Interculturele Pedagogiek College 1
09-09-2020
Cultuur en opvoeding: een introductie
Cultuur en onderwijs in Zuid-Oost Aziatische culturen
Inrichting en interacties onderwijs= een culturele constructie
Docenten/leerlingen rol door cultuur beïnvloedt (bijv. opstaan voor de docent)
Cultuurdimensies Hofstede 2010
Machtsafstand: klein (NL: mailtje met ‘hoi Diana’) vs. groot (Thailand, docent staat hoger)
Hiërarchisch (iemand staat boven anderen) versus egalitair (in Nederland denken we graag over
onszelf en we zijn gelijk)
Onderwijsmethode: reproductie (docent zegt iets en de leerling zegt het na) vs. critical thinking,
reflectie (met dingen wat de docent zegt, kun je het oneens zijn)
Leerdoelen en inhoud
Inzicht en kennis:
De invloed en werking van cultuur(verschil) en migratie op het opgroeien, opvoeden & leren
van kinderen.
Ontwikkeling van kinderen en jeugd in cultureel diverse samenleving.
Aandacht voor vraagstukken in de actualiteit, in relatie tot pedagogiek.
Culturele responsiviteit en interculturele competenties (college 6).
De onderwerpen van college 1
[Eldering H1, 2, 3, en 5, (6.4.1)]
Erg makkelijk te lezen boek. Daarom wordt het boek op hoofdlijnen besproken.
1. Cultuur (begrip) opvoeding
2. Relatie tussen omgeving + cultuur opvoeding
Ecologisch model (Bronfenbrenner= BF)
Developmental Niche model (Harkness Super= HS)
3. (Im)migratie
4. Migrantengroepen in Nederland
5. Stadia van integratie, en factoren die integratie beïnvloeden
Twee stellingen
De rol van (de eigen) cultuur in de opvoeding en onderwijs wordt bij uitstek duidelijk in cross-
cultureel perspectief. Wat cultuur is, kun je makkelijk zien in vergelijkingen (tussen landen en
hun opvoedingen).
Een DIKKE Nederlandse nationale identiteit beïnvloedt de integratie processen van
migranten en hun kinderen (H. Ghorashi).
Wat is cultuur?
Eldering leent veel informatie van antropologen.
Antropologen over cultuur:
Cultuur= Gedeeld systeem van kennis en betekenisgeving. Mensen binnen een bepaalde
samenleving kunnen een beroep doen op de cultuur om te begrijpen wat ze bedoelen.
, Gedeelde werkelijkheid over wat gewenst + goed is voor kind
Cultuur is aangeleerd: gezin verantwoordelijk voor enculturatie (het bekendmaken van een
kind in en met een bepaalde cultuur; inwijding in een bepaalde cultuur).
Cultuur hebben we meegekregen (van ouders).
Culturele transmissie -> Overdracht van cultuur
Dankzij opvoeders blijft een cultuur bestaan (als ze hiermee stoppen, blijft de cultuur niet meer
bestaan: bijv. Chinese kinderen Amerikaans opvoeden)
En andersom putten opvoeders uit cultuur ten aanzien van hoe ze willen opvoeden. Bijv. veel
kinderen zijn opgevoed op het platteland, deze kinderen moeten altijd fietsen naar school ook al
regent het -> Nederlandse cultuur.
Voorbeeld van de invloed van Cultuur op de opvoeding
‘Not under my Roof’ Parents, Teens and the Culture of Sex
Een cross-culturele vergelijking naar de heteroseksuele opvoeding in de middenklasse VS en
NL door Amy Schalet.
Seksuele opvoeding gaat in Nederland anders dan in de VS. Dus cultuur bepaalt
(seksuele) opvoeding.
Ze heeft middenklassen gezinnen geïnterviewd. Ze deed onderzoek naar opvoeding die
ouders aan hun kinderen meegaven.
‘Not under my Roof’ Parents, Teens and the Culture of Sex
Cultuur als kennis en betekenisgeving
VS: Seks=gevaarlijk! Vooral voor meisjes (kunnen zwanger worden).
NL: Seks kan normaal onderdeel van adolescentie zijn (normaliteit).
Psychologie van de ouders.
Culturen voeden ideeën en waarden over de opvoeding
VS: Stabiel romantisch samenzijn van tieners bestaat niet.
NL: Tienerseks past binnen een langdurige romantische relatie.
Psychologie van de ouders.
Culturen beïnvloeden dus opvoedingspraktijken
VS: Teenage sex? Not under my roof!
NL: Seks thuis mag, juist graag thuis (monitoring: wie is dat vriendje of vriendinnetje -> erover
praten met je kind: anticonceptie -> geen conflict of taboe van maken).
Gewoonten van opvoeding en verzorging.
Zo zie je dat we in Nederland (eigen cultuur) ook echt een speciale en specifieke opvoeding
hebben.
,Microsysteem: direct contact van kind met omgeving (gezin, familie) -> kan per cultuur weer
verschillen (kind vaak alleen gezien of met broertjes en zusjes gezien).
Mesosysteem: microsystemen bij elkaar (crèche, muziekclub). Afstemming tussen de verschillende
microsystemen moet er zijn (opvattingen over de opvoeding vanuit verschillende systemen moet
hetzelfde zijn, dit is makkelijker).
