eer uitgebreide samenvatting van ALLE verplichte stof voor het vak klinische neuropsychologie, onderdeel van de master Medische Psychologie aan Tilburg University. Door het leren van deze samenvatting heb ik een 8.5 voor het tentamen behaald.
klinische neuropsychologie medische psychologie tilburg university
Written for
Tilburg University (UVT)
Master Medische Psychologie
Klinische Neuropsychologie (500828M6)
All documents for this subject (3)
1
review
By: MarijeDX • 3 year ago
Seller
Follow
hannie97
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1 Introduction
Wat is neuropsychologie?
Neuropsychologie is de studie naar de relaties tussen hersenen en gedrag en de impact van
een verwonding of ziekte op de cognitieve, emotionele en algemene adaptieve capaciteiten
van het individu. De APA definieert klinische neuropsychologie als een specialiteit die
principes van assessment en interventie toepast gebaseerd op de wetenschappelijke studie
van menselijk gedrag. Ook kijkt de klinische neuropsychologie naar het normale abnormale
functioneren van het centrale zenuwstelsel.
De cognitieve neuropsychologie kijkt meer naar de functies van het brein zoals het
geheugen. De klinische neuropsychologie kijkt meer naar patiënten.
Voor alle klinische psychologen is het belangrijk om iets af te weten van de
neuropsychologie en assessment. Er zijn normen nodig om de scores van patiënten mee te
vergelijken. Deze normen moeten ook passend zijn bij de patiëntenpopulatie. Maar niet alle
testen hebben normen en als een test wel normen heeft, gaan deze vaak maar tot 75 jaar.
Ook is het altijd belangrijk om het premorbide functioneren van een patiënt vast te stellen.
Om het premorbide functioneren vast te stellen, kan bijvoorbeeld worden gekeken naar
opleidingsniveau en werk. Ook kan er een heteroanamnese worden gedaan bij bijvoorbeeld
de partner of kinderen van de patiënt. Zij kunnen vaak aangeven of er veranderingen zijn
opgetreden in bijvoorbeeld het gedrag van de patiënt.
Wat maakt een goede klinisch neuropsycholoog?
Er zijn een aantal zaken die maken dat iemand een goede klinisch neuropsycholoog is
namelijk nieuwsgierigheid, flexibiliteit, vindingrijkheid, geduld, kennis en empathie (zelfs in
routine situaties).
Bij hersenbeschadigingen is het altijd goed om de individuele verschillen in het achterhoofd
te houden (heterogeniteit). Het blijft altijd lastig om te voorspellen hoe een ziekte zich zal
ontwikkelen bij een individu. Veel patiënten passen niet volledig binnen de beschrijvingen
van syndromen en er komt ook veel comorbiditeit voor. Hersenaandoeningen hebben
namelijk ook een invloed op de rest van het lichaam. Ook slikken patiënten vaak
verschillende soorten medicatie die een invloed kunnen hebben op het brein. Iedere patiënt
moet daarom behandeld worden als een aparte case.
Verschil tussen neuropsychologie en neurologie
De neuropsychologie verschilt op een aantal gebieden van de neurologie. Neurologen kijken
bijvoorbeeld naar hoe het brein functioneert (kijkt bijvoorbeeld naar reflexen en maakt
scans) terwijl de neuropsycholoog bekijkt hoe de persoon functioneert als gevolg van
veranderingen in het brein. De klinische neuropsychologie bekijkt dus wat ze voor een
patiënt met een bepaalde beschadiging in het brein kunnen betekenen.
De doelen van neuropsychologische assessment zijn antwoord geven op vragen gerelateerd
aan de volgende gebieden:
- Differentiaaldiagnose
- Het plannen van een behandeling
- Revalidatie
- Wettelijke processen
,Populaties die worden gezien bij de neuropsycholoog
Kinderen en adolescenten
Bij kinderen en adolescenten worden verschillende neurologische stoornissen gezien
waarvan de symptomen vaak al in de vroege kindertijd opkomen. Deze neurologische
stoornissen zijn:
- Asperger en andere vormen van autisme (kan worden gediagnosticeerd voor een
leeftijd van 3 jaar)
- ADHD (wordt vaak gezien als co-morbiditeit met andere stoornissen)
- Beroerte in de kindertijd
- Epilepsie
- Dyslexie en andere taalstoornissen
- Foetaal Alcohol Syndroom (begint al in de baarmoeder)
- Syndroom van Down (een extra chromosoom 21. Veel mensen met Down Syndroom
leven nu lang genoeg om dementie te ontwikkelen. Bijna alle mensen met het
Syndroom van Down ontwikkelen een vorm van dementie)
- Syndroom van Tourette (begint vaak voor een leeftijd van 18 jaar)
- Mentale retardatie en andere ontwikkelingsstoornissen
- Traumatic Brain Injury
De prenatale hersenontwikkeling
Het hele brein is al ontwikkeld wanneer de baby wordt
geboren. De cortex ontwikkelt zich pas aan het einde van
de zwangerschap. Op het allerlaatste moment tijdens de
zwangerschap begint het brein zich pas te vouwen.
