Raakvlakken recht en ethiek
- Kernwaarden Nederlandse rechtstaat: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit
Opgenomen in de grondwet en speelt een rol in afzonderlijke rechtsgebieden
- Normen: veel rechtsregels zijn afgeleid van een morele norm
Tweedeling
- Rechtspositivisten
Inhoud of rechtvaardigheid van de regel maakt niet uit. De regel is rechtvaardig door de wijze
waarop deze tot stand is gekomen; door het bevoegde orgaan.
- Natuurrecht
De inhoud van de regel bepaalt of de regel gezag heeft en rechtvaardig is. Rechtsregels
moeten een morele toets kunnen doorstaan. Ze zijn af te leiden uit de menselijke natuur.
Relatie recht en ethiek
- De reden voor de nauwe relatie tussen recht en ethiek is dat de primaire functie van het
recht het ordenen van de samenleving is.
- Wanneer is de ordening van de samenleving rechtvaardig?
Distributieve rechtvaardigheid
Procedurele rechtvaardigheid
Vergeldende rechtvaardigheid
Distributieve rechtvaardigheid
- Hoe wordt er met behulp van het recht geprobeerd een rechtvaardige verdeling van
goederen te bewerkstelligen in de Nederlandse samenleving?
- Aristoteles heeft zich hier het meeste mee bezig gehouden
- WIE krijgt WAT en WAAROM?
WIE: De burgers in Nederland (die hier gedocumenteerd wonen, dus geen illegalen. Met
uitzondering van gezondheidszorg en de kinderen van de illegalen hebben recht op
onderwijs)
WAT: Rechten (grondrechten), kansen (scholing/werk) en vermogen (uitkering)
WAAROM: Op welke gronden moet er worden verdeeld? > Verdeelprincipes
- De verdeelprincipes
Gelijkheid: iedereen is gelijk (niet de gehele maatschappij kan mee). Uit de gelijkwaardigheid
van mensen vloeit het idee van een bestaansminimum voort. Iedereen heeft recht op een
fatsoenlijke levensstandaard.
Verdeling naar behoefte: bijvoorbeeld naar een uitkering. Dit berust op solidariteit (de ene
help je meer dan de ander). De drang om mensen die behoeftig zijn te helpen, is gebaseerd
op een gevoel van verbondenheid.
Verdeling naar verdienste: belonen naar wat je verdient
Vergeldende rechtvaardigheid
- Wie mag er straffen?
Dit is de overheid -> de rechter
- Wie wordt er gestraft?
- Hoe zwaar mag de straf zijn?
- Waarom straffen we eigenlijk?
Deze drie vragen worden beantwoord aan de hand van de verschillende leren.
, 1. Preventieleer: het is niet noodzakelijk dat de dader wordt gestraft als je op een andere
manier schade in de samenleving kan voorkomen (bijv. door een onschuldige te straffen).
Mensen moeten zo laag mogelijk gestraft worden. Zo hoog mogelijk dat ze het de volgende
keer niet nog een keer gaan doen en zo laag mogelijk omdat het veel ellende met zich mee
brengt.
2. Vergeldingstheorie: je straft alleen de dader voor wat hij heeft gedaan en de straf is
evenredig aan de ernst van het feit dat gepleegd is.
3. Verenigingstheorie: deze gebruiken we in de huidige samenleving. Is een samenkomst van
preventieleer en vergeldingstheorie. In deze theorie zeggen we dat de dader gestraft moet
worden, maar dat de straf een groter doel dient: preventie. Voorbeeld is tbs.
De opvattingen van Bentham over of straffen rechtvaardig is.
Het mag als het nuttig is en als het algemeen welzijn wordt beloond. Straffen is een vorm van
leedtoevoeging en verkleint vaak, naast de misdaad, het algemeen geluk nog meer. Het vergroten
van het algemeen geluk wordt bereikt door de afschrikwekkende werking van het straffen (algemene
en generale preventie). Ook veroordeelt Bentham wraak niet. Het bevredigen van wraakgevoelens
leidt ook tot geluk. De rechtvaardigheid van straffen hangt dus volledig af van de te verwachten
gevolgen. Straf is slechts gerechtvaardigd als het leed dat zij toebrengt niet groter is dan het leed dat
met het straffen wordt voorkomen. In het geval van utilisme is er geen principieel bezwaar tegen
disproportioneel straffen. Bentham stelde dat een zo licht mogelijke straf gegeven moest worden. De
gevolgen van de daad en de kans dat het opnieuw gebeurt staan centraal.
De opvattingen van Kant over of straffen rechtvaardig is.
De preventieleer in het strafrecht druist in tegen het gebod dat de mens niet als een middel mag
worden gebruikt om een doel te bereiken. Kant vindt straffen rechtvaardig, omdat er kwaad geschiet
is. Kant beroept zich op het gelijkheidsbeginsel. Volgens hem impliceert de gelijkwaardigheid van
mensen dat iemand die de wet overtreedt als het ware toestemming geeft om gestraft te worden.
Deze vorm van gelijkheid lijkt erop te wijzen dat er gestraft mag worden en niet dat er gestraft moet
worden. Kant is het hier niet mee eens. Volgens hem moet de straf worden toegepast. Ook een
misdadiger kent het verschil tussen goed en kwaad, ook de misdadiger heeft plichtbesef. Hij heeft er
alleen voor gekozen om de stem van de plicht te negeren. Je neemt de misdadiger alleen serieus in
zijn keuzevrijheid als je hem verantwoordelijk maakt voor zijn (foute) keuze. Door te straffen geef je
hem waar hij recht op heeft gezien de menselijke waardigheid.
Procedurele rechtvaardigheid
- Procedurele rechtvaardigheid is gericht op de manier waarop er wordt verdeeld: is de
procedure van verdeling rechtvaardig?
Meestal leidt een rechtvaardige procedure tot een rechtvaardige uitkomst (maar niet altijd)
Bij het nemen van beslissingen moet eerlijk te werk worden gegaan.
Kritiek: Het is niet te voorkomen dat mensen fouten maken. Verschillende regelingen kunnen
elkaar doorkruisen (armoedeval – mensen gaan erop achteruit als zij van een
bijstandsuitkering naar een inkomen gaan).
Processuele rechtvaardigheid wordt in de rechtspraak door verschillende elementen
gegarandeerd. Zo heeft iedereen toegang tot de rechter (art. 6 EVRM en 15 en 17 Gw), is de
rechter onpartijdig (Leidraad onpartijdigheid van de rechter) en wordt door de rechter hoor
en wederhoor toegepast (art. 19 Rv). Ten slotte is respect een belangrijk aspect van de
processuele rechtvaardigheid. Het heeft dus ook betrekking op de manier waarop mensen
worden behandeld.
Week 2- Integriteit: kennisclip + H6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elviravtw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.