Probleem 7 (Verandering in je omgeving)
Leerdoelen:
Hoe wordt bewegingen waargenomen? Hoe weten we het verschil tussen of een
object beweegt of wijzelf?
Hoe nemen we beweging waar als we zelf bewegen? Hoe werken motion cues?
Bron:
Goldstein 10th ed. (2016) taking action. Hearing: Physiology and psychoacoustics. In
Sensation and perception.
Wolfie et al 3ed (2012) hearing in the environment. In sensation and perception
Functies van bewegingsperceptie
Beweging is een belangrijk aspect van objectherkenning omdat de informatie onthult
over objecten die anders misschien moeilijk te onderscheiden zijn.
Attentional capture: onze aandacht wordt automatisch getrokken naar in het oog
springende objecten. Beweging is een zeer opvallend aspect van de omgeving, dus het
trekt onze aandacht.
Gebeurtenis (event): tijdsegment op een bepaalde locatie dat door waarnemers wordt
gezien als begin en een einde.
o Het tijdstip waarop elk van deze gebeurtenissen eindigt en de volgende begint,
wordt een gebeurtenisgrens (event boundary) genoemd.
Akinetopsie: tekorten in bewegingsperceptie.
Het bestuderen van bewegingsperceptie
Real motion: daadwerkelijke beweging van een object (mensen zien lopen is een
voorbeeld van de perceptie van echte beweging).
Illusoire beweging: de perceptie van beweging wanneer er feitelijk geen beweging is.
o Het bekendste en best bestudeerde type illusoire
beweging wordt schijnbare beweging genoemd
(apparent motion ).
Geïnduceerde beweging: dit treedt op wanneer de
beweging van een object (meestal een groot object)
ervoor zorgt dat een nabijgelegen stilstand object (meestal kleiner) lijkt te bewegen.
o De maan lijkt bijvoorbeeld meestal stil te staan aan de lucht, maar als de
wolken op een winderige nacht langs de maan bewegen, laten de wolken de
maan eruitzien alsof ze beweegt.
Motion aftereffects treden op wanneer het bekijken van een bewegende stimulus
ervoor zorgt dat een stationaire stimulus lijkt te bewegen.
Bewegingsperceptie: informatie in de omgeving
1
, Gibson dacht na over informatie in de omgeving in termen van optische array – de
structuur gecreëerd door de oppervlakken, texturen en contouren van de omgeving –
en hij concentreerde zich op hoe beweging van de waarnemer veranderingen in de
optische array veroorzaakt.
o Lokale verstoring in de optische array: deze storing treedt op wanneer
bijvoorbeeld een persoon beweegt ten opzichte van de omgeving en de
stationaire achtergrond bedekt en blootlegt. Deze lokale verstoring geeft
informatie dat een persoon beweegt ten opzichte van de omgeving.
o Globale optische stroom: alles beweegt tegelijk in reactie op beweging van
de ogen van de waarnemer. Dit geeft aan dat de omgeving stationair is en de
waarnemer beweegt, hetzij door iemands eigen lichaam te bewegen, hetzij
door met iemands ogen te scannen. Er zijn twee belangrijke karakteristieken:
Optische stroom is sneller in de buurt van de bewegende waarnemer.
De verschillende snelheden – snel dicht bij de waarnemer en
langzamer verder weg – wordt de stroom gradiënt (gradient of flow)
Er is geen stroom op de bestemming waar de waarnemer naartoe
beweegt. De afwezigheid van de stroming op het bestemmingspunt
wordt focus van expansie (focus of expansion, FOE) genoemd.
o Ecologische benadering van perceptie: bestudeer perceptie in situaties
waarin mensen zich door en interactie met de omgeving bewegen (perceptie in
natuurlijke contexten)
Bewegingsinformatie: Retina/ooginformatie
Perceptie van beweging door neurale circuits, die
zijn gemaakt van richtingsgevoelige neuronen, die
alleen in een bepaalde bewegingsrichting vuren. He
visuele systeem bevat veel van dit soort circuits, elk
in een andere bewegingsrichting gedraaid; door
samen te werken, kunnen ze signalen creëren die de
bewegingsrichting over het gezichtsveld aangeven.
Corollary discharge theory: de hersenen beperken
een structuur of mechanisme dat de comparator
wordt genoemd en dat zowel het
beeldverplaatsingssignaal (IDS) als het bijbehorende ontladingssignaal (CDS)
ontvangt.
o Beeldverplaatsingssignaal (IDS): treedt op
wanneer een beeld over receptoren in het
netvlies beweegt, zoals wanneer een persoon
over het gezichtsveld van een ander loopt
terwijl dezelfde persoon vooruitkijkt.
o Motorsignaal (MS): treedt op wanneer een
signaal van de hersenen naar de oogspieren
wordt gestuurd. Dit signaal treedt op wanneer
een persoon zijn ogen beweegt om een ander
bewegend object te volgen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marccroes2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.