Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Verpleegkunde
Medische Kennis 1.1c
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
isahoffmann
Content preview
Leerdoelen bijeenkomt 13
Anatomie en fysiologie: hoofdstuk 11
Interne geneeskunde: hoofdstuk 4 alleen 4.1 t/m 4.3.2 – 4.4 t/m 4.6
Pathologie: hoofdstuk 8 alleen 8.8 t/m 8.8.4
1. De onderdelen van bloed, de belangrijkste functies van bloed en de fysische
eigenschappen van bloed beschrijven.
Bloed is een gespecialiseerd type bindweefsel dat bestaat uit cellen die in een vloeibare
matrix ronddrijven
Vol bloed bestaat uit plasma, cellen, cel fragmenten en opgeloste stoffen
Bloed heeft 5 belangrijke functies:
- Transport van opgeloste gassen, voedingsstoffen, hormonen, afvalproducten van de
stofwisseling
Bloed transporteert zuurstof vanuit de longen naar de weefsels en
koolstofdioxide vanuit de weefsels naar de longen (longen geven dus O2 af en
nemen CO2 op)
Bloed transporteert voedingstoffen die in het spijsverteringskanaal zijn
opgenomen of die vanuit opslagplaatsen in vetweefsel of in de lever zijn
afgegeven
Bloed transporteert hormonen vanuit endocriene klieren naar doelcellen
Bloed neemt afvalstoffen op die door actieve cellen worden gevormd en
vervoert dit naar de nieren
- Stabilisering van de pH en de ionensamenstelling van de interstitiële vloeistof in het
gehele lichaam
Via diffusie tussen interstitiële vloeistof en bloed wordt een plaatselijk tekort
of overmaat aan ionen (bv. calcium of kaliumionen) opgeheven
Bloed absorbeert en neutraliseert de zuren
- Beperking van het vloeistofverlies bij verwonding
De bloedprop die ontstaat als gevolg van bloedstolling werkt als tijdelijke
afsluiting voorkomen dat er nog meer bloed verloren gaat
- Verdediging tegen gifstoffen en ziekteverwekkers
Bloed vervoert leukocyten en antistoffen
Leukocyten = gespecialiseerde cellen die de weefsels binnendringen om
infecties te bestrijden of afvalstoffen te verwijderen
Antistoffen = speciale eiwitten die binnendringende organisme of
lichaamsvreemde verbindingen aanvallen
- Stabilisering van de lichaamstemperatuur
Lichaamstemperatuur te hoog bloed wordt vervoerd naar het
huidoppervlak warmte wordt aan omgeving afgestaan
Lichaamstemperatuur te laag warme bloed stroomt grotendeels naar de
belangrijke structuren (hersenen + temperatuur gevoelige organen)
,Hemopoëse= proces waarbij alle vaste bloedbestanddelen worden gevormd. Myeloïde
stamcellen en lymfoïde stamcellen delen zich, zodat alle 3 de types vaste bestanddelen
worden gevormd
2. De samenstelling en functies van bloedplasma beschrijven.
Samenstelling van plasma
Plasma vormt het grootste deel (55%) van vol bloed.
Plasma bestaat uit:
- Plasma-eiwitten (7%)
- Overige opgeloste stoffen (1%)
- Water (92%)
3 belangrijkste typen plasma-eiwitten en hun functies :
- Albumine (ong. 60% van de plasma-eiwitten)
Handhaven van osmotische druk van het plasma
- Globulinen (ong.35% van de plasma-eiwitten)
Dit zijn antistoffen (ofwel immunoglobulinen vallen vreemde eiwitten en
ziekteverwekkers aan) en transporteiwitten (binden zich aan kleine ionen,
hormonen of aan verbindingen die anders bij de nieren zouden worden
uitgescheiden of die slecht in wateroplosbaar zijn)
- Fibrinogeen (ong. 4% van de plasma eiwitten)
Wordt omgezet in fibrine en speelt een rol bij bloedstolling
Serum blijft over als de stollingseiwitten uit het bloedplasma worden verwijderd
Albumine en firbrinogeen wordt volledig in de lever gevormd. Het grootste deel van
globuline wordt in de lever gevormd, maar een deel (antistoffen) worden gevormd door
de plasmacellen van het lymfevatenstelsel.
3. De kenmerken en functies van rode bloedcellen beschrijven, aangeven op welke
wijze onderdelen van rode bloedcellen opnieuw worden gebruikt, en
erytropoëse beschrijven.
