100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Media-effecten (S0B02C) $10.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Media-effecten (S0B02C)

 38 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige lesnotities van het OPO Media-effecten gegeven door professor Ouvrein. Met deze notities behaalde ik een 17/20 in eerste zit.

Preview 4 out of 182  pages

  • January 26, 2021
  • 182
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Media-effecten
Dinsdag 24/9


Inleiding


Wat zijn media-effecten? Wat is onderzoek naar media-
effecten?
 Media effecten betekenis: sociale of psychologische responsen (het hoeft geen waarneembare
respons zijn) + bloostelling of verwerking van boodschap (de boodschap hoeft niet altijd verwerkt
te zijn om een invloed te hebben)

 Media effecten is een vorm van kennis die we proberen te verzamelen over de realiteit
o 3 manieren om kennis op te bouwen:
1. Kennis door ervaring = empirie
a. Beschouwd als betrouwbaar
b. Veel trial and error  trage vooruitgang want enkel aangewezen op
eigen ervaring
c. Veel gebruikte techniek om oordelen te vellen over media-effecten
2. Kennis door autoriteit
a. Vertrouwen geven aan bepaalde mensen door achtergrond dat die
persoon heeft vb. dokter
b. Te veel vertrouwen?  doortrekken naar iedereen/doortrekken naar
andere domeinen?
c. Wie is te vertrouwen over media-effecten? Worden er geen andere
doelen bereikt dan wij denken?
3. Kennis door wetenschap
a. Systematische observatie (bij wetenschap: keer op keer hetzelfde
observeren) casual observatie (ervaring)
b. Science works: wetenschap werkt
c. Ook nadelen: wetenschap door mensen en mensen maken ook fouten

 Doelen van wetenschap
1. Voorspellen
 = zeggen wat er in de toekomst gaat gebeuren
 Mensen baseren hun gedrag daarop
 Media-effecten vb. voorspellen welke kinderen vatbaar zijn voor geweldeffecten
 MAAR beperkingen aan voorspellingen: voorspellingen op lange termijn is
moeilijk binnen wetenschap
2. Verklaren
 = in bredere context plaatsen
 Worden voortdurend verder opgebouwd
 Media-effecten vb. verschillende verklaringen voor geweld effect




1

, 3. Begrijpen
 = de volgorde kennen van causale gebeurtenissen
 Komt voort uit een goede verklaring
 Media effecten vb. welke verschillende stappen tussen blootstelling en gedrag?
4. Controleren
 = gevolg van voorspellen, verklaren en begrijpen
 Gedrag gaan controleren
 Media-effecten vb. rating systemen films of games, welke games hebben het
meest effect op kinderen, games raten waardoor er enige controle is op games
 = vertaling naar de bredere context van wetenschappelijk onderzoek. Hoe we de
kennis in de praktijk kunnen gebruiken.

 Hoe worden de doelen van wetenschap bereikt?
1. Theorie
 The chicken and the egg: wat was er eerst? Theorie en dan onderzoek of eerst
onderzoek en dan theorie
 Theorie vs idee
o Theorie is meer dan 1 statement
o Eerste stap: hernconcepten bepalen en hun relaties
o Op basis van theorie worden hypotheses geformuleerd die getest
kunnen worden. Als je ze niet kan testen kan je niet tot kennis komen.
Hypotheses zelf zijn geen theorie maar worden hierdoor ontstaan
o In praktijk: wisselwerking tussen theorie en data
2. Falsifieerbaarheid
 Je moet op voorhand kunnen zeggen welke bevindingen ervoor zorgen dat de
hypothese fout is
 Vb. alle zwanen zijn wit
o H: de volgende zwaan die je ziet is wit
o O: de zwaan is wit
 H is bevestigd
3. Creativiteit
 Theorie wordt door mensen gemaakt, die ook ooit studenten waren
 Mensen zijn meer geneigd ze ernstig te nemen als ze logisch lijken: logica!
 Creativiteit nodig om een theorie te ontwikkelen

4. Generaliseerbaarheid
 Wetenschap zoekt naar algemene patronen
 Zo veel mogelijk verklaren met zo weinig mogelijk variabelen, hoe minder
variabelen hoe algemener je verklaart
 Case studies zeggen weinig over algemene patronen  persoonlijke ervaring is
concrete case dus niet goed voor algemene patronen
 Die algemene patronen als kennis verspreiden helpt veel meer
5. Objectieve waarheid ontdekken
 “er is geen objectieve waarheid” wordt vaak gezegd
 Maar als wetenschapper geloven dat er een objectieve waarheid is en dat je die
moet achterhalen, het is niet mogelijk dat alle tegen-statements waar zijn.
 Media heeft een invloed op kinderen, of media heeft geen invloed op kinderen
 Betekent niet dat die invloed op alle kinderen hetzelfde is!

