in divident (winst) en als aandeelhouder heb je ook stemrecht
Aandelen koop je via een bank, je kan dit ook doen via een beurshandelaar.
Een obligatielening is een lening op lange termijn waarbij de lening wordt opgesplitst
in stukjes, deze stukjes noem je obligaties.
Een bank levert vaak obligaties aan bijvoorbeeld grote bedrijven en de regering, de
beurskoers wordt uitgedrukt in procenten van de nominale waarde. Op het einde van
de looptijd krijgt de eigenaar van de obligatie de nominale waarde terug, je kunt je
obligatie terugbetalen door middel van het in 1 keer terug te betalen of door het in
procenten te doen. Hoe meer A’s je krijgt als land zijnde hoe betrouwbaarder je bent,
een triple A (AAA) is de hoogste waardering te bereiken.
Marktrente → de actuele rente van een obligatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurme01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.