GENEESMIDDELEN EN DE NIER ...................................................................................................................... 38
VOORSCHRIJFPRINCIPES.................................................................................................................................... 38
MONITORING .................................................................................................................................................... 38
Het ultrafiltraat (voorurine) bevat plasmawater, mineralen, elektrolyten en kleinere eiwitten.
Grote eiwitten (albumine) en RBCs passeren de glomeruli in normale omstandigheden niet.
Anamnese & Klinisch Onderzoek
• Voorgeschiedenis
o Proteïnurie: eerste signaal nierschade
o Nierstenen: recidiverend leidend tot nierschade (evt. metabole stoornissen)
o Bestraling: late schade (vnl. aan bloedvaten)
o Contrast: nefrotoxiciteit
o Familiaal: vg van erfelijke aandoeningen
o Doofheid: Alport syndroom (mutatie collageen type IV)
• Anamnese
o Mictieklachten: mogelijks prostaathypertrofie
o Kolieken: mogelijks nierstenen
o Urineaspect: schuimend bij proteïnurie, roze bij hematurie
o Gewrichtsklachten, huidafwijkingen: mogelijks systeemziekte (SLE, vasculitis)
o Geneesmiddelen: nefrotoxiciteit
o Cardiovasculaire klachten: vasculaire oorzaak van NI
• Klinisch Onderzoek
o Bloeddruk: staande bloeddrukdaling is teken van hypovolemie, past bij prerenale NI
o Palpabele nieren: mogelijks polycystische nieren
o Souffles: mogelijks a. renalis stenose
o Exantheem: resultaat allergische reactie met mogelijks tubulo-interstitiële nefritis
o Purpura: resultaat van vasculitis en trombopenie
o Artritis: vaak bij systeemziekten
o Livedo: bij cholesterolembolie of APS
o Blue toe: bij cholesterolembolie
• Labo
o eGFR: ureum en creatinine
o Elektrolytenstoornissen: Na, K, HCO3, Cl
o Metabole situatie: Ca, PO4, albumine, Hb
• Urine
o Proteïnurie
o Hematurie
o Sediment
o pH
Younes Staepels 3
, Glomerulaire Syndromen
• Nefrotisch syndroom
Ziektebeeld gekenmerkt door lekkage van eiwitten (> 3,5 g/dag) doorheen de
glomeruli door aantasting van het glomerulair basaalmembraan.
We zien een forse proteïnurie die aanleiding geeft tot hypoalbuminemie. Hierdoor
kunnen stollingsstoornissen ontstaan die het risico trombo-embolie verhogen.
Daarnaast zien we tubulaire dysfunctie door een verhoogde tubulaire reabsorptie van
proteïnen (toxisch).
Door het tekort aan albumine in het bloed zal water uit de bloedvaten migreren naar
de omliggende weefsels waardoor oedeem ontstaat. Periorbitaal oedeem is typisch.
Door deze hypovolemie zien we secundair natrium- en waterretentie die aanleiding
geeft tot hypertensie.
Secundair zal een hyperlipidemie optreden door verhoogde productie van
lipoproteïnen in de lever.
Extrarenaal kunnen infecties optreden (door Ig-daling) en is er een verhoogde kans
op artritis.
• Nefritis syndroom
Ziektebeeld gekenmerkt door ontstekingsprocessen in de glomeruli met acute daling
van de GFR, hematurie, proteïnurie en hypertensie door water- en natriumretentie.
Glomerulaire Filtratiesnelheid (GFR)
Factoren die de GFR bepalen:
• Aantal functionele nefronen
• Plasmastroom
• Filtratieoppervlak
• Glomerulaire permeabiliteit
• Hydrostatische en colloïd osmotische druk
De lichaamsgrootte bepaalt dus mee de GFR. Daarom wordt voor de GFR meestal een
correctie uitgevoerd voor het lichaamsoppervlak.
Bij verlies van nefronen zullen de overgebleven functionele eenheden het verlies
compenseren door hyperfiltratie. Pas wanneer hun reservecapaciteit overschreden wordt, zal
dit resulteren in een daling van de GFR. Een verlies van nefronen zal dus initieel niet meteen
worden gemerkt. Een daling van de GFR wijst dus in veel gevallen al op ernstige schade.
Om de GFR te meten, maken we best gebruik van een ‘ideale filtratiemerker’. Deze merker
heeft best een constante plasmaconcentratie, bindt niet aan albumine en wordt niet
gesecreteerd of gereabsorbeerd. Voor een dergelijke stof is de GFR gelijk aan de klaring.
Formule: GFR = (U x V) / P (delen door 1440 voor uur naar minuut)
Met U = urineconcentratie in mg/dl
Met V = urinair volume in ml/min
Met P = plasmaconcentratie in mg/dl
Younes Staepels 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller younesstaepels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.