2

, 6. Sceptisch blijven
 Altijd mogelijkheid tot controversies: nieuw onderzoek dat het tegengestelde
beweert en vindt
 Er zijn geen definitieve conclusies
 Maar consensus groeit met meer onderzoek te doen

Geschiedenis van media-effecten onderzoek
 Aantal centrale gebeurtenissen die bezorgdheden over effecten van massa media hebben
doen toenemen:
1. Spaans-Amerikaanse oorlog (1898)
a. Newspaper publischer William Randolph Hearst: brief van spaanse regering
waarin de amerikaanse president beschreven wordt als een zwak figuur en niet
durft op te treden tegen Spanje  grote invloed gehad op publieke opinie van
Amerikanen. President staat onder druk om effectief de oorlog te starten. Deze
media publicatie wordt gezien als een onrechtstreekse oorzaak van de oorlog.
2. Porpaganda WO I (1917)
a. George Creel
b. Wartime propaganda: reeks van mediapublicaties om publieke opinie omtrent
oorlog te beïnvloeden over dat oorlog noodzakelijk
3. Films als ontspanning (1925)
a. Werd razend populair omdat mensen nog geen andere
ontspanningsmogelijkheden in huis hadden
b. Maar riep vragen op: wat zijn de mogelijke effecten op kinderen? Op attitudes?
c.  steeds meer onderzoeksinteresse sinds toen
d.  Payne fund studies (1929-1932): reeks van studies (13) op films
 Onder leiding van Edgar Dale
 Inhoudsanalyse in grote thema’s: welke onderwerpen komen in films aan
bod? Vb. children, comedy, crime, history,…
 Meer dan 75% van de films vielen in drie categorieën: crime, love and
seks. = meest populaire topics
 Volgende stap: emotionele impact op mensen die de films zien?
o Gebruik van fysiologische electroden om te achterhalen hoe
kinderen en volwassenen reageren op bepaalde inhoud
(galvanische huidgeleiding: zweet meten)
o Resultaat: verschillen tussen jonge en oudere adolescenten.
Jonge kinderen vertonen bijvoorbeeld weinig respons op
erotische inhoud.  we moeten rekening houden met
individuele verschillen bij media-effecten
 Volgende stap: impact op gedrag?
o Vb. onderzoek Blumer: vragenlijsten en interviews bij kinderen
en jongvolwassenen: hoe denken ze dat media hun gedrag
beïnvloed?
o !! Verschilpunt: deze techniek zou veel kritiek krijgen op vandaag
 Foute inschattingen over zichzelf worden gemaakt
 Wat met onbewuste processen? Gewoon aan mensen
vragen hoe ze denken beïnvloed te worden is te weinig
 Na de Payne Fund studies: legacy of fear


3

, o Er is wel degelijk veel invloed van media, deze is krachtig en we
moeten bang zijn
4. The invasion from Mars (1930)
a. Dominant medium in VS: radio
b. War of the Worlds: narratief fictief verhaal verteld door Wells (30/10/1938) op
radio
c. Nog nooit zo een grote invloed op publiek geweest
d. Men dacht dat mensen zouden doorhebben dat het fictief was, maar dat was
niet zo  grootschalige paniek
e. Onderzoek door Princeton University
 Analyse van kranten, survey sens persoonlijke interviews
 Belangrijkste verklaring: het medium werd enorm betrouwt en gezien als
een nieuwsmedium door de Amerikanen
 Goede technieken werden gebruikt die bijdroegen tot realiteitsgevoel
 Veel mensen hadden de aankondiging gemist van het verhaal dat het
fictief was
 Individuele verschillen: media-effecten verlopen niet voor iedereen op
dezelfde manier

Media kan wereldwijd intense respons oproepen bij het publiek

 De eerste theorie rond media effecten: Magic Bullet model
o Beperkt onderzoek toen: case-onderzoek, exploratief, zonder theorie en hypotheses
o Magic Bullet Model = hypodermic needle model of mass communication = de
media fungeert als krachtige kogel/naald die medicijn injecteert en krachtige
processen gaat activeren
o Maar weinig aandacht voor verschillen in responses! Geloof van grootschalige
invloed op iedereen



5. The People’s choice study: nieuwe perspectieven op media-effecten
a. Onderzoeken in teken van presidentsverkiezingen in Amerika: Willkie en
Roosevelt
b. Onderzoek Columbia University: hoe en waarom beslissen mensen om te
stemmen?
c. Groot verschil met voorgaande onderzoeken: longitudinale panel studie met
grote controlegroepen  systematischer onderzoek waardoor zekerder van
verklaring
 Interviewen op 3 tijdstippen
 Het feit dat we die interviewen kan ervoor zorgen dat het hun visies
beïnvloedt net omdat ze erover nadenken  om dit te kunnen uitsluiten
komt er een tweede panel bij die dezelfde vragen krijgen (meetmoment
1 voor hen.). Is er een verschil tussen meetmoment 3 voor eerste groep
en meetmoment 1 voor tweede groep? Zo ja, het feit dat ze geïnterviewd
worden heeft effect. Zo verder gegaan tot 6 momenten.
d. Belangrijke bevinding: geen significante verschillen tussen panel groep en
controle groep  longitudinale methode werkte goed
e. Resultaten


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StCw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.97  1x  sold
  • (0)
  Add to cart