Affix = aanvoegsel, functionele informatie die aan het begin of het eind van een
woord vastgeplakt zit
Degradatie = verplaatsing naar achteren
Functioneel = grammaticaal
Gemarkeerd = voor volgorde is bepaalde context nodig
Glosse = letterlijke vertaling van het oorspronkelijke voorbeeld
Grammaticaliteitsoordelen = Zij vinden bijv. een bepaalde vervanging of verplaatsing
mogelijk/onmogelijk, gegevens taalwetenschap
Inbedding = zinnen die in een andere zin zitten
Lexicaal = gewone vertaling (of parafrase) van de woorden van oorspronkelijke taal
Lexicon = woordenschat, woordenlijst die alle sprekers gemeen hebben
Neutrale volgorde = SVO, SOV, OSV
Paradigma = rijtje
Persoon = 1e (ik/wij), 2e (jij/jullie), 3e (hij/het)
Prefix = voorvoegsel, wordt aan het begin van het woord toegevoegd
Prescriptief = grammatica die voorschrijft hoe de auteurs menen dat je moet praten
Promotie = woordgroep wordt voorop geplaatst, vooraan zin gezet
(sub)standaard = (afwijkend van) algemeen beschaafd
Structuurafhankelijk = regels van syntaxis van alle talen maken gebruik van structuur
Suffix = achtervoegsel, worden aan het eind van een woord vastgeplakt
Syntaxis = zinsbouw, manier waarop woorden samen woordgroepen/zinnen vormen
Taaldiversiteit = hele scala van constructies en kenmerken
Typologisch = taal die voor bepaalde kenmerken tot hetzelfde type behoort, bijv.
omdat hij dezelfde woordvolgorde heeft
Universeel = dat ze voor alle talen gelden
, Hoofdstuk 2
Woordklassen
Adjectief (A) = beschrijft een kwaliteit van een naamwoord waar het bij hoort
Adverbium = bijwoorden, modificeren adjectieven, andere adverbia en werkwoorden
Naamwoord (N) = de naam voor een persoon, plaats, of ding
Prepositie (P) = voorzetsel
- Adpositie = preposities en postposities (bijzetsel)
- Circumpositie = omzetsels, waar de preposities tussen en voor gecombineerd
zijn met de postposities door en langs
- Postpositie = achterzetsels
Werkwoord (V) = drukt een handeling, proces, of toestand uit
Functionele kenmerken
Actief/passief (voice) = transitieve zinnen met en subject en object -> object wordt
gepromoveerd, subject wordt gedegradeerd
Agreement = congruentie, overeenstemming met bepaalde kenmerken van het
naamwoord
Aspect = geeft aan hoe de handeling gezien wordt in relatie tot het verloop van de
tijd, handeling is afgesloten (perfectief) of duurt nog voort (progressief)
Definiet = bepaalde lidwoorden, de/het, (indefiniet = een)
Geslacht = man/vrouw, zijdig/onzijdig
Getal = enkelvoud (SG), meervoud (PL)
Graad = woordjes uit die mate of graad aangeven waarin iets bijv. belangrijk, laat, of
brutaal is (erg, te, nogal)
Modus = wijze; mogelijkheid, waarschijnlijkheid, zekerheid
- Conjunctief = speciale werkwoordsvorm hebben voor hypothetische
gebeurtenissen, toestand die niet werkelijk bestaat (zou zijn)
- Indicatief = feitelijke gebeurtenis
Naamval = vorm van naamwoordgroep (of van een persoonlijk voornaamwoord)
veranderingen ondergaat in overeenstemming met zijn grammaticale functie
Tijd = tegenwoordige (PRES), verleden (PAST) en toekomende tijd (FUT)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvandermolen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.