100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Praktisch Staatsrecht (inleiding recht/praktisch staatrecht) $5.10   Add to cart

Summary

Samenvatting Praktisch Staatsrecht (inleiding recht/praktisch staatrecht)

 17 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Praktisch Staatsrecht, voor het vak inleiding recht/praktisch staatsrecht

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 5,8 en 9
  • January 25, 2021
  • 27
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting inleiding recht

Hoofdstuk 1
1.1 De Nederlandse staat
Het staatsrecht betreft de manier waarop de inrichting van de staat en het optreden van
de overheid zijn georganiseerd, alsmede de zo belangrijke grondrechten van burgers.
Hoofdlijnen van het staatsrecht:
- Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden
- Handhaving individuele vrijheden van de burger
- Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid
- Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht
De samenleving bestaat uit mensen die ieder hun individuele belangen nastreven. Er zijn
ook collectieve belangen, deze zijn voor de samenleving als geheel van belang. Om alle
belangen in evenwicht te brengen is er zekere ordening van de samenleving nodig. We
spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald
grondgebied, waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
- Grondgebied: kent grenzen, die soms na talloze oorlogen tot stand zijn gekomen
en in een verdrag (overeenkomst tussen een of meer staten) met buurtlanden zijn
vastgelegd.
- Gemeenschap: wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun
afstamming of die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben
verkregen.
- Gezag: het hoogste gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven
van orde en recht. Is er om te voorkomen dat burgers voor eigen rechter gaan
spelen, dus alleen het hoogste gezag mag geweld gebruiken (geweldsmonopolie).
Het gezag wordt zowel uitgeoefend over burgers die de nationaliteit van de staat
bezitten als over vreemdelingen die zich op het grondgebied van de staat
bevinden.
Eventuele vierde kenmerk van een staat: erkenning van een staat door andere staten.
De Nederlandse staat is een rechtspersoon naar burgerlijk recht. Dit betekent dat de
staat, net als een persoon, zelfstandig drager is van rechten en plichten en als
staatsmacht kan optreden in het juridische verkeer binnen Nederland en in contact met
andere staten. Deze erkennen de Nederlandse staat en moeten hun het
zelfbeschikkingsrecht van Nederland binnen zijn eigen staat en over zijn eigen
staatsaangelegenheden respecteren.

Doorlezen van 1.1.2
De basis van het Koninkrijk der Nederlanden is gelegd in de zeventiende eeuw, toen
Nederland net als andere Europese landen, gebieden elders in de wereld veroverden die
rijk waren aan grondstoffen en deze koloniseerde door ze onder Nederlands staatsgezag
te brengen.
- Deze koloniën waren NederlandsIndië (Indonesië), Suriname en de zes eilanden
van de Nederlandse Antillen: Aruba, Bonaire, Curacao, Saba, Sint Eustatius en Sint
maarten.
- Indonesië en Suriname hebben zich in 1945 en 1975 losgemaakt en zijn
onafhankelijk geworden
- Aruba is in 1985 ook zelfstandig geworden maar wilt toch bij het Koninkrijk blijven
horen. Het Koninkrijk der Nederlanden was vanaf toen een staatsrechtelijk
samenwerkingsverband tussen drie landen: Nederland, de Nederlandse Antillen en
Aruba.
- 2008: op 15 dec hebben Nederland en zijn staatsrechtelijke partners een akkoord
gesloten over de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der
Nederlanden.
- 10-10-2010: De Nederlandse Antillen zijn opgeheven. Curacao, en Sint Maarten
zijn net als Aruba een zelfstandige staten binnen het Koninkrijk geworden en
Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden) hebben de status gekregen van het
openbaar lichaam en zijn een soort overzeese gemeenten geworden.

1.2 Nederlanders en Vreemdelingen

,Burgers die tot een bepaalde staat behoren, hebben de nationaliteit van die staat, dit
geeft hun belangrijke voordelen ten opzichte van vreemdelingen. De rechtsgevolgen van
het Nederlanderschap zijn:
1. Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven:
staat niet in de wet maar is historisch zo gegroeid.
2. Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht is (grotendeels) van toepassing op
Nederlanders die buiten het territorium van het Koninkrijk bepaalde misdrijven
hebben gepleegd. Deze Wet heeft exterritoriale werking.
3. De Nederlander die in het buitenland gevangen genomen wordt, zal goed
behandeld worden, hier zorgen vertegenwoordigers van Nederland voor.
(diplomatieke bescherming)
4. Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd, als niet zeker is dat zij
na hun veroordeling straf mogen uitzitten in Nederland.
5. Nederlanders vallen op grond van de zogeheten personeel statuut in de Wet
algemene bepalingen ook in het buitenland onder het Nederlandse erfrecht en
personen-familierecht.
6. Art. 4 GW geeft Nederlanders het recht om onder anderen de leden van de
Tweede Kamer, de volksvertegenwoordiging, te kiezen. Ook kunnen Nederlanders
zelf gekozen worden als Tweede kamerlid.
7. Sommige openbare functies kunnen alleen door Nederlanders zelf worden vervuld.
8. Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen.

Een vreemdeling heeft de eerste zeven rechten niet, en de laatste alleen als hij
rechtmachtig in Nederland verblijft. De staat bepaalt zelf hoe iemand de nationaliteit van
die staat verkrijgt of verliest. Voor een kort verblijf moeten vreemdelingen met
uitzondering van asielzoekers en EU-burgers in het bezit zijn van een visum of machtiging
tot voorlopig verblijf. Voor een lang verblijf kan een verblijfsvergunning regulier worden
aangevraagd. Asielzoekers kunnen een verblijfsvergunning asiel aanvragen en doorlopen
dan een speciale asielprocedure.

