Hoorcollege 1: Introductie / abnormaal gedrag 10 november 2020
Geschiedenis KP: Lightner Whitmer startte in 1896 de eerste psychologische kliniek en is
daarmee de eerste klinische psycholoog. In 1905 komt Alfred Binet met de eerste
intelligentietest. het ging toen meer om kennis toe te passen en niet alleen te ontwikkelen.
In eerste instantie was de rol van de KP vooral diagnostiek (behandelen werd gedaan door
psychiaters). na de WOI hadden veel mannen last van Shell Shock (PTSS) in 1940
komt de sectie klinische psychologie binnen de APA (belangrijk keerpunt).
- In WOII was er wel een behandeling voor shell shock maar hier was de vraag zo
groot, dat psychologen mochten gaan helpen met de behandeling.
Na de WOII wordt het boulder model geintroduceerd. Dat is een combinatie van onderzoek
en praktijk. ervaring opdoen in de praktijk EN academisch kunnen denken.
Vail model = praktijkgericht werken en op basis daarvan onderzoeksvragen opstellen voor
de wetenschap. – dus hier is er vooral de nadruk op de praktijk.
In 1966 komt er een start met de registratie van klinische psychologen en in 70&80 wordt de
psychotherapie steeds belangrijker dan diagnostiek.
In 1992 komt de BIG; die regels de titelbescherming.
Klinische psychologie gaat over mentale & gedragsstoornissen. maar wat zijn dat dan?
– dat gaat over abnormaliteit (maar in het Nederlands is dat eigenlijk een gekke vertaling).
Maar wat is dan abnormaal? zie hiervoor de 7 aspecten uit de samenvatting.
- Als een gedragsstoornis abnormaal is, dan zijn er dus 4 opties.
o Gedragsstoornis = abnormaal
o Geen gedragsstoornis = niet abnormaal
o Maar wat als er nu gedragsstoornis is, maar dit niet abnormaal is OF wat als
er abnormaal gedrag is, maar dit geen stoornis is, wat dan?
De 7 betekenissen van abnormaal volgens van de Molen & eigenlijk aantonen dat het niet
waterdicht is.
1. Sociaal disfunctioneel bijv. een psychose is zowel een gedragsstoornis als een
sociale disfunctie (abnormaliteit).
a. Maar OCD is wel een stoornis, maar hoeft niet sociaal disfunctioneel te zijn…
b. En verlegenheid kan sociaal disfunctioneel (dus abnormaal) zijn, maar hoeft
geen stoornis te zijn.
2. Irrationeel bijv. anorexia of schizofrenie is irrationeel en een stoornis.
a. Maar PTSS is wel een stoornis, maar het is niet irrationeel/onbegrijpelijk.
b. Het dragen van een boerak, is misschien irrationeel, maar is geen
gedragsstoorins
3. Onvoorspelbaar bijv. borderline is zowel een gedragsstoornis als onvoorspelbaar
(dus abnormaal)
a. Maar autisme of dwang is wel een stoornis, maar is juist NIET onvoorspelbaar
(dus dan niet abnormaal)
b. Rouw of bijv. de puberteit kan wel onvoorspelbaar zijn, maar hoeft niet per se
een stoornis te zijn.
4. Opvallend / onconventioneel bijv. manie is opvallend & een stoornis
a. Een depressie / sociale fobie is wel een stoornis, maar niet per se opvallend.
b. Extreme kleding dragen is wel opvallend, maar geen stoornis.
, 5. Ongemakkelijk gevoel buitenstaander autisme kan iemand een ongemakkelijk
gevoel geven en is een stoornis.
a. Een specifieke fobie is wel een stoornis, maar geeft niemand een
ongemakkelijk gevoel.
b. Een zweetlucht geeft een ongemakkelijk gevoel maar is geen stoornis.
6. Immoreel psychopathie of pedofiel gedrag is een stoornis en het is behoorlijk
immoreel
a. Enkelvoudige fobie is wel een gedragsstoornis maar niet per se immoreel
b. Pesten is wel immoreel maar geen gedragsstoornis.
7. Persoonlijk lijden
Conclusie: abnormaliteit is eigenlijk een slecht criterium.
Maar, persoonlijk lijden is een lastigere… een depressie of angststoornis is een stoornis
& persoonlijk lijden.
- Het is lastig om een stoornis te verzinnen die géén persoonlijk lijden teweeg brengt.
- Dit is eigenlijk een tricky vraag, want volgens de DSM-5 is iets pas een stoornis, als
het past bij persoonlijk lijden.
