De hoofdstukken die je moet leren tijdens de eerste periode van dit vak (leerjaar 1)
January 27, 2021
75
2020/2021
Summary
Subjects
jos marcus
nick van dam
tourism business
business
organisatie
management
breda university
business leerjaar 1
handboek organisatie en management
praktijkgerichte benadering
nhtv
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
NHTV (NHTV)
Toeristisch Management
Tourism Business
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
SamenvattingenBredaUniversity
Reviews received
Content preview
Samenvatting handboek
Inleiding (blz. 20,21)
Organisatie: is elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel.
Bedrijf: Een organisatie die goederen of diensten produceert.
Onderneming: Een bedrijf dat als doel heeft het maken van winst.
Management: is het bestuur van een organisatie
Organisatie en management: wordt gevormd door de leiding van een organisatie die tot taak heeft
de onderneming te besturen. De leer van het bestuur van elke vorm van menselijke samenwerking
voor een gemeenschappelijk doel.
Hoofdstuk 2
Strategisch management: het zorg dragen voor een juiste afstemming op de omgeving alsmede het
permanent peil houden en ontwikkelen van bekwaamheden, die nodig zijn om eventueel
noodzakelijke wijzigingen in de strategie te verwezenlijken.
Strategie: Een plan waarin staat aangegeven wat een organisatie wil doen om haar doelstellingen te
realiseren. Plannen is een van de belangrijkste taken bij management.
Klassieke benadering: de eerste benadering
Strategische planning: dit gebruik je om een evenwicht te vinden tussen de middelen, de sterkte en
zwakte van de onderneming enerzijds en de kansen en bedreigingen vanuit de omgeving anderzijds.
Nieuwe of moderne richting: opvattingen van Mintzberg te herkennen (p’s)
Hoe bereikt een bedrijf een groei?: autonome groei, kiezen voor een samenwerking of aan gaan van
fusies en overnames
Omgeving: mogelijke kansen en bedreigingen rond een organisatie
-de definitie van huidige visie, doelstellingen en strategie
-een intern onderzoek
-een extern onderzoek
Visie: missie + principes
7-S-model: 7 managementinstrumenten:
1. Structuur: Dit betreft de beschrijving van de organisatievorm. Arbeidsverdeling (schema’s),
instellen van projectgroepen zonder de basisstructuur van de organisatie te veranderen.
2. Systemen: Dat wil zeggen de informatie- en communicatiestromen, zowel formeel als
informeel, binnen de organisatie.
3. Stijl van management: Dit betreft gedragspatronen die karakteristiek zijn voor topmanagers
van de onderneming. De managementstijl heeft een grote invloed op de cultuur in de
organisatie.
, 4. Staf: Hiermee wordt bedoeld de aandacht voor de totale human resources binnen de
organisatie.
5. Sleutelvaardigheden: Dit zijn de vaardigheden of activiteiten waarin de onderneming als
geheel uitblinkt en waarin ze zich onderscheidt van de concurrentie.
6. Strategie: Dit is een plan, waarin staat aangegeven wat een organisatie wil doen om haar
doelstellingen te realiseren.
7. Significante waarde: Ofwel de visie.
Visie word gebruikt als operationeel managementinstrument op de volgende wijze:
- Motiveren van medewerkers
- Focussen van medewerkers op relevante activiteiten;
- Scheppen van een kader aan de hand waarvan medewerkers kunnen afleiden op welke wijze
activiteiten moeten worden ingevoerd in de organisatie en hoe deze activiteiten passen
binnen een groter geheel.
-
Missie: bestaat uit een beschrijving van product-markt-combinaties en de manier waarop men
hiermee structureel concurrentievoordeel kan realiseren. (DOEL VAN BEDRIJF)
Visie: missie+waarden: het doel van het bedrijf met de bijpassende waarden.
Principes: hebben betrekking op de normen en waarde van de organisatie. Deze worden getoetst
aan de maatschappelijke normen en waarden.
-Kwaliteit komt eerst
-De klant komt eerst
-Wij zijn betrouwbaar en integer
-Onze medewerkers zijn onze kracht
Waarden: een woord, dingen die jij belangrijk vindt: geluk, respect enz.