Een verblijfsvergunning wordt alleen verleend als:
 Nederland hiertoe verplicht is vanwege een verdrag zoals het
Vluchtelingenverdrag, op grond waarvan een asielzoeker als vluchteling wordt
aangemerkt.
 Met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is
ingediend.
 Er klemmende redenen zijn van humanitaire aard, zoals ziekte of hereniging met
partner of kind.
Als aan vreemdelingen een verblijfsvergunning is verleend, moeten zij zich zo snel
mogelijk inburgeren. Vreemdelingen zonder verblijfsrecht moeten Nederland verlaten en
kunnen worden uitgezet. Vreemdelingen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kunnen
Nederlander worden door een optieverklaring of door naturalisatie. Ze verkrijgen
daarmee de rechten die aan alle Nederlanders toekomen.

1.3 Bronnen van staatsrecht
De rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen worden
constitutie of staatsregeling genoemd (zie begrippenlijst). De Nederlandse constitutie is
te vinden in de Grondwet, het Statuut voor het Koninkrijk, in verdragen en in
gewoonterecht. Daarnaast bevatten organieke wetten regels van staatsrecht, behoren de
eigen reglementen van de staatsorganen tot de Nederlandse constitutie en geeft de
jurisprudentie een nadere interpretatie.

 Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden: regelt de organisatie van het
Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en samenwerking tussen Nederland en
de overzeese delen van het Koninkrijk.
 De Grondwet: regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat
en de staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht. De Grondwet vult het
Statuut aan voor wat betreft zaken die het gehele Koninkrijk betreffen. Verder
bevat de Grondwet grondrechten die de burgers beschermen tegen grote

, inbreuken door de staat. Deze bieden extra zekerheid, deze wet kan niet makkelijk
gewijzigd worden.
 Organieke wetten en besluiten, reglementen: als de grondwet bepaalt dat iets
(nader) geregeld moet worden in een wet in formele zin, dan spreken we van een
organieke wet. Reglementen van de staatsorganen regelen onder andere de gang
van zaken bij vergaderingen en andere werkzaamheden.
 Gewoonterecht: van een gewoonte is sprake als een bepaald gebruik, waarvan
men vindt dat het juridisch gezien zo hoort, een zekere tijd voortduurt.
 Verdragen en Europese Maatregelen
 Jurisprudentie: dit is de laatste bron staatsrecht. Het zijn uitspraken van rechters,
over een bepaald geschil wat zij verduidelijken met bestaande rechtsregels en zij
passen deze toe op het concrete geval
Hoofdstuk 2
2.1 Grondrechten
Burgers zijn onderworpen aan het gezag van de overheid die hen veiligheid, bescherming
en zorg biedt. Ieder mens heeft rechten die horen bij het mens-zijn. Deze mensenrechten
worden grondrechten genoemd en zijn onvervreemdbaar, ze kunnen dus niet aan een
ander worden overgedragen. Grondrechten kunnen globaal worden verdeeld in twee
groepen: klassieke en sociale grondrechten
 Klassieke grondrechten: waarborgen de vrijheden van burgers die de overheid (zo
veel mogelijk) moet respecteren, waardoor voor de burger een staatsvrije sfeer
wordt gewaarborgd. Voorbeelden: recht op gelijke behandeling, recht op
eigendom en kiesrecht
 Sociale grondrechten: vormen als ware een opdracht voor de overheid om ervoor
te zorgen dat er sociale gerechtigheid heerst in de samenleving en dat iedere
burger kan beschikken over voldoende gezondheidszorg, onderwijs en inkomen
zodat hij zichzelf kan ontplooien. Voorbeelden: voldoende werkgelegenheid,
sociale zekerheid en voldoende onderwijs.
Europa wenste regelingen waaraan alle Europese Staten aan zouden zijn gebonden.
De mensenrechten zijn vastgelegd in verschillende Europese verdragen. Verdragen
die in dit verband voor Nederland van belang zijn:
- Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM) etc….(zie figuur 2.1)
Grondrechten hebben een relatie tussen burger en overheid, we spreken dan van de
verticale werking van de grondrechten.
Grondrechten hebben een relatie tussen de burgers onderling, we spreken dan van de
horizontale werking van de grondrechten. De kern die hieruit bestaat is dat burgers
elkaars grondrechten moeten respecteren, maar dat de mate waarin een grondrecht
doorwerkt per situatie kan verschillen.
- Bij klassieke grondrechten gaat het om onthouding van bemoeienis door de
overheid; bij sociale grondrechten moet de overheid juist actief ingrijpen.
- Bij verticale werking van grondrechten hoort een passief optreden van de
overheid, behalve bij sociale grondrechten.
Grondrechten kunnen met elkaar botsen.
De overheid kan grondrechten beperken, ondanks dat ze een staatsvrije sfeer
waarborgen. Het beperken van grondrechten is gebonden aan vier duidelijke
voorwaarden:
 De mogelijkheid om grondrechten te beperken moet worden vastgelegd in de
Grondwet of in een verdrag.
 De beperking dient ter bescherming van een bepaald doel dat in de Grondwet of
het verdrag is aangegeven.
 De beperking en/of de bevoegdheid om te beperken, moet worden vastgelegd in
een wet in formele zin of in een lagere regeling die daarop is gebaseerd.
 (Soms:) de beperking moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.
Dit is alleen toegestaan als daarvoor een dringend maatschappelijk belang bestaat
en als de inbreuk op het grondrecht in redelijke verhouding staat tot het doel dat
met de beperking is gediend.

2.2 en 2.3 doorlezen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elviravtw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.10
  • (0)
  Add to cart