Wakefiels heeft het over harmful dysfunction om te kunnen spreken over een mentale
stoornis. Deze disfuncties kun je vinden op gebieden als:
Cognitie: waarneming, aandacht, bewustzijn etc.
Affectief: emotie, stemming, regulatie van affect
Conatief: motorisch gedrag
Binnen de klinische psychologie moet er dus oog zijn voor
de “harm” (het lijden) & “disfunction” om te kunnen
spreken van pathologie / gedragsstoornis.
Er ligt een misverstand op de loer:
De psychiatrische stoornis (bv. Depressie) vaak gezien als onderliggende dysfunctie.
De symptomen is dan de harm
De stoornis (disfunctie) zou dan de oorzaak zijn van de symptomen.
o DIT IS ONZIN
Dus… ik doe zo, want ik heb een depressie. Het is niet de oorzaak van je problemen. Je zegt
ook niet: “Nederland is de oorzaak van 12 provincies”.
- Een depressie bestaat uit de symptomen.
Hoe kom je dan aan clusters van symptomen als er geen stoornis aan ten grondslag ligt?
Er is een onderliggende oorzaak wat niet de stoornis is. (bijv. de stress die iemand al
langere tijd ervaart). De oorzaak van je depressieve stemming zou dus ook kunnen
liggen in je extreme stress.
o Dit is dan weer van invloed op zijn self-approach & hier kan je moeilijker van
slapen & dan wordt je extreem moe. = symptoom relatie (het is eigenlijk een
soort netwerk wat elkaar beïnvloedt)
Je hebt de depressie dus niet nodig om een cluster van symptomen te krijgen en deze
clusters noem je dan bijv. een major depressie.
, In de psychiatrie zijn er ook symptomen die elkaar beïnvloeden en dus een soort systemen
vormen. Deze symtomen krijgen dan dus een naampje & dit is de stoornis. Je hebt dus niet
eerst de stoornis nodig voor de symptomen.
- De depressie is geen oorzaak van symptomen
- ADHD is geen oorzaak van druk gedrag
- Dyslexie is niet de oorzaak van leesproblemen
Disfuncties zijn NIET de onderliggende stoornissen – disfuncties zijn het gevolg van
causale relaties in het netwerk.
Hoorcollege 2: Nut en noodzaak van een theorie 17 november 2020
Bij diagnostiek geldt de kennis als het ware als een soort zoeklicht. Je hebt een theorie nodig
om te bepalen wat relevant is en om iets te observeren.
“Je ziet het pas, als je het snapt”. – Johan Cruiff.
Gedachten over feiten = theorie.
Meta theorie is een theorie over de theorie wat is een goede theorie? Wat is een
wetenschappelijke verklaring? ; onderwerp over kennisleer & wetenschapsfilosofie.
- Het wijst op de mogelijkheden en grenzen van de wetenschap.
- Het helpt bij het herkennen van ‘pseudo-wetenschap’
- Relatie over levensbeschouwing & wetenschap
- Het geeft een scherp oog voor alternative facts = alternatieven feiten
Wetenschap gaat niet over normen, het gaat er over hoe de wereld in elkaar zit, maar niet
over hoe de wereld in elkaar zou MOETEN zitten.
Wat is het doel van de wetenschap?
- We moeten / willen begrjipen wat we waarnemen
Hoe komt begrip tot stand?
- Beschrijving alleen is onvoldoende het geeft een antwoord op de vraag wat is er
aan de hand? Maar niet op de waarom.
o Begrip vereist een verklaring: je wilt een antwoord op die waarom vraag.
Theorie = algemene wetmatigheden en hypothesen over waarnemingen.
- Verklaring: logisch “onderbrengen” van speciale waarneming bij een algemene
wetmatigheid.
Alle mensen zijn sterfelijke – socrates is een mens – dus: socrates is sterfelijk.
Elke verklaring leidt ook wel weer tot nieuwe vragen.
De wetenschappelijke verklaringen leiden tot begrip EN het geeft een voorspelling. Daarbij
levert het de mogelijkheid om in te grijpen. als je wilt dat koper uitzet, moet je het bijv.
verhitten.
Het kan wel snel mis gaan met het redeneren en dit kan leiden tot drogredeneringen :
Anorexia patienten zijn sprietmager – Anneke is sprietmager – dus Anneke lijdt aan
anorexia dit natuurlijk fout en heet een ex consequentia argument
Farmacologische verhoging van serotonine vermindert depressie DUS depressie
wordt veroorzaakt door een serotonine tekort. dit is ook fout want als je het stelt
als: paracetamol vermindert hoofdpijn, dus hoofdpijn wordt veroorzaakt door een te
kort aan paracetamol klopt het ook niet = ex juvantibus argument
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vdb99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.