100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis van alle tijdvakken $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis van alle tijdvakken

17 reviews
 989 views  58 purchases
  • Course
  • Level

Samenvatting Geschiedenis van alle tijdvakken, dus van de jagers en boeren tot aan het heden

Preview 6 out of 49  pages

  • January 25, 2021
  • 49
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 200

17  reviews

review-writer-avatar

By: ylenia • 2 year ago

review-writer-avatar

By: leolievaart • 2 year ago

review-writer-avatar

By: yasmina20088 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Raksha1234 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: novavanwersch • 2 year ago

review-writer-avatar

By: rutgercastricum • 2 year ago

review-writer-avatar

By: liamhayes1 • 3 year ago

Translated by Google

All important people are missing...

Show more reviews  
avatar-seller
De tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.)

Kenmerkende aspecten
 De levenswijze van jager-verzamelaars
 Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
 Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

De levenswijze van jager-verzamelaars:
- Kleine samenlevingen (groepsgrootte o.a. afhankelijk van de draagkracht van
de natuur)
- Nomadisch (= rondtrekken)
- Egalitaire samenlevingen
- Duidelijke rolverdeling tussen man en vrouw
- Weinig bezit
- Vanaf 45.000 v.C. verspreiden over Europa

Einde van de ijstijd:
- Massale uitsterving grote dieren
- Ook neanderthalers sterven uit en de moderne mens blijft de enige
overgebleven mensensoort
- 10.000 jaar geleden → opwarming van de aarde
- Permanent ijs richting noorden
- Moderne mens (homo sapiens) trekt steeds verder noordwaarts

Twee revoluties:
1. Neolithische revolutie = de ontdekking van de landbouw. Ziektes ontstaan
waardoor de egalitaire samenleving verandert in een hiërarchie. De mens
verandert van natuur naar cultuurwezen. De natuur wordt naar de hand gezet.
2. Sedentaire revolutie = mensen geven hun nomadische bestaan op.

Domesticatie = het tam maken van dieren en planten. Dit deden ze bijv. bij wolven,
granen, schapen, koeien enz.

Mesopotamië = land tussen de rivieren
- 11.000 v.C. wordt hier de landbouw ontdekt
- Bakermat van de beschaving
- Groeiende bevolking verspreid landbouw verder over de wereld

Oorzaken van de landbouwrevolutie:
- Veranderingen in het klimaat
- Dieren waarop werd gejaagd namen sterk in aantal af
- Men ging dieren tam maken

, Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen:
- Sedentair (op één plek)
- De draagkracht wordt groter
- Meer bezittingen
- Hiërarchische samenleving
- Mensen claimen grond
- Sneller verspreiden van ziektes
- Grotere samenlevingen
- Mensen veranderen van natuur naar cultuur
- Men ging doden begraven of cremeren, later ontstonden er ook hunebedden

Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen:
- Irrigatie landbouw
- Voor het leven op de rivieroevers was er samenwerking en organisatie nodig
- Mesopotamië (dankzij irrigatie landbouw → voedseloverschotten, waardoor
een deel van de bevolking vrij gesteld kon worden van het boeren bestaan)
- Soemerië (ligt in Mesopotamië), hier ontstaan de eerste stedelijke
beschavingen vanaf 3500 v.C.
- Ontstaan nijverheid (werkzaamheden waarbij iets wordt gemaakt of bewerkt)

Vier eigenschappen urbane samenleving:
1. Hiërarchische opbouw van de samenleving → veel sociale klassen zoals
priesterklasse (koning incl.), ambachtslieden, arbeiders, slaven.
2. Godsdienstig centrum → diende als religieus centrum, distributiecentrum,
marktfunctie.
3. Het schrift → handig bij re distributie, belastingen, boekhouding, wetten,
religieuze verhalen.
4. Specialisatie → niet iedereen houdt zich bezig met de landbouw, maar
specialiseert zich in bijv. ambachtslieden, priesters, ambtenaren, soldaten. Zij
werden betaald met de landbouwoverschotten (re distributie centrum)




De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. – 500)

,Kenmerkende aspecten
 De ontwikkeling van wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
 Het Romeinse imperium en de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
 De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
 De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur
 De ontwikkeling van het jodendom en christendom

De levenswijze van de Grieken:
- Mythologisch wereldbeeld die verklaard werd door goden
- Leefden in poleis; stadstaten met elk een eigen bestuur, leger en wetten
- Monarchie → aristocratie / oligarchie → Athene wordt een directe democratie

Het Romeinse imperium
- Rome 753 v.C.
- Monarchie → aristocratie met een senaat → 27 v.C. keizerrijk
- 264 v.C. expansie van Rome → legeraanvoerders werden machtig →
burgeroorlogen tussen generale → Julius Caesar benoemd tot dictator
- Met Augustus (die het keizerrijk had gesticht) begonnen twee eeuwen van rust
- Ontstaat een Grieks-Romeinse cultuur
- Veroverde steden werden geromaniseerd
- Romanisering wordt sterker bij Rome, rivieren en havens, steden, limes

De slag in het Teutoburgerwoud 9 n.C.: Romeinen wilden stukken gebied veroveren
van de Germanen. De romeinen dachten dat dit makkelijk zou zijn aangezien de
Germanen ten opzichte van de Romeinen slecht uitgerust waren. In het open veld
waren ze dus kansloos, maar ze konden de Romeinen in het bos verassen omdat ze
sneller waren en het gebied kenden. Dit gebeurde dus ook. De romeinen werden
verslagen en trokken zich terug achter de Rijn en dat bleef voortaan de limes (grens).

