Practicum aantekeningen Cellen en weefsels (1005FBDBIC)
34 views 0 purchase
Course
Cellen en weefsels (1005FBDBIC)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Voor dit vak heb je aan flink aantal practica die je moet voorbereid op voorhand, en deze ook moet leren. Op het examen komt dit dan ook terug en dien je elke structuur uit de theorie van de practica te herkennen en kennen bij naam. In dit document is alle theorie van de practica uitgelegd en besch...
Stap 1 : Zoek het bedekkende epitheel:
1. Zoek de buitenwereld; bedekkend epitheel staat steeds in contact met de
buitenwereld ,(met het lichaamsoppervlak of het lumen van een orgaan of buisje)
2. Zoek een zone waar dicht opeengepakte kernen (cellen) te zien zijn.
Tussen de cellen van het epitheel bevindt zich extreem weinig intercellulaire matrix,
waardoor het een dicht opeengepakte laag van cellen is.
3. Zoek het onderliggende bindweefsel en bepaal de ligging van de
basaalmembraan. Epitheel rust op een basaalmembraan, bij bindweefsel vind je
relatief veel intercellulaire matrix terug, waarin de bindweefselcellen meer verspreid
liggen. De basale kant van de epitheelcellen wijst naar de basaalmembraan.
Stap 2 : Bepaal het aantal cellagen
1. Kijk of de celkernen in één laag of op meerdere niveaus zitten.
Epitheel bevindt zich tussen de basaalmembraan en de buitenwereld. Een rij van
cellen die evenwijdig loopt met de basaalmembraan noem je een cellaag.
- éénlagig epitheel: de cellen (dus de kernen) liggen in één laag.
- Meerlagig of pseudomeerlagig epitheel: Kernen liggen op meerdere niveaus.
2. Oordeel of je een meerlagig of pseudomeerlagig epitheel hebt.
- Meerlagig epitheel : maken de bovenste cellagen geen contact met de
basaalmembraan. maar zijn ze niet allemaal even hoog.
- Pseudomeerlagig epitheel : vinden we basale vervangcellen terug. basale
vervangcellen zitten in organen die onderhevig zijn aan beschadiging, maar
waar geen andere mogelijkheden zijn om de progenitorcellen te beschermen
dan deze weg te houden van het lumen (vaatholte)
1
,Stap 3 : Bepaal de vorm van de cellen
1. Zoek een plaats waar de kernen (cellen) netjes in rij(en) naast elkaar liggen :
We kunnen een onderscheid maken tussen plaveiselcellen, kubische cellen en
cilindrische cellen. Zoek opnieuw de basaalmembraan! zoek dan naar een plaats
waar het epitheel loodrecht aangesneden is ten opzichte van de basaalmembraan.
2. Bepaal nu de vorm van de cellen
Kijk eerst na of je cel omlijningen (celmembraan) ziet. Indien dit niet het geval is, kan
je de vorm van de cel afleiden uit de vorm van de kern.
a. plaveiselcellen → Langwerpige kernen met de lengte-as evenwijdig met
de basale membraan (platte kernen)
b. kubische cellen → Ronde kernen (cuboidal)
c. cilindrische cellen → Langwerpige kernen met de lengte-as loodrecht op
de basale membraan (ovale kernen)
Stap 4 ; Geef enkele typische kenmerken van éénlagige of meerlagige epithelen.
1. Éénlagige epithelen zorgen meestal voor een efficiënte uitwisseling van stoffen
tussen de buitenwereld en de rest van het lichaam. De meeste cellen in éénlagige
epithelen zijn hiervoor gespecialiseerd.
a. Zijn er slijmbekercellen
b. Aan de apicale kant kunnen de cellen functie-gerelateerde oppervlakte
specialisatie hebben.
- Trilharen of stereocilia → Fijne dunne ‘lijnvormige structuurtjes’
- Microvilli → zijn te herkennen aan een sterk kleurbaar laagje aan het
apicale celoppervlak.
Bij korte microvilli spreek je van een staafjeszoom, bij lange van een
borstelzoom.
1. Meerlagige epithelen ; voornamelijk op plaatsen waar veel wrijving is.
a. onverhoornd levend en alle organellen en de celkernen zijn aanwezig.
b. verhoornd de bovenste cellagen zijn dood en dus geen celkernen. deze laag
kleurt vaak fel onder microscoop.
