Inleiding Criminologie Samenvatting
HOOFDSTUK 1 – CRIMINOLOGIE: EEN TERREINVERKENNING
Neerwaartse vergelijking: de aantrekkelijkheid van criminele horrorverhalen berust op
het aangename gevoel dat men er zelf beter aan toe is dan het slachtoffer →
verklaart de grote populariteit van misdrijven en rechtszaken.
Durkheim (1858-1917)
Criminaliteit vervult juist door het oproepen van negatieve emoties een positieve
sociale functie. Doordat men gevoelens van morele verontwaardiging met elkaar
deelt, bevestigen de leden van een gemeenschap zichzelf en elkaar in hun
normbesef. Door de dader te veroordelen, bevestigen de groepsleden hun
collectieve besef van morele superioriteit (‘wij zouden zoiets nooit doen’)
Reacties op criminaliteit:
Formeel:
- Strafrecht
- Bestuursrecht
Informeel:
- Eigenrichting → ontsporingen ontstaan sneller indien er binnen een
bevolkingsgroep diepe frustraties leven en/of indien de groep zich in zijn
voortbestaan bedreigd voelt.
- Beveiliging
Identificatie met daders:
Fascinatie/bewondering voor criminelen berust deels op heldenverering
Kan vervolgens weer schuldgevoelens oproepen → eigen geweten staat niet
toe dat men zich bewust in positieve zin identificeert met een misdadiger →
roep om strenge bestraffing van dader, want dan corrigeert men de eigen,
deels onbewuste, criminele impulsen.
Kan ook gevoelens van mededogen oproepen
- Komt vaak voort uit bekommernis met deze kwetsbare groepen
- Persoonlijke frustraties kunnen op de daders geprojecteerd worden → zien
daders soms als slachtoffer van onrechtvaardige maatschappelijke
omstandigheden → kan leiden tot gevoelens van saamhorigheid en
uitingen van collectief geweld.
Beroepsrol van criminoloog en functies criminologie
= Iemand die zich beroepshalve toelegt op de bestudering van misdaad en
straf, maar daarbij, net als de rechter, juist wanneer de emoties hoog oplopen,
het hoofd probeert koel te houden (koele oog).
Empirisch onderzoek
Demystificeren: het doorprikken van hardnekkige/onjuiste beelden,
bijvoorbeeld het beeld dat door harder straffen je daders kan afschrikken.
Bekritiseren
Criminologie: de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de aard en
achtergronden van menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn
gesteld en van de wijze waarop de overheid en de overige maatschappij daarop
reageert.
De relativiteit van het begrip criminaliteit
De aard van het strafbaar gestelde gedrag (= wat onder criminaliteit verstaan
wordt), wordt bepaald door de wetgever en verschilt in tijd en plaats.
Criminalisering: invoering van nieuwe wettelijke bepalingen waardoor op
bepaalde gedragingen strafsancties worden gesteld → wet volgt meestal
maatschappij.
Decriminalisering: schrappen van bestaande strafbepalingen.
Soorten criminaliteit
Overtreding en misdrijf
Kleine en zware criminaliteit
Naar daad: bijv. gewelds- en vermogenscriminaliteit
Naar dader: bijv. jeugdcriminaliteit
Naar context: bijv. voetbalvandalisme
Klassieke oudheid
Codex Hammurabi: beroemde stale uit 1750 v.Chr met verschillende delicten,
straffen en bepalingen voor schadevergoeding.
Romeinse rijk
- Ingevoerd door codificatie (inzamelen van en bijvoegen van alle Romeinse
wetten) door de Oost-Romeinse keizer Justitianus (500)
- Beperkt tot misdrijven tegen de staat of openbare orde (privaatrecht)
- Strafrecht gezien als conflicten tussen burgers, men moest zelf oplossen.
- Na uiteenvallen bleef men het Romeinse recht gebruiken
Middeleeuwen
,Machtsevenwicht verschoof door feodale stelsel van de vorst naar lokale leenheren
→ hun ‘leen’ beschouwden ze als eigendom → crimineel gedrag werd beschouwd
als inbreuk op de rechten van de leenheer en daarom bestraft → de belangrijkste
partijen die werden geschaad waren niet meer het slachtoffer, maar de wettige vorst
en God zelf → zonde en straf
Accusatoir systeem (privaat): hierin worden misdrijven beschouwd als particuliere
aangelegenheden waarvan de oplossing door overheidsbemiddeling tot stand komt.
Hedendaags heeft de US zo’n systeem.