De val van Rome (in het westen):
- Volksverhuizingen, door epidemieën daalde het aantal inwoners en nemen de
productie en handel af
- Druk aan de grenzen (barbaren) → vandalen 445 en goten 476
- Interne problemen (machtsstrijd) vanaf de 3e eeuw n.C.
- Christendom ondermijnt oude gezagsculturen
- Imperial overstretch (rijk is te groot) → onoverzichtelijk, interne vijanden,
externe vijanden, grotere grenzen waardoor mensen makkelijk binnenkomen
→ ontstaat een West en Oost-Romeins rijk




Aristocratie : regering door adel, dit wordt bepaald door afkomst
Monarchie : regering door vorst
Democratie : regering door volk
Tirannie : regering door onwettig alleenheerser

,Oligarchie : regering door elite, dit wordt gebaseerd op status

Grieken Romeinen (Grieks-Romeinen)
Zuilen (pilaren) Ook zuilen, maar meer versieringen
zoals koepels en bogen
Grieks theater: een helft, tegen een berg Amfitheater: helemaal rondom, stoeltjes
aan op hout gemaakt, beton
Idealisme Realisme
Naakt beeld Beeld me kleding aan

Contacten tussen Romeinen en Germanen (confrontatie hoeft niet perse oorlog te
betekenen) 00
- Oorlog
- Handel
- Bondgenoten

Vroege verspreiding van het jodendom:
- 12 apostelen = mensen die het geloof gaan verspreiden
- Aansluiting bij de Joodse Diaspora (verspreiding joden)

Verschillen tussen het jodendom en christendom
- Christendom gelooft dat de Messias als geweest is, namelijk Jezus, terwijl de
Messias bij de joden nog moet komen.
- Joden zijn niet alleen een religie maar ook een volk. Je kan je dus niet zomaar
bekeren tot het jodendom. Bij het christendom kan dat wel.

Redenen tot bekering
- Beter leven na de dood
- Gelijkheid, aantrekkelijk voor de armen, slaven en vrouwen

Christenvervolgingen: Nero 64 n.C. → o.a. Petrus gedood.

Constantijn de Grote:
- Vanaf 312 wordt het christendom toegestaan en wordt hij zelf christen
- Einde 4e eeuw wordt het de staatsgodsdienst
- Bijbel wordt geschreven

Christendom wordt staatsgodsdienst
- 394: polytheïsme verboden
- Christendom is de enige toegestane godsdienst




De tijd van monniken en ridders (500 – 1000)

,Kenmerkende aspecten
 Ontstaan en verspreiding van de islam
 De ontwikkeling in West-Europa van landbouw-stedelijke naar
landbouwsamenleving
 Feodale verhoudingen in het bestuur
 De verspreiding van het christendom in Europa

De opkomst van de Islam
- Profeet Mohammed met heilig boek de Koran
- Jihad: streven naar uitbreiding van de Islam
- Rond 650 valt de expansie stil door onderlinge oorlog tussen de sjiieten
(aanhangers van Ali die vermoord was en de laatste kalief) en de soennieten
(aanhangers van de omayyaden, een familie die de macht greep en een
dynastie stichtten)
- Reconquista 1492: christelijke vorsten nemen Granada in in Zuid-Spanje en
verjagen de moslims

Begin middeleeuwen:
- Steden verdwijnen grotendeels → Rome gaat van 1.000.000 naar 30.000
- Economie stort ineen (geld verdwijnt)
- Schrift verdwijnt, behalve bij geestelijkheid
- Slavernij verdwijnt officieel
- Beperkt voedsel aanvoer naar steden
- Steden Autarkisch: ze leefden van de opbrengst van het eigen land

Horigheid: horigen geven vrije status op in ruil voor bescherming. Wederzijdse
afhankelijkheid tussen boer en heer.

Rechten horigen:
- Geen dienstplicht
Plichten horigen:
- Werken op vroonland voor de heer
- Gebonden aan de grond (geen persoonlijk bezit van de heer)

Ontstaan hof stelsel:
- Steden onveilig, waardoor de mensen naar het platteland trekken
- Bescherming bij rijke boeren
- Terug naar agrarische samenleving (discontinuïteit)




Het hof stelsel:
- Tweeledig domein:
1. Vroonland, land van de heer
2. Hoevenland, land van vrije boeren

, - Gemeenschappelijk: hoeve, kerk, molen
- Horige boeren waren aan een domein van hun heer of klooster gebonden. Zij
mochten de omliggende bossen en woeste gronden gebruiken en in ruil
daarvoor moesten zij herendiensten verrichten

Rechten vrije boeren:
- Deelname rechtspraak
- Ontginnen ‘westerse gronden’
Plichten vrije boeren:
- Heervaart (dienstplicht)
- Betalen eigen wapenuitrusting, voor veel boeren is dit echter veel te duur

Feodale systeem:
- de koning gaf een gebied of een ambt in leen aan een vazal of leenman en
beloofde hem te beschermen. In ruil zwoer de vazal dat hij zijn leenheer zijn
leven lang trouw zou dienen.
- Rijk verdeeld in graafschappen en hertogdommen, waar de hertogdommen
het belangrijkst waren
- Graven en hertogen waren de leenmannen en moesten namens de koning
recht spreken, militairen oproepen enz.
- Leenmannen waren moeilijk te controleren → gingen later ook zelf land en
ambten in leen uitgeven

Feodale systeem was een noodoplossing door:
- Afwezigheid infrastructuur
- Afwezigheid groot leger
- Afwezigheid geldeconomie
- Afwezigheid centrale belastingheffing




De tijd van steden en staten (1000 – 1500)

Kenmerkende aspecten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavanhees. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  58x  sold
  • (17)
Add to cart
Added