Overzichtelijke samenvatting die de kern van het vak goed weergeeft, bepaalde details zijn weggelaten. Ideale aanvulling bij de voorbereiding van je tentamen, ikzelf heb een 7,4 gehaald.
Week 1 INLEIDING GOEDERENRECHT
Goederenrecht:
De rechtsverhouding tussen personen en goederen is van groot belang in het rechtsverkeer. Wie is
wanneer eigenaar van het goed en wanneer bestaat een zekerheidsrecht etc.
Rechtssubject:
De (natuurlijk/rechts)persoon aan wie een subjectief recht toekomt is een rechtssubject. Dit recht geeft
de persoon recht op een “object van het recht” datgene waar de persoon recht op heeft: het
rechtsobject.
Rechtspositie rechtspersoon:
Art. 2:5 BW: een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijk
persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit
Goederen: (art. 3:1 BW)
Bestaan uit zaken en vermogensrechten.
1. Zaken: (art. 3:2 BW):
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk objecten. (Tastbaar)
a) Onroerend (Art. 3:3 lid 1)
b) Roerend (Art. 3:3 lid 2)
2. (Subjectieve) Vermogensrechten: (art. 3:6 BW):
Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn. Of
ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil
voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel. (Niet tastbaar)
Registergoederen: (art. 3:10 BW)
Zaken en vermogensrechten waarvan de wet voorschrijft dat voor de overdracht of de vestiging ervan
inschrijving in de openbare registers is vereist. Alle goederen waarvoor niet dit is vereist zijn niet-
registergoederen. Levering conform art. 3:89 BW. Soorten:
Grond (inclusief o.a. gebouwen/werken , zie art. 3:3 BW verder uitgewerkt in art. 5:20 BW)
Geregistreerde schepen
Geregistreerde vliegtuigen
Beperkte rechten die op een registergoed zijn gevestigd
Bestandsdeel en hoofdzaak: (art. 3:4 BW)
Twee zaken worden met elkaar verbonden, welke gevolgen heeft dat voor het recht? Een zaak kan
bestanddeel worden van de andere zaak, de hoofdzaak. Beoordeling:
Verkeersopvatting
Verbreking van elkaar kan niet zonder schade van betekenis.
, Absolute rechten:
Een recht op het goed dat is uit te oefenen ten opzichte van een ieder. In beginsel hoeft geen inbreuk
op het recht door een ander geduld te worden. Soorten: Eigendomsrecht, erfpacht, opstal,
appartementsrecht, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik, pand en hypotheek.
Relatieve rechten:
Werkt alleen tegenover één persoon: de wederpartij. Nakoming van de prestatie kan niet
afgedwongen worden van een derde. Vorderingsrechten vloeien voort uit verbintenissen,
bijvoorbeeld uit een overeenkomst.
Eigendomsrecht: (Boek 5 BW)
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. De overige
vermogensrechten heten beperkte rechten.
Eigendom richt zich op zaken.
Het recht van eigendom is een absoluut recht, dus in te roepen tegenover iedereen.
Behorend tot het vermogen van het rechtssubject.
Voorbeeld: Ik ben eigenaar van een auto = ik heb het recht van eigendom op deze auto: het object van
het eigendomsrecht is de auto.
Rechten van de eigenaar: (Beschikkingsbevoegdheid art. 3:84 BW)
- Eigenaar is bevoegd om over de zaak te beschikken.
- Overdragen van de zaak aan een ander
- Etc.
Beperkte rechten: (art. 3:8 BW)
Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meeromvattend recht, dat met het beperkte is
bezwaard.
- Gesloten stelsel: 7 limitatief in het BW geregelde rechten op of met betrekking tot goederen.
- Altijd afgeleid uit een meeromvattend recht, een moederrecht.
- Eigendom is altijd het meest omvattende moederrecht
- Beperkt recht kan echter ook een (meeromvattend) moederrecht zijn van een ander beperkt
recht.
- Beperkte rechten zijn dus stapelbaar:
1. Eigendom
2. Erfpacht
3. Vruchtgebruik
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrammieDijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.