Rode bloedcellen ofwel erytrocyten
,Kernmerken
- Vormen iets minder dan de helft van het bloedvolume
- Vormt 99,9% van de vaste bloedbestanddelen
- Hematocriet: percentage erytrocyten in vol bloed
(normale percentage is bij mannen 46% en bij vrouwen 42%
- Erytrocyten hebben geen kern en ribosomen hierdoor kunnen ze zich niet delen
en geen structurele eiwitten of enzymen vormen
- Erytrocyten zijn inefficiënt wat betreft energieverbruik, omdat ze zonder
mitochondriën via anaerobe dissimilatie energie krijgen ze nemen glucose uit
het omringde bloedplasma op
- Belangrijke bouwstoffen: ijzer, vitamine B12 en foliumzuur
- Belangrijkste eiwit; hemoglobine
- Levensduur is circa 120 dagen
- Aantal erytrocyten: 5 x10^9 per liter
- Hemoglobinegehalte (Hb):
Mannen 8,5-10,5 mmol/l
Vrouwen 7,5-9,5 mmol/l
Structuur
Biconcaaf schijfje met een dun centraal gebied en een dikke buitenste rand
Deze structuur heeft 2 belangrijke effecten op het functioneren:
1. Elke erytrocyt heeft een groot oppervlakte ten opzichte van de inhoud waardoor
diffusie snelheid tussen het cytoplasma en het omringde bloedplasma wordt verhoogd
2. Erytrocyten zijn flexibel, zodat ze door de nauwe capillairen kunnen worden geperst
Functies
Ze vervoeren zuurstof en koolstofdioxide in de bloedcirculatie
Het bloed geeft CO2 af aan de longen en neem O2 op
Het bloed geeft O2 af aan de weefsels en neemt CO2 op
Inhoud
Een volwassenen erytrocyt bestaat uit een celmembraan die een hoeveelheid transsport
eiwitten omgeeft
95% van de eiwitten bestaat uit het molecuul hemoglobine (Hb)
Hemoglobine = een globulair eiwit en is verantwoordelijk voor het vermogen van de cel
om zuurstof en koolstofdioxide te vervoeren en bestaat uit 4 subeenheden.
Elke subeenheid bevat 1 molecuul haem
Elk molecuul haem bevat een ijzerion waaraan een zuurstofmolecuul reversibel
(omgekeerd) gebonden kan worden
Helderrood bloed: erytrocyten met hemoglobine waaraan zuurstof is verbonden
Donkerrood bloed: er is geen zuurstof verbonden
O2 concentratie in bloedplasma is hoog
Binden de hemoglobinemoleculen zuurstof tot alle haemmoleculen zijn verzadigd
, O2 daalt in bloedplasma CO2 stijgt in bloedplasma
Bloedarmoede = anemie
Bloed met een laag hematocriet of bij wie de erytrocyten minder hemoglobine bevatten
Hergebruik hemoglobine
Hemoglobinurie = grote aantallen erytrocyten in het bloed worden afgebroken urine
roodbruin of bruin
Hemolyse = erytrocyten die in het bloed scheuren
Versleten erytrocyten worden door fagocyterende cellen (macrofagen) in lever, milt en
beenmerg herkent en in deze cellen opgenomen voordat er hemolyse kan plaats
vinden bij dit proces wordt hemoglobine (en andere onderdelen van erytrocyten)
hergebruiken zie evntueel figuur 11-4 bladzijde 458
1. 4 Globulare eiwitten afgebroken tot aminozuren
2. Haemmolecuul wordt omgezet in biliverdine en daarna in bilirubine
3. Het losgekoppeld ijzer kan in de macrofaag worden opgeslagen of aan het bloed
worden afgegeven daar bindt het zich aan transferrine
Erytropoëse
- Vorming van erytrocyten, vindt bij een volwassen voornamelijk plaats in het rode
beenmerg (myeloïde weefsel)
- Vorming neemt toe bij stimulering door erytropoëtine (EPO), dat wordt afgegeven
wanneer penfere weefsels aan een lage zuurstoofconcentratie worden
blootgesteld
Niet te leren maar als verduidelijking
Ijzer komt in lichaam door groene groenten en vlees. Wordt opgenomen in de dunne darm
duodenum komt in je bloedbaan en wordt gebonden aan transferine (=transporteiwit).
Vervoerd naar opslagorganen (lever, milt, beenmerg). In het beenmerg wordt het ook
gebruikt voor vorming erytrocyten via voorlopercellen. Ijzer wordt in cellen gebonden aan
ferritine (=opslageiwit).
Aanmaak ferritine wordt gestimuleerd door ijzer hoe meer ijzer, hoe meer ferritine
Ferritine voor grootste deel in cellen, klein deel in het bloed kan je meten in het lab
4. De factoren bespreken die iemands bloedgroep bepalen en beschrijven waarom
een bloedgroep belangrijk is.
Antigeen= stoffen (meestal eiwitten) die immuunreactie kunnen veroorzaken = een
verdedigingsactie waarmee het lichaam tegen infectie wordt beschermd
De membranen van alle cellen in het lichaam bevatten oppervlakteantigenen, stoffen die
ons immuunsysteem als ‘normaal’ herkent dus het immuun stelsel negeert deze stoffen
en valt ze niet aan als ‘lichaamsvreemd’
De aan- of afwezigheid van specifieke oppervlakteantigenen op de plasmamembraan van
erytrocyten bepaalt je bloedgroep.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isahoffmann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.