Overzichtelijke samenvatting die de kern van het vak goed weergeeft, bepaalde details zijn weggelaten. Ideale aanvulling bij de voorbereiding van je tentamen, ikzelf heb een 8,9 gehaald.
Week 1 Leerdoelen – Beginselen Bestuursrecht
Bestuursrecht:
Het bestuursrecht heeſt betrekking op de relaties tussen bestuursorganen en burgers (ook
rechtspersonen), waarin het openbaar bestuur handelt op basis van een publiekrechtelijke
bevoegdheid (legaliteitsvereiste). Tot het openbaar bestuur behoren de gemeenten, provincies,
waterschappen, de ministeries en overige overheidsinstanties. Bestuursrecht ziet dus op de
uitvoerende macht van de Trias Politica. Daarnaast treedt de overheid steeds op in algemeen belang.
3 functies:
1. Legitimerende functie = Normen voor bestuurshandelingen.
2. Instrumentele functie = Instrumenten in handen van het openbaar bestuur
3. Waarborgfunctie = Rechtsbescherming tegen optreden van het openbaar bestuur.
Algemene wet bestuursrecht: (Awb)
De Awb heeft een opbouw in verschillende lagen, waarbij de lagen zich tot elkaar verhouden van
algemeen tot bijzonder (gelaagde structuur). Heel veel bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving, m.b.t.
verschillende maatschappelijke terreinen, kent specifieke bestuursbevoegdheden toe aan bestuur.
Gelede normstelling:
Constructie waarbij de toepasselijkheid van een rechtsregel niet enkel uit de wet is af te leiden, maar
in een combinatie met andere, vaak lagere regelingen. Voorbeeld:
1. Wabo en Woningwet (wet in formele zin)
2. Bor- en bouwbesluit (amvb)
3. Bouwverordening (gemeentelijke verordening)
4. Omgevingsvergunning (beschikking)
Mate van dwingbaarheid wetgeving:
Dwingend recht: afwijking in lagere regelgeving is niet mogelijk. Afwijking in weten in formele
zin is wel mogelijk maar moet beperkt worden. (vb: 6:7)
Regelend recht: de Awb bevat de, als het meest wenselijk beschouwde, hoofdregel, maar
staat afwijking daarvan ook in lagere regelgeving uitdrukkelijk toe. (vb: 4:1 - “tenzij bij wettelijk
voorschriſt anders is bepaald”.)
Aanvullend recht: de regel is in beginsel te vinden in andere wetgeving, doch wanneer in de
desbetreffende regeling niets staat, geldt de bepaling uit de Awb. (vb: 3:6 en 4:13)
Facultatief recht: de regel geldt niet, tenzij het in de bijzondere wet of elders van toepassing
wordt verklaard. (vb: 3:10)
(!) Bij dwingend en regelend recht wordt de voorkeur voor de Awb-regel uitgesproken, terwijl bij
aanvullend en facultatief recht het initiatief bij de bijzondere regelgeving wordt gelegd.
, Week 2
Openbaar lichaam:
Een openbaar lichaam is, in de bestuurlijke indeling van het Koninkrijk der Nederlanden, een overheid
die bepaalde taken uitvoert binnen een bepaald ruimtelijk gebied of op een bepaald inhoudelijk gebied.
De belangrijkste openbare lichamen zijn het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen.
Bestuursorganen (1:1 Awb):
A-bestuursorgaan: (lid 1 sub a jo. 2:1 BW)
Orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld,
(!): vb: gemeente, provincie en waterschappen.
1. Sprake van een publiekrechtelijk rechtspersoon?
Volgens art. 2:1 BW zijn er 3 keuzes:
a) Lid 1: de staat, provincies, gemeenten en waterschappen.
b) Lid 1: lichamen met verordenende bevoegdheid krachtens de Grondwet.
c) Lid 2: andere lichamen met deel overheidstaak krachtens de wet.
2. Sprake van een orgaan?
3. Eigen verkregen bevoegdheden?
Kijken in betreffende wet.
B-bestuursorgaan: (lid 1 sub b)
vb: RDW, CBR en UWV (kunnen ook tegelijk ZBO zijn).
Zelfstandige bestuursorganen (ZBO): (art. 1 Kaderwet)
vb: Kiesraad, Kamer van Koophandel en Autoriteit Persoonsgegevens.
Bevoegdheidsverkrijging:
Attributie = Nieuwe publiekrechtelijke bevoegdheid door een materiële wetgever.
Regelgevende bevoegdheid kan alleen worden geattribueerd via de Gw of een wet in formele
zin.
Delegatie = Bevoegdheden overdragen naar ander bestuursorgaan. 10:13 Awb
Art. 10:15 Awb bepaalt dat delegatie alleen is toegestaan als de bevoegdheid daartoe in een
wettelijk voorschrift is neergelegd.
Mandaat = Namens bestuursorgaan te beslissen en handelen. 10:1 Awb
Ondergeschiktheid: Wat is de verhouding tussen beide bestuursorganen?
De ontvanger van de bevoegdheid is ondergeschikt:
Delegatie niet toegestaan 10:14 Awb,
Mandaat wel toegestaan 10:3 Awb.
De ontvanger van de bevoegdheid is niet ondergeschikt:
Delegatie wel toegestaan 10:15 Awb,
Mandaat wel toegestaan, alleen met toestemming gemandateerde 10:4 Awb.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrammieDijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.