100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in de pedagogiek H1,2,3 en 5, Levensfasen H7 t/m 10 $4.81   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in de pedagogiek H1,2,3 en 5, Levensfasen H7 t/m 10

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting van Mens en gedrag 2 zijn twee boeken gedeeltelijk samengevat. Het eerste deel is uit het boek inleiding in de pedagogiek van Annemarie Becker (3e druk). Hiervan zijn de hoofdstukken 1,2,3 & 5 samengevat. Het tweede deel van de samenvatting is uit het boek levensfasen van Tiel...

[Show more]

Preview 4 out of 37  pages

  • No
  • Hoofstuk 7 t/m 10
  • January 25, 2021
  • 37
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Mens en Gedrag 2 samenvatting
Hoofdstuk 1 (1.2 t/m 1.5)
1.2 beschrijving van het begrip pedagogiek
Pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding van kinderen en jeugdigen van 0 tot 18 jaar. De term
pedagogiek betekend kinderleiding. Andere woorden voor pedagogiek zijn hier onderstaand, maar
toch verschillen deze van elkaar:

1. Opvoedkunde  richt zich op de vaardigheden van de opvoeder
2. Opvoedingsleer  richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden
3. Opvoedingswetenschap  richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en methoden
met betrekking tot opvoeden

Pedagogiek is een opvoedingswetenschap met eigen theorieën en methoden. Maar gebruikt ook
theoretische gegevens van andere wetenschappen, zoals van de psychologische, sociologische,
filosofische, theologische (levensbeschouwing) en andragogische wetenschappen (deze worden door
pedagogen ook wel hulpwetenschappen genoemd). De definitie van opvoeding volgend Kuipers,
Langeveld, Malschaert en Traas en Rispens is:

Opvoeding is alle omgang tussen ouder en kind waarbij gericht een relatie wordt aangegaan. In deze
omgang biedt de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen,
instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing komen en over het
nodige zelfvertrouwen en de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid beschikken om richting te
geven aan zijn verdere leven.

Naar aanleiding van deze definitie kan iemand van opvoeden spreken als de volgende punten
aanwezig zijn:

 Er is sprake van wederzijds respect tussen ouder en kind
 Het kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt zich
geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder.
 Het kind wordt door de ouder uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te
experimenten met nieuwe dingen, waardoor hij vertrouwen krijgt in zijn omgeving.

1.3 De vier basisdimensies van opvoeden
De 4 basisdimensies zijn met elkaar verbonden en kunnen niet afzonderlijk worden toegepast. Deze
dimensies zijn beschreven door Rispens, Hermanns en Meeus, die onderzoek hebben gedaan naar
opvoeding in Nederland. Het toepassen van deze dimensies in de opvoeding maakt het voor
iedereen gemakkelijker om, eenmaal volwassen, adequaat om te gaan met eisen die dan aan je
worden gesteld.

Wat ouders doen als ze een kind (0-18 jr.) opvoeden, kan worden opgesplitst in 4 basishandelingen:

1. Ondersteuning bieden: Alle vormen van ondersteuning leiden tot een emotioneel goed
gevoel bij het kind. Als het kind ondersteuning van de ouder ervaart, zal de wereld om zich
heen met vertrouwen tegemoet treden. Het kind ervaart ondersteuning door de emotionele
betrokkenheid, ‘warmte’ en affectie van de ouder te voelen. Warmte en affectie duiden op
de emotionele beschikbaarheid van de ouder.
Nauw verwant aan het warmteaspect is responsiviteit, dat de mate van adequaat reageren
van de ouder op de signalen van het kind aanduidt. Aan responsiviteit gaat sensitiviteit aan
vooraf, dat gevoelig zijn inhoudt voor de signalen die het kind afgeeft ten aanzien van zijn

