Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Deze samenvatting is gemaakt ter voorbereiding voor de BIAZ (Basis Inleiding Acute Zorg). De samenvatting is gebaseerd op het thema Centraal zenuwstelsel, één van de drie onderdelen van de BIAZ. De samenvatting is gemaakt aan de hand van theorie uit de boeken Anatomie en fysiologie een inleiding ...
,Inhoudsopgave
Anatomie en fysiologie ........................................................................................................................... 2
Zenuwstelsel algemeen ...................................................................................................................... 2
Cerebrum ............................................................................................................................................ 2
Diencephalon, mesencephalon, pons en cerebellum ......................................................................... 4
Medulla oblongata en ruggenmerg .................................................................................................... 4
Hersenvliezen...................................................................................................................................... 5
Intracraniële druk................................................................................................................................ 5
Bloedvoorziening van de hersenen..................................................................................................... 7
Hersenventrikels en liquor .................................................................................................................. 8
Neurale buis ........................................................................................................................................ 8
Fysiologie ............................................................................................................................................ 9
Neuronen, gliacellen en witte en grijze stof ..................................................................................... 11
Neurologische aandoeningen ............................................................................................................... 23
Bewustzijn en bewustzijnsstoornissen ............................................................................................. 24
Neurologie......................................................................................................................................... 28
Neurologisch onderzoek ................................................................................................................... 33
Epilepsie ............................................................................................................................................ 36
Epileptische aanvallen ...................................................................................................................... 38
Status epilepticus .............................................................................................................................. 39
Pijn, pijnbestrijding en sedatie.............................................................................................................. 40
Postoperatieve pijn en pijnbestrijding .............................................................................................. 40
Opioïden............................................................................................................................................ 42
Anatomie en fysiologie van pijn ........................................................................................................ 44
Viscerale pijn ..................................................................................................................................... 47
Oncologische pijn .............................................................................................................................. 48
Chronische pijn ................................................................................................................................. 49
Sedatie .............................................................................................................................................. 50
1
,Anatomie en fysiologie
De anatomie en fysiologie benoemen van het centrale en perifere zenuwstelsel, te weten:
cerebellum, diencephalon,mesencephalon, pons, cerebellum, medulla oblongata, ruggenmerg en
hersenvliezen.
Zenuwstelsel algemeen
Het zenuwstelsel is een orgaansysteem wat een coördinerende rol speelt bij verschillende
handelingen. Dit orgaansysteem ontvangt prikkels van zowel het inwendige als uitwendige milieu
(via de zintuigen), integreert deze informatie en coördineert op zijn beurt gewilde en ongewilde
reactie van vele andere orgaanstelsels. De volgende organen zijn betrokken bij de sensorische
functies: oren, ogen, tong, neus, huid, spieren, pezen, gewrichten, vliezen, botvlies, interne organen,
buikvlies en longvliezen.
Anatomisch gezien kan het zenuwstelsel in twee grote onderdelen verdeeld worden: het centrale
zenuwstelsel (CZS) en het perifere zenuwstelsel (PZS). Het centrale zenuwstelsel bestaat uit een
tweetal grote structuren: het ruggenmerg en de hersenen. In het CZS vindt de werking van
sensorische informatie plaats en worden impulsen doorgegeven naar spieren. In de hersenen
bevinden zich uiteraard ook nog hogere functies, zoals intelligentie, emoties en het geheugen.
De communicatie tussen het CZS en de rest van het lichaam (organen en spieren) vindt plaats via het
perifere zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel omvat al het zenuwweefsel buiten het centrale
zenuwstelsel. Het bestaat uit 12 paar hersenzenuwen, perifere zenuwen en 30 paar
ruggenmergzenuwen (uitlopers naar de linker en rechter lichaamshelft).
Functies zenuwstelsel:
1. Meet het interne en externe milieu
2. Integreert informatie van de zintuigen
3. Coördineert gewilde en ongewilde reactie van vele andere orgaanstelsels
Zenuwstelsel bestaat uit:
➢ Centraal zenuwstelsel (CZS): integreert en coördineert de verwerking van sensorische
informatie en het doorgeven van impulsen naar spieren. Het bevat ook de hogere functies
(intelligentie, geheugen en emoties). Bestaat uit:
- Hersenen
- Ruggenmerg
➢ Perifere zenuwstelsel (PZS): bevat al het zenuwweefsel buiten het CZS.