Exosysteem: informele en formele sociale structuren. Hebben invloed op de ouders, maar indirect
ook weer met het kind (buren, werk). Ook hier moet afstemming zijn tussen de systemen.
Macrosysteem: samenlevingsniveau. Heeft invloed op de opvoeding en het onderwijs (overheid,
wetten).
Kritiek (van o.a. Harkness & Super): model maakt weinig expliciet waar de cultuur zit en wat de
cultuur precies doet.
Fysieke en sociale settingen
Gewoontes
Psychologie van ouders.
Harkness & Super (Eldering H3)
Developmental niche spitst zich toe op de culturele dimensies van de omgeving waarin
kinderen opgroeien aan de hand van drie subsystemen.
1) De fysieke en sociale ‘settingen’ waarin een kind leeft waar bevindt het kind zich? Brengt
het kind bijv. zijn tijd vooral door in huis (waar?: fysiek, wie?: sociaal)
2) Gewoontes van verzorging en opvoeding gedragingen rondt op voeding,
verzorgingspraktijken verankert in de cultuur (zo voeden wij gewoon op: bijv. baby moet
slapen in eigen bedje/wieg -> als ouders denken wij hier helemaal niet over na)
In India is een hele andere vanzelfsprekende opvoedingsstijl (bij ouders in bed slapen tot
ongeveer 6/7 jaar).
3) De psychologie van de opvoeders “denkmodellen” voor denkrichtingen over de
opvoeding: waar moet het heen met het kind? Wat voor kind moet er ontstaan? -> cultuur
gebonden (bijv. voor jezelf op kunnen komen is in NL erg belangrijk).
In andere landen is timide/zachtheid erg belangrijk en een mooie eigenschap.
Integratie van HS op microsysteem BF (Eldering H3/H5)
Cultureel bepaalde fysieke en sociale settingen (wat gebeurt er in het gezin?)
- In veel NW landen (Niet Westerse landen): baby’s constant in nabijheid moeder
- Pediatrische (NW) opvoedingsstijl: er is een maximum aan lichaamscontact opdat het
calorieverbruik zo min mogelijk is (in andere landen: weinig eten).
, Vs. Pedagogische (W) opvoedingsstijl: wij hebben hier genoeg eten, energie wordt wel
weer aangevuld.
Cultureel bepaalde gewoontes van verzoring
- In veel NW landen wordt eten en slapen gereguleerd via de behoeften. Baby wordt al
heel snel aan de borst gelegd.
In W landen: Er zijn vaste tijden/schema’s wanneer de baby mag eten en slapen -> er zijn
geen te korten daarom kan je behoeftes uitstellen (energie kan “verspild” worden).
- Pediatrische vs. pedagogische opvoedingsstijl levert specifieke opvoedingspraktijken op.
Door cultuur bepaalde psychologie van de opvoeders
- Pediatrische vs. pedagogische opvoedingsstijl (cognitieve ontwikkeling: met boeken)
- Situationele opvoeding (er is geen bewust “leerprogramma”, het leren gebeurt meestal
bij toeval van een situatie) versus intentionele opvoeding (pedagogische/bewuste
opvoeding: ouders hebben het idee dat er iets geleerd moet worden aan het kind)
Babies: cross-culturele verschillen in het opgroeien van pasgeboren. Mongolië, Japan, VS en Namibië.
Japan: een heel programma. Een soort muziekklasje,
die elke week plaatsvindt. Er is veel face-to-face
contact met de baby om dingen duidelijk te maken
(pedagogische opvoedingsstijl).
Namibië: er is geen vooropgezet plan/programma.
Wanneer het uitkomt, wordt er een voorwerp gepakt
waarmee de baby iets moet leren. Weinig face-to-face
contact (pediatrische opvoedingsstijl).
VB impact culturele dimensie HS op mesosysteem BF
Vb: De invloed van cultuur op het crèche/opvanggebruik.
Veel culture verschillen als je het bekijkt op deze 3 gebieden:
Fysieke en sociale settingen
Sweden: baby’s veel meer (5 dagen) bij de opvang (1 e jaar wel bij ouders).
Nederland: baby’s brengen veel meer tijd door met hun ouders/thuis.
Gewoontes van verzorging
Sweden: het is heel normaal om je kind 5 dagen naar de crèche te brengen
Nederland: kinderen 5 dagen in de week naar de crèche brengen is zielig voor het kind.
Ouders horen voor het kind te zorgen.
Psychologie opvoeders
Sweden: er is veel vertrouwen in de crèche medewerkers (goed opgeleid). Ouders brengen
graag hun kind hiernaar toe.
Nederland: ouders twijfelen of ze hun kind naar de crèche moeten brengen, willen graag hun
kind zelf opvoeden.
VB impact culturele dimensie HS op Exosysteem BF
Netwerken/ etnische gemeenschap van de ouders.
Fysieke settingen (wie of wat?):
Migratie heeft ingrijpende gevolgen voor het sociale netwerk van het gezin.
Vb. Matrifocale gezinsstructuren -> in de huishouding/opvoeding spelen moeders en
vrouwen een centrale rol, vaders en mannen zijn naar de achtergrond verdwenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liannevdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.