Samenvatting recht rondom leven
Week 1 – Familierechtelijke betrekkingen
Paragraaf 1.1 – 1.3 (blz. 1- 6) Paragraaf 2.1 – 2.3 (blz. 13- 16) Paragraaf 3.1 – 3.3 (blz. 17- 27)
Paragraaf 4.1 – 4.7 (blz. 29-34) Paragraaf 5.1- 5.10 (blz. 35- 45) Paragraaf 11.1-11.7 (blz. 185- 225) en
Paragraaf 12.1-12.2 (blz. 227-238)
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Rechtsbevoegdheid
Art 1:1 lid 1 BW – allen die zich in Nederland bevinden, zijn vrij en bevoegd tot het genot van
burgerlijke rechten > iedereen is rechtsbevoegd
Handelingsbevoegdheid – de bevoegdheid tot zelfstandig verrichten van rechtshandelingen in
concreto > bijv. art 3:43 BW
Handelingsbekwaamheid – de mogelijkheid tot het zelfstandig verrichten van rechtshandelingen in
abstracto > minderjarigen die zonder toestemming van hun wettelijk vertegenwoordiger handelen en
onder curatele gestelden (art 1:381 lid 2 BW)
Ongeboren kind
Art 1:2 BW – het kind waarvan een vrouw zwanger is, als geboren aangemerkt > wanneer dit in zijn
belang is -> komt het kind dood ter wereld? Het kind heeft nooit bestaan
Bloed- en aanverwantschap
Art 1:41 BW – nauwe bloedverwanten mogen niet met elkaar huwen
Art 1:80a lid 5 BW – nauwe bloedverwanten mogen geen geregistreerd partnerschap aangaan
Art 1:392 BW – bepaalde personen zij op grond van bloed- of aanverwantschap gehouden aan het
verstrekken van levensonderhoud
Art 1:397 lid 1 – curatele kan ook verzocht worden door bloedverwanten in rechte lijn of zijlijn t/m
de vierde graad
Art 4:8 en 4:10 BW – alleen bloedverwanten van de erflater erven bij versterf
Art 4:53 BW – bloedverwanten in het testamentair erfrecht
Art 6:106 lid 1 sub c BW – vergoeding van immateriële schade voor de benadeelde, indien het nadeel
is gelegen in de aantasting van de nagedachtenis van een overledene en is toegebracht aan o.a. een
bloedverwant tot in tweede graad van de overledene
Art 6:108 lid 1 sub b BW – overlijdensschade door het derven van levensonderhoud voor bepaalde
bloed- of aanverwanten van de overledene
Familierechtelijke betrekking – in juridische zin is sprake van bloedverwantschap – art 1:197 BW
Meestal valt juridisch bloedverwantschap samen met biologisch bloedverwantschap > bij adoptie
niet – art 1:229 lid 1 BW
Art 1:3 lid 1 BW – de graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het getal der geboorten
(erkenning/gerechtelijke vaststelling/adoptie telt ook als geboorte)
Aanverwantschap – ontstaat door huwelijk of gp
Art 1:3 lid 2 BW – door een huwelijk of gp ontstaat aanverwantschap tussen de ene echtgenoot en de
bloedverwanten van de andere echtgenoot in dezelfde graad als het bloedverwantschap tussen de
ene echtgenoot en diens bloedverwant
Art 1:3 lid 2 BW – door het eindigen van een huwelijk of gp wordt de aanverwantschap niet
beëindigd
Hoofdstuk 3 Het recht op naam
Voornamen
Art 1:4 lid 1 BW – eenieder heeft de voornamen die hem in zijn geboorteakte zijn gegeven
Art 1:4 lid 2 BW – twee beperkingen wat betreft het geven van een voornaam:
- Ambtenaar weigert namen die ongepast zijn
- Of namen die overeenstemmen met geslachtsnamen(achternamen)
Art 1:4 lid 3 BW – geeft de aangever geen voornamen op of geen alternatief voor ongepaste namen,
dan geeft de ambtenaar een voornaam en wordt in de akte vermeld dat de voornamen ambtshalve
zijn gegeven
, Wijziging van de voornaam kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke
vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank – art 1:4 lid 4 BW > er wordt een beschikking