- Efferent: bestaat uit het somatische zenuwstelsel (SZS) (stuurt skeletspieren aan) en het
autonome zenuwstelsel (AZS)/visceromotorisch systeem (zorgt voor automatische,
onwillekeurige regulering van glad spierweefsel, hartspierweefsel, klierwerking en vetweefsel.
Het AZS bestaat uit sympathisch en parasympathisch deel.
Cerebrum
Het cerebrum (grote hersenen) is het grootste gedeelte van de hersenen. In het cerebrum worden
bewuste gedachten gevormd en verstandelijke functies worden uitgevoerd, zoals denken, verstand,
geheugen, emotionaliteit, zelfbewustzijn, creativiteit, etc. Het cerebrum bestaat uit twee helften,
hemisferen, welke met elkaar in verbinding staan. De buitenste laag van het cerebrum is de
hersenschors, cortex cerebri. Deze schors vormt een reeks vouwen, gescheiden door ondiepe of
diepe instulpingen. Door deze vorm wordt het oppervlak van de hersenen vergroot.
2
, De verschillende hersenkwabben en functies daarvan beschrijven.
Hersenkwabben
Iedere kwab houdt zich bezig met motorische aansturing en sensorische informatie. Elke hersenhelft
is via motorische en sensorische banen verbonden met de tegenoverliggende zijde van het lichaam.
De rechterhersenhelft stuurt de linkerzijde aan en linkerhersenhelft stuurt de rechterzijde aan.
- Frontaalkwab (4)
De frontaalkwab is verantwoordelijk voor het denkvermogen, het initiatief, het blikcentrum en
sommige primaire functies. Het centrum van broca is gelokaliseerd in de dominante hemisfeer. Een
laesie veroorzaakt initiatiefverlies, ontremming, gedragsstoornissen en in de dominante hemisfeer
een onvermogen tot spraak.
- Pariëtaalkwab (2)
De pariëtaalkwab is verantwoordelijk voor de motoriek, de sensibiliteit, en het ruimtelijke inzicht.
Een laesie veroorzaakt hemiparese contralateraal, aparaxie, sensibiliteitsstoornissen contralateraal
en stoornissen in het ruimtelijk inzicht (ook links-rechts).
- Temporaalkwab (6)
De temporaalkwab is verantwoordelijk voor de concentratie, geheugen en taalbegrip. In de
dominante hemisfeer ligt het taalbegripcentrum van Wernicke. Een laesie veroorzaakt denk- en
concentratiestoornissen en in de dominante hemisfeer sensorische afasie.
- Occipitaalkwab (5)
De occipitaalkwab is verantwoordelijk voor de visuele waarneming. Een laesie veroorzaakt eenzijdige
contralaterale gezichtsvelduitval, visuele hallucinaties en soms prosopagnosie (niet kunnen
herkennen van gezichten).
Hersenschors
In de hersenschors is er een motorisch en sensorisch deel. In de hersenschors wordt informatie uit
de rest van het lichaam ontvangen, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Vervolgens wordt deze
geïnterpreteerde informatie omgezet in gedachten of aansturingen van het lichaam.
- Motorische schors (3)
Deze bevindt zich in de frontaalkwab. Neuronen in dit gebied wekken willekeurige bewegingen op
door somatisch motorische neuronen in de hersenstam en het ruggenmerg aan te sturen.
- Sensorische schors (1)
Deze bevindt zich in de pariëtaalkwab. Neuronen in dit gebied ontvangen
somatische-sensorische informatie van pijn-, druk-, tast- en
temperatuurzintuigen.
Het centrum van Broca en het centrum van Wernicke beschrijven.
Centrum van Broca (1)
Wordt ook het spraakcentrum van Broca genoemd. Het zorgt voor de
spraak en de mogelijkheid om in stilte tegen jezelf te praten. Een laesie
veroorzaakt afasie van Broca, ook wel motorische afasie genoemd. Er is
sprake van een motorisch probleem, de spraak is vaak stoterig. Ligt in de
frontaalkwab.
Centrum van Wernicke (2)
Wordt ook het sensorisch spraakcentrum genoemd. Het is verantwoordelijk
voor het begrijpen van taal. Een laesie kan dyslexie en een sensorische afasie
veroorzaken. Sensorische afasie betekent dat er een verstoord taalbegrip is.
De gesproken taal mist betekenis. Ligt in de temporaalkwab.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquevm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.25. You're not tied to anything after your purchase.