, behoeften en gevoelens. Deze 2 begrippen kunnen bijdragen aan een positieve ontwikkeling
ban het kind, doordat het aanvoelt dat het door de signalen die het uitzendt een bepaalde
invloed kan uitoefenen op de buitenwereld (bij het jonge kind is dat de ouder). De
ondersteuning kan zichtbaar gemaakt worden in de vorm van straffen en belonen.
Een beloning kan bestaan uit een knuffel, kusje, opgestoken duim etc. Een beloning kan
vanuit operante conditionering als een bekrachtiger worden gezien en zorgt ervoor dat het
kind het gewenste gedrag vaker laat zien.
Een straf wordt ter ondersteuning van het gewenste gedrag opgelegd. Straffen vereist wel
consequent gedrag van de ouder. Het is raadzaam om de opgelegde straf altijd met het kind
na te bespreken, om de bedoeling ervan uit te leggen, anders zal het straffen zijn doel
voorbijschieten.
Ook kan de ouder ervoor kiezen om het gedrag van het kind te negeren, hierdoor zal het kind
vanzelf stoppen met het vertonen van het gedrag.

2.Instructie geven: Instructie geven houdt in duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van
iets is en welk gedrag verwacht wordt. Het kind zal door de instructies die het van de ouder
krijgt, steeds beter instaat zijn zelf beslissingen te nemen en zelfstandig door het leven te gaan.
De zelfstandigheden en de zelfredzaamheid worden bevorderd als de ouder op tijd weet in te
spelen op de behoeften en signalen van het kind. Naarmate het kind zich meer ontwikkelt heeft
die minder behoefte aan instructies maar neemt die meer zelf initiatieven. Als kinderen
overladen worden met instructies van de ouder kan het volgende gebeuren:

* het kind zal geen eigen initiatieven durven ontplooien.
* het kind zal te veel bezig zijn met wat de ouder zal denken van de acties die het van plan is te
ondernemen, waardoor het niet durft te handelen.

3. Controle uitoefenen: er zijn 2 vormen van controle uitoefenen:

* autoritaire controle of restrictieve controle  Dekovic omschrijft dit als het opvoedgedrag
waarbij de ouder de druk uitoefent op het kind om correct gedrag te vertonen. Macht en gezag
van de ouder t.o.v. het kind spelen een centrale rol, hiermee dwingen ze gedrag af. De eigen
behoeften van het kind worden onderschikt gemaakt aan die van de ouder. Door de strenge
regels worden volgens Ten Haaf de bewegingsvrijheid en de autonomie van het kind ondermijnd.
Er is hier geen sprake van gelijkwaardigheid tussen ouder en kind. Deze vorm heeft een
negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Naarmate het kind ouder wordt, kunnen er
meer conflicten met ouder ontstaan. Er wordt veel gestraft en er zijn veel conflicten.

* autoritatieve controle  Gerrits, Dekovic, Groenendaal en Noom omschrijven dit als
gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en eisen worden gesteld
aan zijn zelfstandigheid. De ouder geeft het kind informatie, instructie, suggesties en
aanwijzingen voor het gewenste gedrag. Er wordt daardoor altijd een conflict vermeden. Het
kind wordt sterk aangemoedigd en ondersteund door de ouder om zijn eigen handelen te
onderzoeken en er verantwoordelijkheid voor te nemen. Deze controle biedt de ouder de
mogelijkheid ongewenst gedrag te straffen (maar geeft daarbij wel een verklaring) en gewenst
gedrag te belonen. Deze controle heeft een positief effect op het kind, omdat deze vorm van
controle het kind in staat stelt om zelf zijn weg te vinden in de richting van rijp gedrag. Het kind
gaat dan steeds meer zelfstandig acties ondernemen. Als er wordt gestraft wordt dit verklaart en
er worden conflicten vermeden doordat de verwachtingen van het kind worden uitgesproken.