Normen: is het uitvoeren van de waarden
Organisatiedoelstellingen: geven de relatie aan van de organisatie met haar omgeving en haar
werknemers met daarbij doelen. De inhoud van de doelstellingen is dan ook ingegeven door de
belanghebbenden van de organisatie. (De aandeelhouders (vermogensverschaffers) hebben ook een
belangrijke stem hierbij).
Organisatiedoelstellingen hebben vaak betrekking op een of meer van de volgende onderwerpen:
1. Belangenevenwicht: Wij zijn een betrouwbare partner voor onze klanten, aandeelhouders,
personeel en leveranciers.
2. Winstgevendheid: Wij streven ernaar onze producten en diensten winstgevend te maken
voor onze klanten en onszelf.
3. Kwaliteit: Elk van ons levert foutloze, perfecte producten af en helpt onze klanten op tijd.
4. Effectiviteit en efficiency: Wij moedigen ons personeel aan mee te werken aan het
vaststellen van targets en plannen hoe deze het beste kunnen worden bereikt.
5. Imago: Wij zijn een toonaangevende leverancier van producten en diensten.
6. Gedragsregels: Wij werken gedisciplineerd en houden ons aan ons woord.
, Gekozen strategie: Het is belangrijk om te zien in welke mate de doelstellingen zijn bereikt.
Hoofdstuk 8 (blz 363 tot 368)
Groep: Als twee of meer mensen die bewust met elkaar samenwerken om bepaalde doelen te
realiseren.
Voorbeelden binnen organisaties: projecten, commissies, brainstormsessies, managementteams en
afdelingen.
Formele groepen: als deze een plek heeft binnen de structuur van de organisatie. Kan permanent of
tijdelijk zijn van karakter.
Voorbeeld van een formeel permanente groep: een managementteam
Voorbeeld van een formele tijdelijke groep (taskforce): een werkgroep die een automatiseringsplan
ontwikkelt. Na dit project stopt de groep.
Informele groepen: dit zijn groepen buiten de structuur van organisaties om. Meestal ontstaan uit
vriendschap/gemeenschappelijke interesses. Er wordt dus zelf voor gekozen. Kan van groot belang
zijn bij het ontwikkelen van beleid en bij de uitvoering van allerlei activiteiten, ook bij het versterken
van gemeenschappelijke normen en waarden in een organisatie.
Horizontale groep: Wanneer de groepsleden afkomstig zijn van hetzelfde hiërarchische niveau uit de
organisatie. Kunnen binnen verschillende niveaus werkzaam zijn. Belangrijk doel is om te komen tot
afstemming en coördinatie van bepaalde activiteiten.
Verticale groep: Wanneer groepsleden afkomstig zijn verschillende hiërarchische niveaus binnen
een organisatie. Doel ligt meestal op het gebied van communicatieoverdracht.
Gemengde groep: Combinatie tussen een horizontale en verticale groep. Kan zowel formeel als
informeel aanwezig zijn binnen een organisatie.
Virtuele teams (elektronisch groepsnetwerk): Medewerkers werkzaam uit verschillende landen.
Elkaar ontmoeten via de digitale snelweg is mogelijk. Er word gecommuniceerd via videoconference.
Er worden ook veel kosten bespaard (vliegtickets, verblijfkosten enz). Er kunnen wel problemen
optreden: technische problemen, de veelheid van culturen).
Zelfsturende teams (autonome werkteams): Tot op zekere hoogte zelf verantwoordelijkheid dragen
voor activiteiten. Groep medewerkers neemt beslissingen die nodig zijn om activiteiten uit te voeren.
Beslissingen liggen op operationele niveau als op niveau van managementtaken.
Een zelfsturend team moet aan een aantal kenmerken voldoen:
- Een vaste groep medewerkers die samenwerken, en die als team de verantwoording dragen
voor een geheel aan samenhangende activiteiten die nodig zijn om een product of dienst te
leveren aan interne of externe klant
- Het team is, tot op zekere hoogte, verantwoordelijk voor het managen van zichzelf en de
taak die men uitvoert, op basis van een gemeenschappelijk doel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamenvattingenBredaUniversity. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.46. You're not tied to anything after your purchase.