100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tentamenstof: Belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor Inleiding in Methoden en Technieken. Per week uitgewerkt (Howell & Leary). $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Tentamenstof: Belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor Inleiding in Methoden en Technieken. Per week uitgewerkt (Howell & Leary).

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Per week moet je voor dit vak literatuur van Leary en Howell leren. Ik heb deze literatuur per week uitgewerkt en in deze samenvatting de belangrijkste kern weergegeven, de kern theorieën en formules. Dit vormt een basis voor het maken van de 'spiekbrief' die je bij dit tentamen mag houden, omdat ...

[Show more]
Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 17  pages

  • January 23, 2021
  • January 24, 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inhoudsopgave

College 1: principes wetenschap ..................................................................................................................... 2
Leary 1 ................................................................................................................................................................ 2
Leary 2 ................................................................................................................................................................ 2

College 2: observeren en meten ...................................................................................................................... 3
Leary 3 en Leary 4 .............................................................................................................................................. 3
Leary 5 Hoe worden participanten geselecteerd? .............................................................................................. 4

College 3: kwaliteit van meetinstrumenten ..................................................................................................... 4
Leary hoofdstuk 3 hoe kan gedrag gemeten worden ......................................................................................... 4
Howel 1.1-1.3...................................................................................................................................................... 6

College 4: inspecteren van data: verdelingen .................................................................................................. 7
Leary hoofdstuk 6 ............................................................................................................................................... 7
Howell hoofdstuk 2 (m.u.v. 2.4,2.10 en 2.12) ..................................................................................................... 7

College 6: Normaalverdelingen en Z-scores ..................................................................................................... 8
Howell hoofdstuk 3 ............................................................................................................................................. 8

College 7: Samenhang tussen variabelen ........................................................................................................ 9
Leary hoofdstuk 7 hoe ziet correlationeel onderzoek eruit? ............................................................................... 9
Howell hoofdstuk 9 ........................................................................................................................................... 10

College 8 :Experimenteel onderzoek en experimentele controle ................................................................... 11
Leary hoofdstuk 9 hoe ziet experimenteel onderzoek eruit? ............................................................................ 11
Leary hoofdstuk 10 hoe is experimenteel design opgebouwd .......................................................................... 12

College 9: Quasi-experimentele proefopzetten ............................................................................................. 14
Leary hoofdstuk 13 ........................................................................................................................................... 14
Leary 14 ............................................................................................................................................................ 16

, College 1: principes wetenschap

Leary 1
3 doelen Describing behaviour
onderzoek Predicting behaviour
Explaning behaviour
3 criteria om Systematische empirisme (conclusies uit objectieve systematische observatie)
wetenschhappelijk Publieke verificatie
onderzoek te zijn Oplosbare problemen
2 taken 1.Ontdekken en beschrijven van verschijnselen, patronen en relaties
wetenschapper 2.Verklaringen/theorien opstellen, toetsen en evalueren
Deduction=meerdere hypotheses testen vanuit een theorie.
Induction(emperical generalisations)= hypothese wordt getrokken uit een serie feiten
Emperical falsification= een hypothese is onbruikbaar als deze niet zo wordt geformuleerd dat deze ook
ontkracht kan worden.
De empirische Oberservatiefase=idee voor onderzoeksvraag
cyclus Inductiefase= zeer algemene hypothese/theorie
Deductiefase= toetsbare werkhypothese
Toetsingsfase= onderzoek, data verzamelen, analyseren, conclusies trekken
Evaluatiefase= wat zegt dit resultaat, theorie of hypothese bevestigen of verwerpen?
Tekortkomingen onderzoek.


Leary 2
Variantie als maat voor variabiliteit= wordt gebruikt om een indicatie te maken van de hoeveelheid
geobserveerde variabiliteit in participanten hun gedrag. Variantie bekijkt scores t.o.v. een standaard (het
gemiddelde).

Gemiddelde Variantie berekenen: 1) gemiddelde berekenen 2) deviation score (gemiddelde van scores
afstrekken) 3) deviation score in het kwadraat 4) bij elkaar opgeteld is SS total (totale variantie) 5) gemiddelde
variantie is SS total gedeeld door n-1.



Totaal te verklaren = Verklaarde variantie + Onverklaarde variantie
variantie
(Tussengroeps) (Binnengroeps)
SS(totaal) = SS(Tussen) + SS(binnen)
Totale variantie = Systematische variantie + Errorvariantie


Treatment Confound
variantie variantie
(door andere
variabele)
Geobserveede meting = Systematische score (true + Meetfout
score)

Systematische Systematische
score fout (=bias)
Validiteit= meten wat bedoeld is. Systematische fouten (bias) wil je niet hebben!
Range= verschil tussen de hoogste en de laagste score.

, VAF= proportie van verklaarde variantie)
VAF= Systematische variantie/door totale variantie. Je hoeft niet af te ronden bijv: 8.85/24.19=0.366(L).
VAF=Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid= systematische variantie (true score)/totale variantie (observerd score)

