Hoofdstuk 1
Hindoeïsme: eenheid in verscheidenheid
Hindoeïsme kent heel veel verschillende verschijningsvormen:
• hindoes die alleen thuis eten, buitenshuis is onrein
• Hindoes die proberen onkwetsbaar te zijn tegen emoties
• Hindoes met veel emotie
• Hindoes die lang op één been staan (genade van god)
• Hindoes die in dieren geloven ipv god
Alle Hindoes zijn verbonden met India
Als hindoes geboren
Je moet als Hindoe geboren zijn (het Indiase uiterlijk hebben + cultuur kennen), om
Hindoe te kunnen zijn. Enkele uitzonderingen. Hindoeïsme wordt gezien als een manier
van leven. Hun geloof is diep verweven met hun levensstijl en binnen families.
Iedereen in India is hindoe met het Indiase uiterlijk.
In Nederland wonen Hindostanen
Hoofdstuk 2
Vijf belangrijke invloeden
Groepen van het Hindoeïsme
1. stammen in India: 40.000 vC, kleine stammen in afgelegen gebieden in India. Was
hiervoor een gesegmenteerde (in groepen verdeeld) samenleving. De stamgoden
kunnen vereerd worden tot hindoegod. Kerala werd tot Aiyappan vereerd
(hedendaags = pelgrimstocht en hits om hem te vereren). Stamgoden kunnen als
hindoegoden voortleven, terwijl de stam bekeerd is tot christendom.
2. Indus cultuur: Indus/Harappa cultuur zijn in de jaren ‘30 van de 20e eeuw ruïnes
van gevonden. Deze cultuur was al snel erg ontwikkeld (westelijk deel van Noord-
India, Pakistan en Afghanistan). Deze cultuur deed vermoedelijk al aan yoga, en
deed sommige hedendaagse gebruiken.
3. Indo Europeanen: 4000 vC trok groep nomadisch levende volkeren India binnen
vanuit West-Azië, die vedisch Sanskriet (heiligste taal, taal van goden hindoeïsme.
Vergelijkbaar met Grieks & Latijn) spraken. Deze groep wordt gezien als de ‘ideale
hindoe’.
4. Islam: in middeleeuwen werden veel Indiërs moslim (vanwege de handel tussen
Arabische en Iraanse wereld). Dit om te ontkomen aan kastenstelsel. Er zijn
gevechten en vrede tussen deze godsdiensten geweest. De dichter Kabir (14e/15e
eeuw na christus) had beide groepen als volgelingen.
5. Christendom: koloniale periode was christendom meeste invloed. India werd door
christelijke Engeland geregeerd. Hindoeïsme werd geconfronteerd met pijnlijke
praktijken (kinderhuwelijk eyc), waardoor er hervormingsbewegingen ontstonden.
Sommige hindoes vonden dat je zoals bij andere godsdiensten moet kunnen
bekeren=missionering. Voorbeelden van bewegingen zijn Brahmo Samaj en Arya
Samaj. Deze bewegingen zijn vooral gruit buiten India.
• In het zuiden zijn Dravidiërs, ze zijn donker
• In het noorden zijn Ariërs, ze zijn erg ontwikkeld en lichter van kleur
De voorloper van het hindoeïsme: religie van de Veda
, 3. Indo Europeanen/nomaden:
• Hielden rituelen waarbij ze de omgeving (wereld) wouden wilden beïnvloeden.
• Rondtrekkende nomade is afhankelijk van het weer en wie je tegenkomt. In de
religie draaiden het dus ook vooral om de goden die op het weer en op menselijk
gedrag letten.
• Ze hebben grote collecties hymnen en liederen overgeleverd via generaties,
waardoor wij er veel over weten = Veda’s. Bevat veel mythen waaronder
scheppingsverhalen. Een voorbeeld hiervan is Indra, de koning van de goden:
Indra loopt op de aarde. Doordat hij een slang doodslaat, komen wateren vrij en verdwijnt
de droogte. De homp klei die hij in de slang vindt, vormt de berg Meru. Hij zit op de berg
en maakt de aarde vast (het hemelgewelf en de tussenruimte). Indra steunt het systeem
door op de berg te zitten en de processen in de tussenruimte te controleren. Dit steunen
heet dharma, dhr betekent het systeem van steunen of stutten. Dharma is een plicht. Indra
vereren maakt het voor jezelf ook beter, omdat hij jou dan helpt. Indra zorgt voor een goed
klimaat en goed weer.
Een god die zich bezighield met gedrag was Varuna. Hij was heel lelijk, hoorde bij de
nachtelijke hemel en woonde in westelijke oceaan. Hij strafte crimineel gedrag met
ziekten. Mitra (zijn broer of neef) was het tegenovergestelde van Varuna. Hij was knap,
hoorde bij de zon en beloonde goed gedrag.
De nomaden waren ervan overtuigd dat ze via vuur met goden konden communiceren.
Het vuur heet Agni (ook een god). Het vuur is overal, op plekken en in de vorm van
lichaamswarmte. Door te communiceren met de goden vis vuur wordt er gezorgd voor een
goed klimaat, relaties en vriendschappen (Varuna en Mitra), de weg werd voor je in de
gaten gehouden (Pushan) en er werd op wildernis gelet (Aranyadevi) = een ideaal leven.
Als dit op de juist manier werd gedaan had je een mooi lang leven met veel dingen en ging
je uiteindelijk naar de voorouderhemel waar je eeuwig leefde = levensdoelen vedische
cultuur 500 vC.
Twijfel bij religie van de Veda
Hoe mooi de rituelen ook waren, werkte ze niet altijd. Er kwamen nieuwe lastige
levensbeschouwelijke vragen als invloed van de Veda op het hindoeïsme:
1. Zou de mens na zijn dood wel echt in de hemel komen en daar samenwonen met
de voorouders?
2. Hoe komt het dat leven met veel leed gepaard gaat?
3. Is er dan echt geen ontsnapping uit de cycli van wedergeboorten?
Zou de mens na zijn dood wel echt in de hemel komen en daar samenwonen met de
voorouders? Waarom zou uitgerekend de mens ontsnappen aan de cirkel van dood en
leven?
Als je in die voorouderhemel niet voor eeuwig leeft, wat gebeurt er dan met je na de dood?
Misschien ga je daar ook wel dood. En als je ooit weer op de aarde komt ga je toch weer
dood =wederdood. Wederdood roept geen prettig gevoel op bij de Indiërs, omdat de
cyclus wéér opnieuw moet.
Hoe komt het dat het leven met veel leed gepaard gaat? En waarom bij de één meer dan
bij de ander? Niet iedereen wordt gelijk behandeld. Sanatana Dharma (wees goed)= de
samsara (kringloop van het leven) van het leven, oorzaak en gevolgen. Moksha = de ziel
wordt verlost uit de kringloop. Het bestaan van de atman (letterlijk; het zelf) werd
verondersteld, de onsterfelijke ziel die leven na leven doormaakt. Deze atman zit in elk
organisme, en maakt deel uit van een soort al-ziel (brahman, goddelijke ziel, goed) die het
hele universum bezielt. De atman zou op zoek gaan naar brahman om samen te komen
wat voor een einde van de vermoeiende wedergeboorten zorgt. Brahman zorgt dus voor
uiteindelijke rust.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nvheeren0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.