Pedagogiek themalijn 1.4
Toets stof les 1
Het toezicht, in het bijzonder op het godsdienstonderwijs, was ook in de 18 e eeuw aan de predikanten
toevertrouwd. Dat zowel de burgerlijke als de kerkelijke autoriteiten in hun plichten ten opzichte van de scholen te
kort schoten, blijkt wel uit de achteruitgang van het onderwijs in de loop van de 18 e eeuw.
1806 eerste onderwijswet. Hierdoor ontstond er in Nederland de volgende ontwikkeling: afschaffing van de
gezindteschool en oprichting van scholen waar voor ieder toegankelijk onderwijs werd gegeven (zowel openbaar
als christelijk).
Matressenschooltjes
Tot de 19e eeuw waren er verschillende kleinkinderscholen/matressenscholen. Matres = schooljuf. Amsterdam
alleen had al 378 matressen-schooltjes. Schooljuffen niet opgeleid voor het werken met kinderen. Het leek
daarom meer op een bewaarplaats waar kinderen werden gedropt.
Deze schooltjes werden bezocht door kinderen van 3-5 jaar. De scholen werden geleid door vrouwen, zij waren
vaak op leeftijd, en konden op geen andere wijze in hun levensonderhoud voorzien.
Lees- en schrijfscholen.
Deze scholen werden ook wel Hollandse scholen genoemd. Het waren lagere scholen, waar het onderwijs in
lezen, schrijfen en wat rekene werd gegeven. Hier was er nog geen scheiding van school en kerk, dus werd de
school betaald door de gemeente. Gewoonlijk waren de kinderen in drie groepen verdeeld:
Een leesklas: de jongste leerlingen die alleen leerden lezen.
De lees- en schrijfklas.
De lees-, schrijf- en rekenklas.
Ouders betaalden schoolgeld. Voorbeeld: een situatie in Zevenaar (1793). Daar stelde de kerkenraad het
volgende tarief vast: voor een kind dat alleen leerde spellen en lezen, moesten drie Hollandse stuivers betaald
worden. Voor een kind dat leren lezen en schrijven moesten vier Hollandse stuivers betaald worden. Voor een
kind dat daarnaast ook leerde rekenen, zes Hollandse stuivers.
De taak van de schoolmeester was beperkt. Naast lezen en schrijven moest hij de jeugd de Bijbelse
Geschiedenis, het Onze Vader, de Tien Geboden en onderdelen van de Heidelbergse catechismus bijbrengen. Er
werd geschreven met inkt en ganzenpen. Dat betekende voor ouders een extra uitgave: het schoolgeld werd
hoger, omdat de meester de inkt, het papier en het versnijden van de pennen vergoed moest krijgen. Kinderen
zaten aan tafels op rechte banken zonder leuning of ze zaten op de grond. Elk kind leerde voor zichzelf en in zijn
eigen tempo en dat gebeurde hardop. Klassen waren groot. Orde streng. Lokaliteiten waren donker en somber en
slecht verzorgd; ’s winters moesten de kinderen elke dag turven meebrengen. De plak en de bullenpees werden
in deze tijd nog ijverig gehanteerd.
Franse scholen
De Franse scholen waren bestemd voor de kinderen van de betere stand. Behalve lezen, schrijven en rekenen
werden er ook Frans en boekhouden onderwezen. Het was een voorbereiding op de Latijnse school.
De eerste bewaarscholen
Naast de matressenscholen ontstonden rond 1840 in Zwolle, Rotterdam en Groningen reeds bewaarscholen,
terwijl in Zwolle en in Rotterdam (1836) de eerste ‘Vormscholen tot opleiding van bewaarschoolhouderessen’
werden opgericht. De bewaarscholen werden naar het voorbeeld van de scholen voor lager onderwijs gebouwd
en ingedeeld. Klassikaal onderwijs en ‘leren’ stond voorop.
Fröbel (Elise van Calcar in NL gepropageerd) zijn methode heeft veel invloed op bewaarscholen gehad. Over zijn
ideeën over opvoeding en ontwikkeling had men geen notie.
in Leiden werd een Kweekschool opgericht. Hier probeerde men zich van het begin af aan vertrouwd te maken
met Fröbel zijn ideeën.
Onderwijs in de eerste helft van de 19e eeuw in Nederland
De 19e eeuw was een belangrijke eeuw voor de ontwikkeling van onderwijs en opvoeding. Nu willen we onze blik
richten op nationale onderwijswetgeving en op de praktijk van het onderwijs in eigen land gedurende de 19 e eeuw.
Het klaslokaal voor 1800: individueel onderwijs
De schoolhuizen waren berucht en werden zelfs vergeleken met varkens- of schapenhokken. Ze waren te donker,
te klein en het tochtte er. Uit de diverse voorstellingen blijkt dat de schoolmeestersstoel inclusief de bijbehorende
tafel een centrale plaats inneemt. Onderwijs is individueel/hoofdelijk. Leerlingen worden omstebeurt bij
schoolmeester geroepen om hun lessen op te zeggen/schrijfwerk te laten zien. Er was geen sprake van
gelijktijdige instructie aan alle leerlingen.
Leerlingen hadden een houten schooltas. Het was mogelijk om deze tas als tafeltje te gebruiken om te schrijven.
Het klaslokaal was een soort schoolvertrek, waar de oudere leerlingen achter willekeurig over de ruimte
verspreide tafels zaten waarop zij hun schrijfwerk konden doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller casperlous. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.