In deze samenvatting is alle verplichte stof samengevat en zijn alle hoorcolleges en werkgroepen samengevat. Ook zijn er enkele oefententamens beantwoord.
De samenvatting is zeer volledig en bevat 172 pagina's. Zelf heb ik met deze samenvatting een 9,2 gehaald
,Week 1
Hoofdstuk 1 - De arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst komt tot stand door wilsovereenstemming, dus aanbod en
aanvaarding als in artikel 6:217 BW. Een arbeidsovereenkomst kent volgens artikel
7:610 BW drie vereisten:
- De werknemer verbindt zich arbeid te verrichten;
o Het begrip arbeid wordt breed opgevat: de aard van de arbeid is niet van
belang. De arbeid moet wel van waarde zijn. Ook moeten de
werkzaamheden door de werknemer zelf worden verricht: er is geen
sprake van een arbeidsovereenkomst indien het de partij vrijstaat de
werkzaamheden door een ander te doen verrichten. Volgens artikel 7:659
is dit incidenteel wel toegestaan.
- De werkgever verbindt zich loon te betalen;
o Loon is de tegenprestatie van de arbeid en kan in meerdere vormen
geschieden. De geoorloofde loonvormen staan in artikel 7:617 BW.
- De werknemer verricht de arbeid in dienst van de werkgever.
o Er is sprake van een gezagsverhouding
Wanneer 1 van bovenstaande elementen ontbreekt, wordt van een overeenkomst van
opdracht gesproken. Het is tevens niet doorslaggevend welke betekenis/naam
contractanten zelf aan hun overeenkomst geven. Belangrijke indicatoren dat er geen
sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar een zzp’er, zijn:
1. Het doen van investeringen;
2. Het lopen van ondernemingsrisico’s;
3. Het werken voor diverse opdrachtgevers;
4. De vrijheid van degene die arbeid verricht ten aanzien van de werkindeling;
5. Het ontbreken van zeggenschap;
6. Het werken vanuit een eigen werkruimte;
7. Het zorg dragen voor inkomensverzekeringen;
Indien de werkzaamheden behoren tot de gewone bedrijfsarbeid van de opdrachtgever,
is dat een aanwijzing voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Indien de relatie
onduidelijk is, kan het rechtsvermoeden uit artikel 7:610a BW een rol spelen. Hij die (1)
ten behoeve van een ander (2) tegen beloning door die ander en (3) gedurende drie
opeenvolgende maanden wekelijks dan wel gedurende minstens twintig uren per maand
arbeid verricht, wordt vermoed dit te doen krachtens arbeidsovereenkomst.
In artikel 7:612 is de arbeidsovereenkomst met minderjarigen geregeld (<18). Volgens
dit artikel is een minderjarige vanaf 16 bekwaam tot het aangaan van een
arbeidsovereenkomst. Een persoon vanaf 16 kan dus gelijkelijk als een meerderjarige,
zonder bijstand van een vertegenwoordiger, een arbeidsovereenkomst sluiten. Onder
deze leeftijd is toestemming van een vertegenwoordiger vereist. Met deze toestemming
wordt gelijkgesteld het geval dat de minderjarige gedurende vier weken in dienst van de
werkgever arbeid heeft verricht, zonder dat de vertegenwoordiger een beroep heeft
gedaan op de handelingsonbekwaamheid als vernietigingsgrond (artikel 7:612 lid 2 BW).
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt in beginsel van rechtswege wanneer
de termijn waarvoor zij is aangegaan, is verstreken (artikel 7:667 lid 1 BW).
Bestuurders van een niet-beursgenoteerde nv of bv zijn veelal werkzaam op basis van
een arbeidsovereenkomst, ook al is hijzelf degene die gezag uitoefent. De bestuurder
van een beursgenoteerde vennootschap is echter wel uitgezonderd van het begrip
arbeidsovereenkomst. De artikelen voor een arbeidsovereenkomst zijn op deze
bestuurders dus niet van toepassing. Een bestuurder van een (normale) nv of bv kan op
grond van artikel 2:134 en 2:244 BW te allen tijde ontslagen worden en de rechter kan
niet veroordelen tot herstel.
, Arresten week 1
Groen/Schroevers
In dit arrest komt de vraag aan de orde, wanneer er sprake dient te zijn van een
arbeidsovereenkomst tussen partijen. De Hoge Raad kijkt hierbij naar hetgeen partijen
bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, en naar de wijze waarop partijen
feitelijk uitvoering aan de overeenkomst hebben gegeven.
Voor het antwoord op de vraag of tussen partijen een arbeidsovereenkomst als bedoeld
in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek bestaat, moet dit beoordeeld worden aan de
hand van de feiten en omstandigheden van het geval, waaronder de vraag of partijen
totstandkoming van een arbeidsovereenkomst hebben beoogd, alsmede de wijze waarop
partijen feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Daarnaast dient er
tussen partijen een gezagsverhouding te bestaan, dat ligt besloten in de zinsnede ‘in
dienst van de andere partij’ in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Tot slot dient er
rekening te worden gehouden met de maatschappelijke en economische positie van
partijen.
Niet één kenmerk is beslissend, de rechtsgevolgen moeten in hun onderling verband
worden bezien. Ook als blijkt dat partijen hebben bedoeld geen arbeidsovereenkomst te
hebben gesloten, doch blijkt dat de overeenkomst die zij de facto zijn aangegaan, alle
kenmerken van een arbeidsovereenkomst bezit, dan zal hun overeenkomst, in weerwil
van hun bedoeling (waaraan dan in ieder geval geen doorslaggevende betekenis
toekomt) als arbeidsovereenkomst moeten worden gekwalificeerd.
Kortom: bij het beantwoorden van de vraag of er sprake is van een
arbeidsovereenkomst is zowel de partijbedoeling, als ook de feitelijke uitvoering van de
overeenkomst van belang.
De raad verduidelijkt in een nieuw arrest dat de partijbedoeling wel van belang is bij de
vaststelling van de rechten en verplichtingen die tussen partijen gelden, maar niet bij de
vraag hoe de overeenkomst gekwalificeerd moet worden.
ABN Amro bank N.V/Malhi
Het antwoord op de vraag of de inleenovereenkomst stilzwijgend is gewijzigd in een
arbeidsovereenkomst is afhankelijk van wat partijen aan elkaar hebben verklaard en wat
zij uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijs mochten
afleiden (Haviltex-criterium).
Stipp/Care for Care
het conflict tussen de zorgdetacheerder en het bedrijfstakpensioenfonds voor de
uitzendbranche schept de Hoge Raad duidelijkheid over de vraag wanneer een
werkgever een uitzendwerkgever is. Hiervoor is geen allocatiefunctie vereist: het bij
elkaar brengen van vraag en aanbod naar tijdelijke arbeid.
Ktr. Amsterdam 23 juli 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5183
Bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst (of overeenkomst van
opdracht), is het onder andere van belang:
1. Wat heeft partijen voor ogen gestaan bij het aangaan van de rechtsverhouding;
a. Inroostering en toekennen bezorging;
b. Kleding;
c. Veiligheid;
d. Vervanging en persoonlijke arbeidsrelatie;
e. Administatie en tarieven
2. Op welke wijze hebben partijen uitvoering gegeven aan de overeenkomst.
Indien er een te grote vrijheid bestaat, is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 4pokes200. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.