Samenvatting Neuro- en revalidatiepsychologie
(In deze samenvatting wordt herhaling zoveel mogelijk vermeden dus eerder genoemde
dingen die terugkomen in een hoofdstuk of artikel worden niet nogmaals genoemd)
College 1
Neuropsychologie: wetenschap die de samenhang tussen het centrale zenuwstelsel en het
gedrag bestudeert. Meestal tegen de achtergrond van hersenletsel. Doelen:
- Theorievorming relatie brein en gedrag
- Ontwikkelen en afnemen van neuropsychologische tests
- Behandeling cognitieve, emotionele, sociale en/ of gedragsmatige gevolgen van
aangeboren en niet=aangeboren hersenletsel
Doelen revalidatiepsycholoog (neuropsycholoog, ontwikkelingspsycholoog, orthopedagoog,
klinisch psycholoog):
- (herstel van) psychisch en sociaal functioneren van mensen met blijvende
lichamelijke of cognitieve beperkingen
- Begeleiding in het revalidatietraject m.b.t. stress/ coping en rouwverwerking.
Van Cranenburgh (1999): hersenbeschadiging (CVA/ trauma) stoornissen/ veranderingen
neurologische (primaire functies) + neuropsychologische (cognitieve functies) +
psychologische (persoonlijkheid en gedrag/ primair en secundair) gevolgen.
,Primaire motorische schors (rode band): ligt in de frontaalkwab
Primaire sensorische schors (blauwe band): ligt in de pariëtaalkwab
Deze representatie geld alleen voor corticale gebieden, beide representeren ongeveer
dezelfde lichaamsdelen. Uitzonderingen:
- Genetalien wel sensorisch maar niet motorisch
- Buikholte wel sensorisch maar niet motorisch
Corticospinale baan/ coricospinal tract (CST)/ tractus coricospinalus/ piramidebaan: de
axonen van centrale motorische neuronen lopen door de hersenen tot de hersenstam en het
ruggenmerg
Cerebrovasculair accident (CVA)/ beroerte:
- Herseninfarct = ischemie (afsluiting van een slagader) kan komen door
artherosclerose (vernauwing van een bloedvat) of trombo-embolische oorzaak
hebben.
- Hersenbloeding = bloeding. Komt minder frequent voor maar consequenties vaak
erger. Vaak bij Arteria cerebri media (ACM).
Vooral bij patiënten met subcorticale CVA vaak langs het traject van de corticospinale baan.
Daar verhoogd risico op ischemie omdat het gelegen is aan het einde van de circulatie.
Na hersenletsel is de prevalentie van depressie (60%) en angststoornis (70%) verhoogd. Bij
angststoornis komt dan Health anxiety vaak voor. Ook PTSS hogere prevalentie.
RPAQ: vragenlijst naar lichamelijke activiteit.
Er moet aandacht gegeven worden aan sub- en objectieve maten. Dit kan de een mate van
ziekte inzicht inschatting geven voor behandelingen.
,Gainotti, G. (2018). Anosognosia, denial of illness and the right hemisphere dominance for
emotions: Some historical and clinical notes. Consciousness and Cognition, 58, 44-50.
(NB overslaan paragraaf 5, 6, 7.)
Anosognosia: gebrek aan ziekte inzicht. Dit kan komen door beschadiging aan specifieke
cognitieve gebieden en het ontwikkelen van psychodynamische mechanismes van
ontkenning.
Volgens Lazarus (1982) is cognitie een vereiste voor een emotionele reactie. Er is volgens
hem eerst een bepaalde hoeveelheid aan informatieverwerking nodig. Emotionele appraisal
is afhankelijk van de persoonlijke betekenis van een gebeurtenis of conditie en van de coping
strategieën die een persoon bezit.
Vanaf 1885 werden er al gevallen beschreven die wij nu anosognosia noemen. Het gebrek
aan ziekte inzicht staat volgens Babinski (1914) los van de ziekte. Hij is tevens de naamgever.