aan de geboorteakte toegevoegd met daarin de nieuwe naam – art 1:20a lid 1 BW
Geslachtsnaam
Art 1:5 lid 1 BW – indien een man en een vrouw niet zijn gehuwd en er wordt een kind geboren dat
niet door de vader wordt erkend, dan krijgt het kind de naam van de moeder
Art 1:5 lid 2 BW(derde zin) – wanneer de vader het kind toch erkent, moet er een gezamenlijke
verklaring komen dat het kind de naam van de vader krijgt, dit wordt dan toegevoegd aan de akte
van erkenning – geen verklaring? Dan houdt het kind de naam van de moeder
Art 1:5 lid 2 BW(vierde en vijfde zin) – akte van naamskeuze > wanneer de ouders ter gelegenheid
van het voltrekken van een huwelijk of gp alsnog gezamenlijk verklaren dat het kind de naam van de
andere ouder krijgt
Art 1:5 lid 3 BW – in een rechterlijke uitspraak inzake de adoptie wordt de verklaring omtrent de
naam vermeldt
Art 1:5 lid 4 BW – systeem van geslachtnaam indien dit niet voor of tijdens de aangifte wordt
opgegeven
Art 1:5 lid 7 BW – indien een kind op tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking 16
jaar of ouder is, mag het zelf kiezen welke geslachtsnaam het kiest
Art 1:5 lid 8 BW – hoofdregel van eenheid van naam in het gezin > een verklaring van de ouders
betreft de geslachtsnaam kan alleen worden afgelegd bij het eerste kind, om eenheid van naam te
houden krijgen de volgende kinderen (van dezelfde ouders of niet-biologische ouders die het gezag
hebben) dezelfde naam
Een meemoeder wordt met de in art 1:5 BW bedoelde ‘vader’ gelijkgesteld
Art 1:9 lid 1 BW biedt vier mogelijkheden van het voeren van een geslachtsnaam:
- Men kan uitsluitend de eigen geslachtsnaam voeren
- Men kan uitsluitend de geslachtsnaam van de ander voeren
- Men kan de geslachtsnaam van de ander, gevolgd door de eigen geslachtsnaam voeren
- Men kan de eigen geslachtsnaam, gevolgd door de geslachtsnaam van de ander voeren
Art 1:9 lid 2 BW – is het huwelijk door echtscheiding geëindigd en zijn er geen afstammelingen, dan
kan de rechter de bevoegdheid van de vrouw om de geslachtsnaam van de ex-man te voeren
ontnemen (op verzoek van de (nieuwe) partners of een van hen zelf)
Art 1:9 lid 2 a contrario BW – zijn er wel afstammelingen dan kan de rechter de vrouw deze
bevoegdheid niet ontnemen (heeft te maken met eenheid van het gezin – in dit geval kinderen met
de moeder)
Art 1:7 lid 1 BW – de geslachtsnaam kan op verzoek van de betrokkene of diens wettelijk
vertegenwoordiger worden gewijzigd door de koning > dit heeft geen effect op de geslachtsnaam van
de kinderen of anderen die die naam hebben gekregen, daarvoor moet een apart verzoek worden
ingediend
Hoofdstuk 4 Woonplaats
De woonplaats van een natuurlijk persoon en van een rechtspersoon
Ar 1:10 lid 1 BW – de woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich waar iemand zijn
woonstede(woning) heeft of op de plaats van zijn werkelijk verblijf – hierbij speelt mee waar je
regelmatig ’s nachts slaapt
Art 1:10 lid 2 BW – de woonplaats van een rechtspersoon is de plaats waar hij volgens de
regelementen of statuten zijn zetel heeft
Verlies en verplaatsing van woonstede
Art 1:11 lid 1 BW – een natuurlijk persoon verliest zijn woonstede wanneer uit zijn daden zijn wil
blijkt om haar(woonstede) prijs te geven
Art 1:11 lid 2 BW – een natuurlijk persoon wordt vermoedt zijn woonstede te hebben verplaatst
wanneer hij daarvan op wettelijk voorgeschreven manier de betrokken gemeente heeft
kennisgegeven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisnoelle48. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.