Deel 1 samengevat:
Hoofdstuk I: De Grondwet: basis van het Belgisch publiekrecht
Hoofdstuk II: De kenmerken van de Belgische staat
Hoofdstuk III: De belangrijkste evoluties sedert 1830
Hoofdstuk VI: De hiërarchie van de rechtsnormen
Deel 1: De algemene beginselen van het Belgisch publieksrecht
Hoofdstuk I: De grondwet: basis van het Belgisch publiekrecht
A. Het ontstaan van België
Tussen 1815 en 1830 behoorde België tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, met
koning Willem I als staatshoofd.
Willem stuitte op veel kritiek:
De katholieken waren het niet eens met de inmenging van de koning en de
godsdienst
VB. de benoeming van de bisschoppen.
De liberalen verzetten zich tegen het verplicht gebruik van het Nederlands in de
administratie en de scholen.
In 1830 barstte uiteindelijk de rellen los. De rellen groeide binnen een paar maanden uit tot
een echte revolutie: de Belgische Ontwenteling.
De revolutionairen namen de macht over en vormden een voorlopige Belgische regering. Op
4 oktober 1830 riep deze de onafhankelijk van België uit. Ze beslisten om:
Een grondwet op te stellen.
Een parlement te verkiezen.
Het parlement, het Nationaal Congres, werd op 10 november 1830 geïnstalleerd.
Op 7 februari 1831 werd de Belgische Grondwet afgekondigd.
B. Een Grondwet, wat is dat eigenlijk?
Verschillende personen beslissen samen een vereniging te stichten en leggen schriftelijke en
mondelinge regels af om de vereniging optimaal te laten lopen. De oprichters leggen niet
alles op voorhand af. Enkel de belangrijkste beginselen werden besproken. De grondwet
bepaalt in grote lijnen hoe de staat bestuurd wordt.
VB. het parlement, de regering, …
De grondwet bepaalt:
Wie bevoegd is om wetten te maken
Wie bevoegd is om wetten uit te voeren.
Welke rechten een burger kan laten gelden ten aanzien van de overheid.
VB. het recht op briefgeheim
De grondwet legt de hoofdlijnen van de staatsstructuur vast in rechtsregels. Rechtsregels
zijn normen die juridisch afdwingbaar zijn.
De grondwet kan niet gewijzigd worden, tenzij er specifieke, strenge proceduregels worden
nageleefd.
, Hoofdstuk II: De kenmerken van de Belgische staat
De grondwet, die werd opgesteld in 1831, was een idee van het Nationaal Congres. De
leden hiervan moesten fundamentele keuzes maken over de organisatie van de nieuwe staat
België.
A. De scheiding der machten
In 1748 schreef de Franse filosoof Montesquieu in ‘l’esprit des lois’ dat iedereen die macht
heeft geneigd is die te misbruiken. Daarom vond hij dat de macht verdeeld moest worden
onder 3 bevoegdheden: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke
macht.
De wetgevende macht:
Is bevoegd om de wetten te maken en de uitvoerende macht te controleren.
Het wordt uitgeoefend door het parlement en de koning.
De uitvoerende macht:
Is bevoegd om de wetten uit te voeren en het land besturen.
Het wordt uitgeoefend door de koning en zijn regering van ministers en
staatssecretarissen.
De rechterlijke macht:
Kan uitspraak doen over geschillen.
Het wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken.
De scheiding der machten wordt ook toegepast op niveau van de gemeenschappen en de
gewesten.
B. België is een monarchie
Het Nationaal Congres mest bepalen of België een republiek of een monarchie moest
worden.
Een republiek:
Aan het hoofd staat een president.
Een president moet verkozen worden.
Een monarchie:
Aan het hoofd staat een koning.
Een koninklijke functie gaat over door erfopvolging.
Er werd unaniem gekozen voor een monarchie, met een koning als staatshoofd:
Een koning heeft slecht een beperkte persoonlijke macht. Hij mag alleen luisteren,
adviseren en de regering aansporen.
Een koning is onbekwaam en onverantwoordelijk. Hij kan dus alleen zijn
bevoegdheden uitoefenen in samenspraak met de ministers.
Via het eerstgeboorterecht wordt een koning benoemd. Eerst konden de vrouwelijke
nakomelingen geen koning worden. Door discriminatie tussen man en vrouw werd
hier een einde aan gemaakt. Dit was een wijziging van de grondwet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller runebemong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.