Inleiding sociale psychologie (H1)
Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten,
gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of
voorgestelde aanwezigheid van andere mensen.
Sociaal psychologisch mensbeeld
Mensen staan onder zeer sterke invloed van hun sociale omgeving. Hun gedrag is voor een
belangrijk deel het gevoel van externe, situationele invloeden. Sociologie bestudeerd op
macro niveau, Sociale psycholie op meso niveau, Persoonlijkheidspsychologie op
microniveau
Bystander-effect: men gaan niks doen, maar kijken toe totdat iemand helpt.
Diffusion of responsibility: Hoe meer mensen, hoe minder behulpzaam men is. Hoe meer
mensen hoe minder verantwoordelijkheid iemand voelt.
Aannames sociale psychologie:
1. De macht van de situatie beïnvloedt ons psychologie:
a. we hebben vaak de neiging om de Fundamentele attributiefout te maken:
- De neiging om ons eigen en andermans gedrag volledig toe te
schrijven aan persoonlijkheidstrekken, en de macht van de situatie te
onderschatten
2. De mensen worden beïnvloed door de Interpretatie van de situatie:
a. Construct: De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren
b. Sociale cognitie
c. Verschil tussen objectieve situatie en subjectieve situatie:
- Basisprincipes van informatieverwerking:
- Betekenisgeving: Je geeft betekenis aan de informatie dat je
krijgt (je geeft betekenis door je eigen ervaring) Bijvoorbeeld
dat mannen agressiever zijn dan vrouwen en vrouwen
zorgzamer dan mannen.
,- Cognitieve efficiëntie: Quick and dirty informatie verwerken >
eerder kans op vertekeningen (Je trekt snelle conclusie over
dingen die je niet belangrijk vindt) Het gaat om:
- Relevantie persoon/situatie
- Cognitieve capaciteit/ ruimte in je hoofd (Als men moe
is)
Gaan ze sneller stereotyperen
- Motivationele vertekening
- Motief van eigenwaarde:
- Behoefte om ons goed te voelen over ons zelf
(vaak sterker dan motief om de wereld
accuraat waar te nemen)
- Behoefte aan consistentie: Je gaat niet
toegeven bij je ouders bijvoorbeeld dat je fout
zit, omdat je eigenwaarde te groot is. > Je gaat
je gedrag rechtvaardigen, bijvoorbeeld: ik dacht
dat het een grapje was.
,Sociale cognitie (H3)
Cognitie?
- “Het vermogen tot kennisverwerving door waarneming en het verwerken
van de daarmee opgedane informatie door het denken”.
- Leren zonder alles uit te proberen (trial & error)
Cognitieve psychologie als reactie op behaviorisme (stroming die zich
wel bezighield met belonen en straffen)
- Dieren kunnen ook denken, ze leren niet alleen met straffen en belonen.
- Cognitieve psychologie is ook beïnvloed door opkomst van computers
- De computer heeft ideeën over de psyche beïnvloedt (zoals
werkgeheugen)
- De computers heeft op sommige vlakken het intellect van de mens
voorbijgestreefd
- Maar hoe krachtig computers ook zijn…. mensen kunnen beter
computers de nuances in menselijk gedrag begrijpen en hun
bedoelingen, wensen en verlangens ontcijferen
- Mensen zijn dus erg goed in sociale cognitie
Sociale cognitie:
- Hoe selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken mensen sociale
informatie om oordelen te vormen en beslissingen te nemen?
- Typen sociale cognitie:
1. Automatisch denken: Automatisch, vanzelf, snel, moeiteloos,
geen bewuste controle, niet in de gaten (autorijden, fietsen kun je
kletsend)
- Emotionele empathie: voelen hoe een ander zich voelt (We
zien een persoon heel verdrietig, worden we ook verdrietig,
spiegelneuronen zorgen hiervoor.) (We kunnen ons inleven
in anderen)
- Psychopaat: Voelt niet wat iemand anders voelt, maar kan
wel snappen door te leren over emoties. > Cognitieve
empathie
- Cognitieve empathie: begrijpen hoe een ander zich voelt
(verwant aan theory of mind)
- Bipolair/borderline: Voelt juist te veel hoe andere mensen
zich voelen, waardoor ze in een emotionele achtbaan komen.
- Automatisch denken gebeurt door schema’s: mentale
structuur die mensen gebruiken om hun kennis te
organiseren rond thema’s of objecten: bv. hond=dier, 4
, poten, trouw, kwispelen, aardig of juist gevaarlijk,
hondenpoep
- Schema’s beïnvloeden hoe ambigue (dubbelzinnig)
sociale informatie wordt geïnterpreteerd
- Veelal d.m.v. een script: Een schema over specifieke
gebeurtenissen, oftewel een beschrijving van hoe zo’n
gebeurtenis verloopt (bv, hoe je te gedragen in een
restaurant)
- Wat bepaalt welk schema, concept of script je
gebruikt?
- De mate van toegankelijk van dit schema (mate waarin
je aan ze wordt herinnerd, bv door een ervaring
(recent: Als iemand net op een schip heeft gezeten
zal hij anders denken over een toeter dan iemand die
net Jazz muziek heeft geluisterd of structureel:
Iemand die op een boot werkt denkt anders als hij een
toeter hoort dan iemand die een saxofoon speelt):
- Een schema of concept kan permanent
toegankelijk zijn, maar kan ook tijdelijk
toegankelijker worden gemaakt. Dit wordt
priming genoemd. (Bijv, als ik Tech muziek
luister wordt dat tijdelijk geprimed (toegankelijk)
bij mij)
- Schema over een groep: STEREOTYPE (mannen-
agressief)
- Schema’s zijn hardnekkig:
- Perseveratie-effect: We hechten veel belang aan de
correctheid van onze schema’s, zo wordt Schema
inconsistentie informatie (moeilijker onthouden,
tenminste na langere tijd) sneller vergeten.
- Schema’s kunnen ‘selffulfilling prophecies’ worden
Pygmalion effect: Een leraar wordt fictieve IQ-scores
gegeven van zijn leerlingen: Goede leerlingen presteren dan
ook echt beter, omdat docent daar meer in gelooft en meer
aandacht, uitdaging en feedback geeft, Dat de leerling ook
beter zijn/haar best gaat doen
- Uiteindelijk passen we onze herinneringen aan dan
onze schema’s: We zien wat we willen zien
- Andere soorten automatisch denken:
- Zeigarnik effect (onvoltooide doelen blijven
automatisch denken beheersen) > Werk je To-Do list
gewoon af! Anders gaat er altijd energie naar de
onvoltooide taken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emiroz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.