Voor beide gelden dezelfde vuistregels

SMALL MEDIUM LARGE


0.01 0.06 >0.15



College 2: observeren en meten

Leary 3 en Leary 4

Een Uitputtend iedere observatie bevat minimaal 1 waarde. Voorbeeld in college: vraag over uit elke
meting/observ van deze 4 provincies kom jij? Maar er zijn 12 provincies dus er zit geen juist antwoord voor
atie dient aan iedereen bij, wat betekend dat de vraag niet uitputtend is. Je maakt hem uitputtend door de
twee categorie anders er bij te zetten als opties.
voorwaarde te Wederzijds uitsluitend iedere observatie (vraag?) bevat maximaal 1 waarde. Het voorbeeld in
voldoen college vraagt hoe vaak ben je in de bioscoop geweest: 0 keer, minder dan 5 keer, minder dan 10
keer of meer dan 10 keer? Als je goed naar de vraag kijkt zie je dat dit niet wederzijds uitsluitend
is. Minder dan 5 keer is hetzelfde als 0 keer evenals mminder dan 10 keer etc. Antwoorden moeten
van elkaar verschillen en niet overlappen. Beter: 0, 1-5, 6-10, 10+
Vier vormen Observatie
dataverzamelin onderzoek setting = naturalistisch of kunstmatig
gsmethoden mate van verborgenheid= openlijk, verborgen, unubtrusive measures
gedragsregistratie= ongestructureerde observatie of gestructureerde observatie (checklists,
tijdmaten, task completion time, duration)

Fysiologisch en neurologisch

Self-report
Vragenlijst of interview
Single-item measure
Multi-item measure
Responsebias= sociaal wenselijkheid, acquiense response style, nay-saying response style.
Oplossingà ompolen items.

Archief onderzoek
Veranderingen over tijd meten
Zeldzame gebeurtenissen
Vier Nominaal= labels. Zoals man vrouw, woonplaats, kind/volwassenen - hier kan je geen
meetniveaus berekeningen mee uitvoeren.
Ordinaal= ordelijk. stappen niet evengroot dus- je kan alleen groter of kleiner dan zeggen.
Brond-zilver-goud. Mbo-hbo-wo.
Interval = gelijke afstanden. Je kan + en – doen. Maar 0-punt is arbitrair. Temperatuur,
tijdsaanduiding 13:00-14:00-15:00(niet tijdsduur). Van 5 naar 10 graden betekend niet twee
keer zo warm.
Ratio = Vast 0 punt maar eenheid is arbitrair. Je kan delen en vermenigvuldigen optrekken en
afstrekken. Gewicht, geldbedragen, leeftijden.

, Leary 5 Hoe worden participanten geselecteerd?

Vier basis methoden voor een kanssteekproef
Propability sample= dit is een kanssteekproef (aselect). De steekproef wordt zo getrokken dat de kans dat
een specifiek individu in de populatie geselecteerd wordt kan worden gespecificeerd
Simple random iedere vorm van steekproef heeft dezelfde kans getrokken te worden (lootjes trekken).
sample De onderzoeker heeft een samplingframe(steekproefkader-lijst van populatie)
Systematic Als sampling frame ontbreekt kies je deze optie. Je kiest ‘om de zoveel mensen’ ß dit
samping getal kan je wel random kiezen.
Stratified Dit is een variatie op simpele random sampling. In plaats van het selecteren direct van de
random populatie, wordt de populatie eerst in meerdere subgroepen verdeeld, of strata. Een
sampling stratum is een subset die een bepaalde karakteristiek deelt. Je kan bijvoorbeeld de
populatie opdelen in verschillende geslachtsgroepen, leeftijdsgroepen. Dan worden van
elk van deze strata random samples getrokken. (proportionate sampling method 40%
man 50% vrouw, verkiezingen)
(Multistage) niet op basis van strata als man/vrouw, of leeftijd maar op basis van geografische
Clustersampling kenmerken


Drie primaire soorten van niet-kans steekproeven
Deze soort steekproeven worden het meest gebruikt bij gedragsonderzoek. Bij deze vorm hebben
onderzoekers geen kennis, en kunnen ze niet berekenen dat een specifieke ‘case’ wordt gekozen in een
steekproef. De kans dat een bepaald individu uit de populatie in de steekproef terechtkomt, ligt niet vast.
Hierdoor kunnen ze niet berekenen wat de error of estimation is om te weten hoe representatief een
steekproef is. Maar dit is geen probleem als je niet perse wilt beschrijven wat een hele populatie vind, denkt
of voelt.
Convenience sample Participanten die direct beschikbaar zijn. Mensen op straat aanspreken,
(gelegenheidssteekproef) mensen op de universiteit.
Quota steekproef De onderzoeker stappen neemt om te verzekeren dat bepaalde soort
participanten in bepaalde proporties deelnemen. 20 man en 20 vrouw
wordt bij gehouden.
Purposive samples Bepaalde inschattingen, om te bepalen welke participanten deelnemen
(doelgerichte steekproef) aan een steekproef. Respondenten die typisch zijn voor de populatie
die ze willen onderzoeken.

sampling error= het verschill tussen de karakteristieken van de individuelen in de steekproef en de
karakteristieken van de gehele populatie.

The error of estimation= in welke mate de data verkregen uit de steekproef (gemiddelde), waarschijnlijk afwijkt
van de data wanneer verkregen van de algehele populatie. Error of estimination laat het vertrouwen zien in dat
resultaten een accurate reflectie van de popullatie laten zien.


College 3: kwaliteit van meetinstrumenten
Leary hoofdstuk 3 hoe kan gedrag gemeten worden
Observerd score (de meting)= true score (systematische score)+measurement of error(toevalsfout)

True score= de score die een participant zou hebben als de test perfect is, zonder errors. Als wetesnchappers
helderziend waren, konden ze weten dat als iemand 138 scoort op een iq test dat het eigenlijk 140 zou moeten
zijn, maar testen zijn nooit zo nauwkeuring. Er is altijd wel een error gedeelte in tetsten.

Measurement of error (meetfout)= dit is een deel van de score die de true score beinvloed zodat het niet de
score is die het moet zijn. Er zijn 5 verschillende factoren die bijdragen aan deze errormetingen, waardoor de
geobserveerde score telkens anders is dan de true score.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaUL. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88
  • (0)
  Add to cart