Overzichtelijke samenvatting die de kern van het vak goed weergeeft, bepaalde details zijn weggelaten. Ideale aanvulling bij de voorbereiding van je tentamen, ikzelf heb een 8,9 gehaald.
Week 1 Argumentatiestructuren
Juridische vaardigheden:
Juristen moeten in staat zijn snel juridisch relevante informatie te vinden en te verwerken. Bovendien
wordt van hen verwacht dat ze een eigen mening over het recht kunnen vormen, een standpunt
kunnen innemen en hieraan op een adequate wijze uitdrukking kunnen geven, zowel schriftelijk als
mondeling. In JVA staat de juridische argumentatie centraal:
Ø Argumentatieve vaardigheden:
à Het analyseren van juridische redeneringen en het beoordelen van de geldigheid en
aanvaardbaarheid van deze redeneringen.
Stellingname (standpunt of conclusie):
Een positie die een spreker/schrijver inneemt in een kwestie om de luisteraar/lezer te overtuigen van
de aanvaardbaarheid van deze positie.
Ø Wordt er twijfel over de stellingname geuit/verwacht?
Ø Verschil van mening
Vb:
[1] De belastingplicht geldt voor iedereen.
[2] De Koning moet belasting betalen.
à Spreker verwacht twijfel over de stellingname, dus hij brengt een argument naar voren.
Argumentatiestructuur:
Een argumentatiestructuur geeft schematisch de verbanden weer tussen:
Ø stellingname en argument(en);
Ø argumenten onderling.
Soorten:
a) Enkelvoudig
b) Meervoudig
c) Onderschikkend
d) Nevenschikkend
a) Enkelvoudig:
Voor de conclusie wordt 1 argument aangebracht en daaruit kan de conclusie getrokken worden.
Indicatoren:
want, omdat, aangezien, immers…
, b) Meervoudig:
Voor de conclusie worden minimaal 2 argumenten aangebracht en 1 daarvan is al voldoende om de
conclusie te kunnen trekken.
Indicatoren:
overigens, trouwens, ten overvloede, nog afgezien van, een eerste reden, ten eerste…
c) Onderschikkend:
Voor de conclusie wordt een argumentatie aangebracht, die ondersteunt wordt door een ander
argument.
Je moet met de trein naar Groningen gaan
↑
Dat is beter voor het milieu
↑
Het openbaar vervoer zorgt voor weinig CO2-uitstoot
Indicatoren:
Want / omdat, immers, aangezien…
d) Nevenschikkend:
Voor de conclusie worden verschillende argumenten aangebracht, en die verschillende argumenten
moeten allemaal aangevoerd worden om de conclusie te kunnen trekken.
Vb:
[A] Thomas heeft een winkelruit ingegooid. [B] Het vernielen van andermans eigendom levert een onrechtmatige
daad op. [C] Volgens artikel 6:162 BW dient iemand die een onrechtmatige daad pleegt, de schade die hem kan
worden toegerekend te vergoeden. [D] Thomas dient de door hem veroorzaakte schade te vergoeden. Tip: lees
artikel 6:162 BW
Indicatoren:
Daarbij komt, daarnaast, vooral ook omdat, reden te meer, nog belangrijker, sterker nog, zelfs…
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrammieDijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.53. You're not tied to anything after your purchase.