KORTE SAMENVATTING Recht voor de creative industrie (HOORCOLLEGES + BOEK)
23 views 1 purchase
Course
M206 Recht Voor De Creatieve Industrie (M206)
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Recht in de creatieve industrie
Ben je opzoek naar de ideale korte, duidelijke en volledige samenvatting voor je tentamen? In deze samenvatting zitten de hoorcolleges en het boek duidelijk en kort uitgewerkt.
H1 t/m 4, h6 (behalve 6.2.1 en 6.3.1), h7 (behalve 7.7) en h8
January 26, 2021
7
2020/2021
Summary
Subjects
creative business
tentamen
ilse van de laar wijdeven
hoorcollege
boek
recht voor de creatieve industrie
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Creative Business
M206 Recht Voor De Creatieve Industrie (M206)
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
esmeeglismeijer
Reviews received
Content preview
Recht voor de creative industrie
(Belangrijke punten)
Hoofdstuk 1
Vier functies van het recht:
1. Normatieve functie —> niet stelen of moorden, normbesef (met bijbehorende straf)
2. Instrumentele functie —> verkeersregels, volg je voor de wet
3. Aanvullende functie —> vergeten afspraken te maken, je kan altijd terugvallen op de wet
4. Geschiloplossende functie —> een derde persoon (de rechter) helpt bij het oplossen van het con ict.
Vier rechtsbronnen in de wet:
1. De wet: Codi catie van regels
* Formele zin: (grondwet) vastgelegd door de formele wetgever
* Materiële zin: bevat algemeen verbindende voorschriften (avv’s) (regels die voor iedereen gelden,
meerdere personen naast de formele wetgever kunnen deze wetten opstellen)
De regering (de koning en de ministers) + de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) = formele wetgever
2. De jurisprudentie: (rechtersrecht) leegte in de wet opvullen met de praktijk (aanvullend op de wet).
3. Het verdrag: afspraken gesloten door staten (onderling) en /of volkenorganisaties.
Inhoud van de verdragen:
* Rechten en plichten van staten
* Rechten opnemen over burgers
* Internationale organisaties/internationale tribunalen in het leven roepen.
Twee manieren in het doorwerken van een nationaal recht:
* Transformatiesysteem: verdrag pas in na het omzetten in land door een eigen wet.
* Incorporatiesysteem: rechtstreekse werking.
4. Het gewoonterecht: ongeschreven recht (niet gecodi ceerd, gedragslijn, rechtsplicht).
Soevereiniteit: ieder land mag regels maken voor zijn eigen grondgebied, door verdragen (internationale
rechtsbronnen) kunnen landen onderling samenwerken.
Rechtsgebieden in Nederland:
1. Privaatrecht: burgers onderling
Twee rechtsgebieden uit het privaatrecht:
* Het verbintenissenrecht (het aangaan van een overeenkomst)
* Het intellectueel-eigendomsrecht (gaat over bescherming van voortbrengselen van de menselijke geest)
* (Goederenrecht, ondernemingsrecht, personen- en familierecht, arbeidsrecht)
2. Publiekrecht: burgers en overheid/overheid onderling
Rechtsgebieden waar het publiekrecht uit bestaat:
* Het staatsrecht (regels die bepalen hoe het nieuwe kabinet tot stand komt)
* Het strafrecht (bepaalt welke feiten strafbaar zijn en wat de straf is)
* Het bestuursrecht (regels waar de overheid zich aan moet houden bij het nemen van beslissingen)
Rechtspraak is onafhankelijk.
Klassieke grondrechten:
* Overheid moet respecteren
* Overheid heeft een resultaatverplichting
* Zonder overheidsbemoeitenis
* Vrijheid van meningsuiting
* Recht op privacy
* Verbod op discriminatie
1
fi fi fl
, Sociale grondrechten:
* Overheid heeft inspanningsplicht
* Overheid moet voorzieningen tre en
* Bemoeitenis van de overheid
* Recht op werken en wonen
* Onderwijs
* Volksgezondheid
Trias politica: scheiding/verdeling van de macht (Tijd van de Verlichting, Montes Que)
1. Wetgevende macht
2. Besturende macht
3. Rechtsprekende macht
Wetten moeten geïnterpreteerd worden, niet alle situaties staan in het wetboek of worden opgevat zoals in
de tijd van de making van de wet:
* Historische interpretatie: duikt in de geschiedenis wat wordt bedoelt en het betekend.
* Anticiperende interpretatie: rechtsonzekerheid
* Teleologische interpretatie: wat is de bedoeling van een wet, is dit door de jaren heen veranderd?
Het volkenrecht:
* Tussen staten onderling
* Tussen staten en volkenrechtelijke organisaties
* Burgers en bedrijven kunnen ook een beroep doen op het volkenrecht
—> bestaat uit enerzijds: geschreven regels, vastgelegd in verdragen. Anderzijds ongeschreven
gewoonterecht.
* Verordening, (Europese Wet) bindend besluit voor de hele EU.
* Richtlijn, legt doel voor aan het land. Het land heeft eigen invullen hoe het doel gehaald gaat worden.
* Besluiten, rechtstreekse toepadding voor geadresseerde.
Europese rechtsregels hebben een supranationale werking —> ze gaan voor de nationale wet.
Verordeningen hebben een directe werking (de regels worden rechtstreeks doorgewerkt zonder omzetting
naar de nationale wet), richtlijnen niet.
Interlectueel-eigendomsrecht:
Alle regels ter bescherming voor jouw gemaakte creaties (met de daarop gebaseerde jurisprudentie).
* Wetten
* Verdragen
* Richtlijnen
* Verordeningen
Intellectueel bestaat uit verschillende deelgebieden (rechtsregimes): auteursrecht, merkenrecht,
octrooirecht, handelsnaamrecht, modellenrecht, databankenrecht, kwekersrecht en topogra erecht.
Het Unieverdrag van Parijs: ziet toe op internationaal merkenrecht, octrooirecht, modellenrecht,
handelsnaamrecht. —> voorrangsrecht. Octrooirecht: recht van uitvindingen uit een langdurig onderzoek.
De Berner Conventie: (168 landen) accepteren en erkennen elkaars auteursrechten. —>
assimilatiebeginsel; andere landen dezelfde rechten bieden als de eigen burger.
Het TRIPS-verdrag: gaat over handelsaspecten. Dit verdrag is belangrijk voor de internationale handhaving
van IE-rechten.
Harmoniseren: betekent dat landen hun wetgeving zo veel mogelijk in overeenstemming brengen met het
EU-recht.
CBO’s (Collectieve Beheers Organisaties): als radiomaker hoef je niet voor elk liedje toestemming te
vragen.
* Buma Stemra: behartigd de belangen van de componist
2
ff fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeeglismeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.