, 4. Grenzen stellen: dit heeft te maken met de wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont
om gewenst gedrag aan te leren. Pavlov en Skinner gaan ervan uit dat alle gedrag is aangeleerd
en dus ook weer kan worden afgeleerd. Gedragsverandering vindt plaats door middel van
beïnvloeding. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van straffen en belonen. Het stellen van
grenzen vereist consequent gedrag. Ook moet de ouder respect tonen voor de autonomie van
het kind en de gelegenheid bieden om zich op zijn eigen wijzen te ontwikkelen. Het kind leert
door grenzen stellen het volgende:

* voelt zich serieus genomen en voelt de liefde en betrokkenheid.
* hiermee leert het kind gedrag af te stemmen op een situatie en rekening houden met een
ander.
* het kind leert omgaan met waarden en normen.
* het kind leert ook maatschappelijke eisen.
* het kind leert verantwoordelijkheid nemen en dragen voor zijn daden.

Alle 4 de dimensies zijn met elkaar verbonden zie onderstaand:




1.4 Pedagogische opvoedingsdoelen
Malschaert en Traas stellen dat opvoedgedrag van de ouder erop gericht is om het kind te helpen
zichzelf te ontplooien, zijn mogelijkheden en kwaliteiten te ontwikkelen. Het toepassen van
opvoedingsdoelen nomen Malschaert en Traas een kenmerk van de opvoeding dat valt onder
intentioneel opvoedgedrag. De ouder is erop gericht bewuste of onbewust doelstellingen te
bereiken bij het kind. Kuipers noemt 3 algemene opvoedingsdoelen:

1. Zelfstandigheid (individu): het kind is in staat om zelf keuzes te maken, daarbij hoort het
recht op een eigen leven en uitvinden wat van belang is.
2. Zelfredzaamheid (samenleving): het kind is in staat keuzes te maken en deze te
verantwoorden, mondigheid en verantwoordelijkheid worden hier gestimuleerd.
3. Zelfvertrouwen (toekomst): het kind kan een bijdrage leveren aan de toekomst en is in staat
om technische en praktische problemen op te lossen.

, De ouder probeert deze doelen te behalen door het kind te stimuleren zelf oplossingen voor zijn
vraagstukken te bedenken. De 3 opvoedingsdoelen versterken elkaar: naarmate een kind meer zelf
kan en mag doen, wordt het zelfstandiger, krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer.
Als het kind geleerd wordt om zelfstandig oplossingen te zoeken voor vraagstukken, zal dit het
zelfredzaamheid vergroten. Het kind is ook in staat om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en toe
te passen waar nodig. Naast de 3 algemene opvoedingsdoelen zijn er ook andere, meer specifieke
doelen die de ouder nastreeft, die zijn wel afhankelijk van de opvattingen van de ouder en diens
normen en waarden.

1.5 Opvoeden als een circulair proces
Opvoeding is een circulair proces, er is sprake van actie en reactie in de omgang tussen ouder en
kind. Op een reactie kan een tegenreactie worden gegeven waardoor er sprake is van interactie. Als
opvoedend handelen van de ouder gericht is op een positieve benadering van het kind voorkomen
dat beide partijen in een vicieuze cirkel terecht komen. Opvoeden heeft nooit een constant karakter:
wat op het ene moment werkt, hoeft op een ander oment misschien niet te werken. Ieder kind heeft
een andere aanpak nodig. De term uniciteit verwijst naar het feit dat ieder mens anders is en dus
andere karaktereigenschappen heeft. Volgens het circulaire proces geeft de ouder aan de hand van
de 4 basisprincipes een prikkel en het kind reageert daarop. Het kind interpreteert iedere boodschap
op zijn manier. Volgens Stewart en Vann zorgen de gevoelens die het kind ervaart bij de boodschap
van de ouder voor de aard van zijn reactie daarop. Het gaat hier om een voortdurende wisselwerking
tussen beide partijen. Het gedrag van het kind blijkt te zijn gekoppeld aan het opvoedgedrag van de
ouder. Hieronder de rode draad van het opvoedproces:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cheyennekuijper. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81
  • (0)
  Add to cart