Visies op het recht
- Rechtspositivisme (kortweg: positivisme)
- Natuurrechtsdenken
- Interactionisme (en contextualisme)
Rechtspositivisme: het recht is een verzameling regels die op formeel geldige wijze tot stand
zijn gekomen. Recht en moraal zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden, slecht recht is
ook recht. Formeel criterium voor geldigheid: als het is uitgevaardigd door een bevoegd
orgaan, dan is het recht. Als bronnen worden de wet en verdragen gezien. Noodgedwongen
ook jurisprudentie, nog meer noodgedwongen het gewoonterecht.
- Voordelen: rechtszekerheid, helderheid en duidelijkheid.
- Nadeel: recht is soms onrechtvaardig en wat doe je dan?
Natuurrechtdenken: materieel (inhoudelijk) criterium voor recht is dat het recht rechtvaardig
moet zijn. Het ideale recht is rechtvaardigheid. Het positieve recht is in principe onvolledig
gerealiseerde rechtvaardigheid. Niet enkel is van belang dat de wetten op de juiste wijze tot
stand zijn gekomen, maar ook of het voldoet aan de beginselen van rechtvaardigheid. Recht
en moraal zijn wel onlosmakelijk met elkaar verbonden: (heel erg) slecht recht is geen
geldend recht. Er zijn bepaalde geldende normen onafhankelijk van tijd en plaats die kunnen
dienen als fundament voor het gehele rechtsstelsel. Belangrijkste waarde: recht doen aan
morele beginselen. Binnen het natuurrecht is het geschreven recht de neerslag van het
ongeschreven recht. De bronnen zijn de wet, verdragen en jurisprudentie, maar er dient
rekening te worden gehouden met de geldende normen van hogere waarden bijvoorbeeld
rechtsbeginselen (ook ongeschreven) en gewoonterecht (mits de gewoonte redelijk is).
- Voordeel: kritische toetsing van het gepositiveerde recht.
- Nadeel: nogal vaag (wat is rechtvaardig) en wanneer is slecht recht niet meer geldig.
Interactionisme: het recht is wat de rechtsgenoten in een bepaalde situatie in het licht van de
bestaande regels al recht ervaren. Wat is rechtvaardig in de omstandigheden van het geval.
De omstandigheden van het geval zijn uitermate belangrijk voor de invulling van de regel.
Niet alleen toepassing van verschillende regels en beginselen, maar ook afweging ten
opzichte van elkaar. Welk recht is nodig om conflicten in de maatschappij hanteerbaar te
maken. Het recht ontstaat van “onderop” de interactie tussen mensen levert recht op.
Kernwaarde: doelmatige afdoening van geschillen rechtvaardig door het meewegen van alle
gerechtvaardigde belangen. Bronnen zijn de wet en verdragen, maar veel nadruk op
gewoonte en jurisprudentie. Recht komt voort uit praktijken tussen mensen dus na
omstandigheden van het geval en alle formele en informele regels die het geval beheersen.
- Voordeel: flexibel en toegespitst op omstandigheden van het geval.
- Nadeel: een zekere vaagheid. Wat zijn de juiste omstandigheden van het geval en hoe
wegen we die?
Contextualisme: een vierde visie op het recht, welke ook wel wordt gezien als variatie op het
interactionisme. De omstandigheden van het geval zijn belangrijk, maar regels blijven
belangrijk. Evenwicht zoeken tussen hard and fast rules en context. Voor zover mogelijk aan
de regels houden, tenzij er zich een casus aandient die afwijking of kwalificatie van de
rechtsregels rechtvaardigt. Contextualisme legt meer nadruk op de regels en interactionisme
op de omstandigheden van het geval. Contextualisme is meer op rechtszekerheid gericht
dan het interactionisme.
Rechtsbeginselen
Een rechtsbeginsel is een grondgedachte die een rechtsorde fundeert en/of een moreel
principe dat juridisch als bindend wordt ervaren. Rechtsbeginselen kunnen geschreven en
ongeschreven zijn.
, - Beginselen zijn abstracter/algemener dan rechtsregels en hebben een moreel karakter;
- Fungeren als richtingwijzers (hebben geen alles-of-niets-karakter zoals regels);
- Hebben dimensie van gewicht (blijven ook geldig als ze niet van toepassing blijken, wat bij
regels niet het geval lijkt);
Functies van rechtsbeginselen:
- Hulpmiddel bij interpretatie;
- Aanvulling van geschreven recht;
- Correctie op geschreven recht.
Relatie tussen rechtsbeginselen en de visies op recht:
- Positivisme: binnen het positivisme wordt de formele wet als bron gezien. Er is dan ook een
voorkeur voor rechtsregels, eventueel geschreven rechtsbeginselen. Ongeschreven
rechtsbeginselen zijn onwenselijk (maar onvermijdelijk).
- Natuurrecht: bestaat uit ongeschreven rechtsbeginselen.
- Interactionisme: rechtsbeginselen als ‘redelijkheid en billijkheid’ maken het mogelijk om
recht te doen aan de bijzondere omstandigheden van het geval.
Rechtsbronnen
Rechtsbronnen zijn de bronnen waar rechtsregels uit voortvloeien en te vinden zijn in de wet,
verdragen, gewoonte, rechtspraak (jurisprudentie) en rechtsbeginselen.
Positivisten: zijn meer exclusief gericht op het bewerkstelligen van rechtszekerheid en
duidelijkheid in vergelijking met bijvoorbeeld natuurrechtsdenkers of interactionisten. Het
formeel tot stand gekomen recht (zoals de wet) is de belangrijkste rechtsbron.
Natuurrecht: in de mate dat principes van gerechtigdheid waar het natuurrecht zich op
beroept terug te vinden zijn in rechtsbeginselen heeft men daar uiteraard geen problemen
mee.
Interactionisme: er is meer ruimte voor bronnen die een contextuele visie op het recht
faciliteren. Bijvoorbeeld rechtsbeginselen of gewoonterecht.
Analyseren van arresten
- Kijk eerst wie de eiser (of verzoeker) en wie gedaagde (of verweerder) is.
- Wat houdt het conflict in?
- Wat houdt het geschil in?
- Wat zijn de relevante wettelijke bepalingen?
- Wie is de rechter in eerste aanleg en wat heeft hij beslist?
- Voor welke rechter dient het hoger beroep en wat heeft hij beslist?
- Hoe luidt het cassatiemiddel?
- Wat is de rechtsvraag waarover de Hoge Raad een oordeel geeft?
- Hoe oordeelt de Hoge Raad en hoe steekt zijn motivering in elkaar?
- Welke rechtsregel kun je uit het arrest afleiden?
Formuleren van een rechtsvraag
Een rechtsvraag:
- is normatief (mag/moet/behoort);
- is algemeen (toepasbaar op vergelijkbare gevallen);
- noemt de relevante rechtsregel;
- noemt het in kwestie zijnde onderdeel van de rechtsregel;
- noemt de relevante feiten;
- beantwoording rechtsvraag leidt al dan niet tot een nieuwe rechtsregel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wesleyve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.