Wanneer er in de baarmoeder iets met het brein
gebeurt, heeft dit een levenslang effect.
Na de geboorte ontwikkelt het brein zich nog verder. Dit
gebeurt het hele leven lang. Ook verandert het brein
over de tijd als gevolg van veroudering.
Volwassenen
Typische neurologische stoornissen die worden gezien op volwassen leeftijd zijn:
- Hoofdletsel/sportletsel
- AIDS (mensen met AIDS ontwikkelen vaak dementie)
- ADHD bij volwassenen
- Down Syndroom (middle-aged mensen met Down Syndroom zijn gevoeliger voor het
ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer)
- Schizofrenie en andere psychiatrische stoornissen
- Leasies als gevolg van drugsgebruik en/of diffuse schade
Het is hierbij wel belangrijk om rekening te houden met:
- Verschillen in presentatie door geslacht, opleidingsniveau en culturele verschillen
(mannen zijn bijvoorbeeld beter in visuele taken en vrouwen beter in verbale taken)
- De plaats van de leasie (aan de hand hiervan kunnen de problemen die mogelijk
optreden voorspeld worden)
- Mensen met Traumatic Brain Injury zijn vaak moe en moeilijk te motiveren
- Mogelijke effecten van de mediciatie die de cliënt gebruikt en de mogelijkheid van
co-morbiditeit (dit is belangrijk bij iedere populatie)
,Ouderen
De grote meerderheid van de cliënten die een neuropsycholoog bezoeken, zijn ouderen. De
neurologische stoornissen die het meest worden gezien bij ouderen zijn:
- De ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie (deze ziekten zijn
progressief)
- De ziekte van Parkinson, de ziekte van Huntington en andere bewegingsstoornissen
- Beroertes (deze kunnen voorkomen op ieder punt tijdens het leven, maar ouderen
zijn hier extra kwetsbaar voor)
- Hoofdletsel
Bij deze populatie moet men bedacht zijn op een aantal zaken, namelijk:
- Het gehoor
- Het zicht (een testsessie kan pas worden gestart wanneer is vastgesteld dat de
patiënt nog goed kan zien en horen)
- Beweging en andere handicappen (veel testen vragen bijvoorbeeld om
handbewegingen of andere soorten bewegingen)
- Ouderen zijn sneller moe dan jongere cliënten
- Sommige onderzoekers hebben een verhoogde incidentie van depressie gevonden in
ouderenpopulaties. Dit kan de assessment hinderen
Gerontologie versus geriatrie
De gerontologie is de wetenschappelijke studie naar veroudering en oudere volwassenen.
De onderzoekers in dit veld zijn opgeleid in verschillende gebieden zoals fysiologie, sociale
wetenschappen, psychologie, volksgezondheid en beleid. De gerontologie is multidisciplinair
en houdt zich dus bezig met de fysieke, mentale, sociale aspecten en implicaties van ouder
worden. De geriatrie, daarentegen, is een medisch specialisme wat zich focust op het zorgen
voor en behandelen van ouderen.
De nadruk binnen de gerontologie en geriatrie ligt dus op verschillende gebieden, maar ze
hebben wel allebei als doel om veroudering te begrijpen zodat mensen hun functioneren
kunnen maximaliseren en een goede kwaliteit van leven kunnen bereiken.
Wat gebeurt er in ons brein wanneer we ouder worden?
Er zijn een aantal veranderingen die optreden in ons brein wanneer we ouder worden.
Onderzoek suggereert namelijk dat onze reactietijd groter wordt en we ook minder cognitief
flexibel worden. De gemiddelde reactietijd voor een 20-jarige is bijvoorbeeld 300-600 ms
terwijl dit voor een ouder iemand (ouder dan 60) 600-800 ms is.