2
,Opbouw van meerlagige epithelen.
Meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel:
Stratum basale = kubische cellen, bevat cellen die constant delen, zodat
de meer oppervlakkige lagen naar boven worden geduwd en zo wordt het
epitheel constant vernieuwt.
Stratum spinosum = polygonale cellen, hebben spina (doornen) omdat
de cellen een stevig cytoskelet hebben en aan elkaar vastzitten via
desmosomen, de cellen krimpen onder LM en de verbindingsplaatsen
lijken dan uitsteeksels.
Stratum superficiale = plaveiselcellen, levend.
Meerlagig verhoornd plaveiselepitheel:
bevat ook stratum basale en een stratum spinosum, maar de bovenste laag in dit epitheel
bestaat echter uit dode cellen, zodat je hier geen celkernen aantreft.
Stratum granulosum = Ontstaat doordat bovenop het stratum spinosum een
cellaag terug te vinden is waarvan de cellen granulen bevatten met een
lipidenrijke inhoud. Wanneer deze lipidenrijke inhoud via exocytose in de
intercellulaire ruimten terecht komt zal hierdoor een waterafstotend laagje
gevormd worden zodat het epitheel ‘waterdicht’ wordt. Op die manier kan water
(en de nodige voedingsstoffen!) de bovenliggende cellagen niet meer bereiken
en zullen deze cellen afsterven. In de cellen met lipiden-rijke granulen vinden we
ook nog sterk kleurbare keratohyaline korrels terug. Deze korrels bevatten een
eiwit dat tussenkomt bij aggregatie van keratinefilamenten.
stratum corneum = bestaat uit dode cellen gevuld met keratine, het is de
eigenlijke hoornlaag.
stratum disjunctive = schilfert het epitheel af.
Overgangsepitheel (type meerlagig epitheel)
Bevat stratum basale dat rust op het basaalmembraan.
stratum intermedium = In ontspannen toestand bestaat het overgangsepitheel boven het
stratum basale uit een tiental cellagen met kubische cellen van variabele vorm die allen
contact maken met de basaalmembraan. Als de spanning op het epitheel verhoogt, wordt de
epitheellaag uitgerekt, neemt het aantal cellagen af en zullen tegelijkertijd de cellen
overgaan van een kubische naar een plaveisel-vorm.
Stratum superficiale = bestaat doorgaans uit opvallende cellen die meerdere
onderliggende cellen afdekken en dus zeker niet op de lamina basalis rusten, de
zogenaamde paraplucellen.
3
, Practicum 3 ; Epithelen
Bepalen of het kliergedeelte exocrien of endocrien is :
Exocriene klier = wanneer kliersecreet direct wordt afgegeven aan de buitenwereld.
Endocriene klier = maakt hormonen en geeft deze af via de bloedbaan.
Bepalen endocrien of exocrien
Stap 1 : Ga na of je afvoergangen terugvindt (zo ja ; exocriene klier. Zo nee ; endocrien)
Stap 2 : Als er geen afvoergangen zijn, zoek naar bloedvaten in de buurt van kliercellen.
Endocriene klieren produceren hormonen die via de bloedbaan worden vervoerd.
Stap 3 : Ga na of het een gemengde klier is, dat wil zeggen endo- en exocriene klierweefsel.
Endocriene klieren
rond endocriene klieren zitten bloedvaatjes omdat ze hormonen uitscheiden.
Exocriene klieren
Bepaal of het om een multi cellulaire klier gaat of om een unicellulaire klier
- Multicellulaire klieren liggen meestal in groepjes rondom een lumen
Kijk naar kenmerken van één kliercel
Stap 1 : bepaal eerst de apicale kant (kan van het lumen), en de basale kant.
We maken nu onderscheid op basis van secretieproduct.
1. Sereuze kliercellen ; produceert eiwitten, bezit een RER aan de basale kant.
2. Muceuze kliercellen ; muscus wordt opgestapeld in vesikels in het apicale cel
gedeelte, hierdoor wordt de kern richting het basale membraan gedrukt.
3. Seromuceuze kliercellen ; als sereuze en muceuze kliercellen voorkomen.
4. Vet Producerende kliercellen ; kernen blijven centraal liggen (het talg wordt
weggewassen tijdens bereiding preparaat)
ZIE AFBEELDINGEN ZELFSTUDIE
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yarameijs2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.