Er zijn verschillende theorieën over anosognosia bij hemiplegie (verlamming) aan de
linkerzijde. Het probleem bij deze theorieën is echter dat deze alleen een verklaring geven
voor anosognosia bij hemiplegie en niet voor de bredere term anosognosia. Een model dat
dit probleem niet heeft is het model van McGlynn and schacter (1989) genaamd DICE
(dissociable interactions and conscious experience) waarin zij stellen dat er een “conscious
awareness system” (CAS) is. CAS heeft een directe connectie met kennis modules en
episodisch geheugen. Alleen wanneer CAS actief is en interacteert met deze modulaire
systemen beleef je het bewust. Dit model is ook consistent met de observatie dat mensen
met meerder gebreken van sommige wel bewust kunnen zijn en andere niet.
Verschillende onderzoeken zijn gedaan naar ontkenning van de ziekte. Soms gaat daaraan
vooraf angst voor de ziekte en in sommige is ook een ontkenning van andere sociale
problemen geobserveerd. Ontkenning kan een heel nuttige coping strategie zijn voor de
korte termijn.
Expliciet en impliciet bewustzijn voor motorische gebreken kunnen gedissocieerd zijn, dit
suggereert aparte onderliggende mechanismes die misschien het multi-factoriale fenomeen
verklaren.
Anosodiaphoria: onverschilligheid ten opzichte van een gebrek/ ziekte. Dit is wellicht een
beschermende coping strategie om patiënten te beschermen tegen neerslachtigheid en
depressie.
Het is nog niet duidelijke of anosognosia een term is voor het gebrek aan bewustzijn door
schade aan een bepaald mechanisme of dat het een paraplu term is voor verschillende
soorten schade aan mechanismes specifiek voor die ziekte/ gebrek.
, Jenkinson P.M. , Preston C. , & Ellis S.J. (2011). Unawareness after stroke: A review and
practical guide to understanding, assessing, and managing anosognosia for hemiplegia.
Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 33(10), 1079–1093.
NB. Overslaan ‘neuroanatomy of anosognosia’ (p. 1082)
Anosognosia is gerelateerd aan slechte rehabilitatie en slechte prognose. Het is een
probleem in de acute rehabilitatie (weigeren van behandelingen) en subacute rehabilitatie
(niet de nodig veiligheidsmaatregelen nemen). Er zijn verschillende gradaties van het niet
bewust zijn van de ziekte.
Dit artikel heeft als doel, de beschikbare onderzoeken te bundelen om zo een duidelijk beeld
te scheppen over anosognosia en een soort handboek te maken voor professionals die met
mensen met een beroerte werken.
Motorisch unawareness kan verschillende vormen hebben. Sommige ontkennen verbaal de
verlamming maar tonen wel gedrag consistent met verlamming. Andere accepteren verbaal
hun verlamming maar tonen inconsistent gedrag.
Incidentie onderzoeken tonen verschillende resultaten (7-77%), dit kan komen door
verschillende methodologische criteria. Verder is er ook een verschil in incidentie tussen vlak
na de beroerte en verder in het proces. Ten slotte is anosognosia frequenter bij rechter
hemisfeer beroertes (in meenemen dat linker hemisfeer beroertes gebreken in taal tot
gevolg hebben wat misschien een corrupt beeld geeft).
In de meeste gevallen is anosognosia tijdelijk tijdens de acute en post acute fase. Er zijn ook
gevallen bekend maanden/ jaren na het ontstaan van het letsel. Verder kan de mate van
anosognosia fluctueren en kan er een verschil tussen impliciet en expliciet bewustzijn zijn in
tijd waarin ze herstellen.
Onderzoek door Vocat en Vluilleumier (2010) suggereert dat het ontstaan van anosognosia is
het resultaat van neurologische en neuropsychologische factoren terwijl het lange termijn
anosognosia het resultaat is van neuropsychologische factoren.
Neglect en anosognosia zijn 2 aparte fenomenen. Ze komen wel vaak samen voor en er zijn
dan ook corticale gebieden betrokken die overlappen.
Een recentere aanpak van anosognosia is gebaseerd op het idee dat de ziekte is veroorzaakt
door een fout in het zelf-monitoren. Motor bewustzijn komt voort uit de samenkoppeling
van verwachte sensorische informatie en daadwerkelijke sensorische informatie. Een fout
hierin wordt alleen opgemerkt als er een groot verschil tussen die twee zit. Verschillende
studies zien het gebrekkig vermogen om een groot verschil tussen intentie en
daadwerkelijke sensorische informatie te detecteren als oorzaak van anosognosia. Waar dit
zich dan bevindt is nog niet duidelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heijden99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.