Ook vinden we het moeilijker om nieuwe dingen te leren. Daarnaast ervaren we vaker het
‘tip of the tongue’ fenomeen. Dit betekent dat je moeite hebt om op je woorden te komen.
Dit fenomeen wordt vooral gezien bij taken met objectherkenning. We worden slechter op
benoemtaken en verbal fluency taken en daarnaast krijgen we meer moeite met het starten
en op gang houden van gesprekken. Verder krijgen we meer problemen met horen en meer
visuele problemen en ons reuk en smaakvermogen gaat ook achteruit. Ten slotte kunnen er
depressieve problemen of slaapproblemen optreden. Wanneer het slaappatroon van
iemand plots veranderd, kan hier een neurologische oorzaak aan ten grondslag liggen.
Maar aan de andere kant zijn er ook zaken die verbeteren naarmate we ouder worden. De
crystallized intelligentie blijft vrij stabiel over de tijd en kans zelfs verbeteren met ouder
worden (bevat aspecten van het semantische geheugen). Ook de fluid intelligentie kan
worden verbeterd door training van het brein (plasticiteit).
, Maar ook hier is het weer belangrijk om rekening te houden met individuele verschillen met
betrekking tot de cognitieve capaciteiten van ouderen. Ook veranderingen in de levensstijl
kunnen cognitieve tekorten tegengaan zoals een gezond dieet en sporten.
Waar moet een neuropsycholoog kennis van hebben?
Een goede neuropsycholoog moet kennis hebben van de volgende zaken:
- Anatomie: de neuropsycholoog moet kennis hebben van een aantal aspecten van de
functionele neuroanatomie, neuropathologie en pathofysiologie. Ook moet een
neuropsycholoog weten wat CT-scans, MRI-scans, EEG’s en ERP’s zijn. Op deze
manier kan de structuur van het brein worden verbonden met de functie.
- Nieuwe technieken en onderzoek in het veld
- Psychometrie: zoals de principes van testafname en het interpreteren van de
resultaten. Ook moet de neuropsycholoog kennis hebben van het bestaan van fixed
en flexibel neuropsychologische testbatterijen. Daarnaast moet de neuropsycholoog
kennis hebben van de principes van persoonlijkheidsonderzoek en
interviewvaardigheden hebben.
- Wat voor doel een diagnose heeft: een diagnose heeft namelijk als doel om:
o De ernst van de leasie of de locatie van de leasie vast te stellen
o Het beschrijven van de restverschijnselen wanneer de hersenpathologie
bekend is
o Het kiezen van de beste testen die gebruikt kunnen worden om specifieke
functies te onderzoeken (er bestaan heel veel verschillende
neuropsychologische testen)
- Neuropsychofarmacologie: veel soorten medicatie hebben ook een invloed op het
brein
- Behandelings- en revalidatietechnieken
Procedures tijdens een neuropsychologisch onderzoek
Voordat een patiënt bij een neuropsycholoog op gesprek komt, heeft hij/zij vaak al een
neurologisch onderzoek achter de rug (uitgevoerd door de neuroloog). De neuroloog
verwijst de patiënt vervolgens door naar de neuropsycholoog.
De neuropsycholoog heeft verschillende onderzoeksopties, namelijk een fixed testbatterij of
een flexibele benadering. Ook vraagt de neuropsycholoog zich af welke vragen hij wil stellen
aan de patiënt tijdens het eerste gesprek.
Vervolgens vindt het klinische interview met de patiënt plaats. Hierbij verzamelt de
neuropsycholoog informatie over de patiënt en diens geschiedenis. Dan kiest de
neuropsycholoog testen uit die hij bij de patiënt af wil nemen. Ook stelt de neuropsycholoog
het premorbide niveau van functioneren van de patiënt vast.
Daarna scoort de neuropsycholoog de testen die de patiënt heeft gemaakt en vergelijkt hij
de scores op deze testen met leeftijdsgepaste normen. Vervolgens stelt de neuropsycholoog
een diagnose op en doet hij een aanbeveling voor een behandeling.
In de laatste fase wordt het verslag geschreven, krijgt de patiënt feedback en vindt er
eventueel een follow-up plaats.
Testen voor het cognitieve functioneren
Men kan kiezen uit een testbatterij of specifieke testen voor ieder domein van het cognitief
functioneren. Dit wordt ook wel het verschil tussen een fixed en flexible approach genoemd.
Bij de fixed approach wordt er een standaard testbatterij afgenomen (bijvoorbeeld de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannie97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.25. You're not tied to anything after your purchase.