Inquisitoire systeem (publiek): hierin worden misdrijven gezien als schendingen van
het vorstelijke vredesgebod waartegen de overheid met inzet van alle middelen dient
op te treden. Hedendaags heeft de EU zo’n systeem.
De Renaissance & Humanisme
Humanisme: een levensbeschouwing die mensen voorop stelt en uitgaat van
de waarde van mensen → ratio gebruiken
Coornhert:
- Humanist
- Boeventucht (1567): oorzaken van criminaliteit en aanbevelingen voor een
effectieve bestrijding van criminaliteit
- Criminaliteit nam toe door lage pakkans en geringe afschrikking door de
doodstraf → ellendig voortleven is minder aangenaam dan snelle dood
- Afschrikking door tuchtstraf → criminelen afschrikken door te laten werken
→ vormen basis voor eerste moderne gevangenis (Rasphuis in
Amsterdam)
De Klassieke school
Ontstond vanuit de Verlichting → niet deterministisch denkbeeld
(voluntaristisch)
Homo economicus: een op grond van de vrije wilsbeschikking – de ratio-
handelende mens die voor- en nadelen van gedragsalternatieven afweegt.
Beccaria
- Over misdaad en straf (1764): klassieke strafrechtsfilosofie
- Kosten (straf) moeten net iets hoger liggen dan de baten (daad)
- Volgeling van Jean-Jacques Rousseau, volgens wie wetten een maximaal
geluk voor een maximaal aantal mensen dienen te bewerkstelligen.
Rechtsmacht berust op een maatschappelijk contract dat de burgers
vrijwillig zijn aangegaan.
- Proportionaliteitsbeginsel: criminaliteit was overtreding van sociale contract
en zou alleen in de mate van de inbreuk op het contract moeten worden
bestraft.
- Gelijkheidsbeginsel: idee van utilitarisme noodzaakte straf, want zonder
straf zou misdaad voor velen te aantrekkelijk zijn. Echter moest de straf
wel op maat zijn, op basis van wetten opgelegd (legaliteitsbeginsel) en niet
willekeurig.
Bentham
, - Stelde dat de hoogte van de straf net hoog genoeg moet zijn om
(potentiële) daders ervan te weerhouden een delict (opnieuw) te plegen.
- Doel van strafwetten moet het afschrikken van crimineel gedrag zijn
- Utilitarisme: bereiken van zo’n groot mogelijk maatschappelijk geluk door
gebruik van de ratio van de mens.
- Panopticum: koppelgevangenis
De positivistische school (19e eeuw)
Deterministisch mensbeeld: de vrijheid van handelen van de mensen wordt
sterk beperkt door mogelijkheden en omstandigheden. Menselijk gedrag wordt
bepaald door factoren waarop de mens zelf weinig invloed heeft.
Positief of positivistisch genoemd omdat men dacht dat menselijk gedrag met
de methoden van de natuurwetenschappen bestudeerd kon en moest worden
→ positief wordt hier gebruikt in de zin van gericht op de bestudering van de
waarneembare feiten
Empirisch ideaal: dat de werkelijkheid door wetenschappelijk onderzoek valt
waar te nemen en te verklaren.
Gevangenzetten moet gericht zijn op behandelen en voorkomen van herhaling
Twee sub-stroken: Italiaanse antropologieschool en de Franse milieuschool.
De Italiaanse antropologieschool
Zocht de oorzaken van crimineel gedrag in de mens zelf en was sterk
beïnvloedt door de medische wetenschap.
Lombroso
- L’uomo delinquente (de criminele mens) (1876)
- Scuola positiva (positivistische methode): hij ging de uiterlijke kenmerken
van zijn patiënten systematisch meten, waaruit hij criminelen uiteindelijk
zou kunnen herkennen.
- Atavisme: criminele mens berust op een terugval in het evolutieproces en
is biologisch gedetermineerd om delicten te plegen. Werd ook wel de
criminele antropologie genoemd.
Aletrino
- Volgeling van Lombroso
- Eerste Nederlandse ‘privaatdocent’ in de criminele antropologie →
vergeleek schedelinhoud
Uiteindelijk in diskrediet geraakt, vooral doordat het gedachtegoed later
doorontwikkeld werd tot de Kriminalbiologie (rassenideologie van de nazi’s) →
toen Buikhuisen na de oorlog onderzoek wilde doen naar biologische factoren
werd hij verketterd en bestempeld als fascist.
Grondlegger van de latere psychologische theorieën
De Franse milieuschool
Keek naar de kenmerken van de sociale omgeving van de mens
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavanhees. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.