Unlock Success with the [Molecular Biology of the Cell,Alberts,6e] 2023-2024 Test Bank
Hoofdstuk 9 samenvatting (college+boek)(Molecular Biology of the Cell)
Hoofdstuk 7 samenvatting (college+boek)(Molecular Biology of the Cell)
All for this textbook (36)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Cellen en Weefsels (B3CEWE)
All documents for this subject (80)
Seller
Follow
FFV
Reviews received
Content preview
Molecular Biology of the Cell – Hoofdstuk 12
In het cytosol vindt veel van het intermediary metabolism plaats: de vele reacties die kleine
macromoleculen afbreken en zo bouwblokken creëren voor andere macromoleculen.
Functies van het ER:
1. Transcriptie van eiwitten die gesecreteerd moeten worden.
2. Opslag van Ca2+ ionen.
3. Productie van alle lipiden en transmembraan eiwitten.
4. Steroïd hormoon synthese.
5. Enzymen die vet opslosbare stoffen afbreken (cytochrome P450).
Functie van het Golgi:
1. Covalent modificeren van eiwitten en lipiden.
2. Sorteren en transport van eiwitten en lipiden.
Lysosomen bevatten verterende enzymen die organellen of macromoleculen die opgenomen zijn
vanuit de buitenwereld afbreken.
Materiaal wat middels endocytose de cel in komt, komt eerst langs de endosomen voor het naar de
lysosomen gaat.
Peroxisomen bevatten enzymen die betrokken zijn bij vele oxidatieve reacties.
De massa van alle membranen van de organellen is vaak veel groter dan die van het
plasmamembraan. De organellen zijn ongeveer 50% van het totale cel volume.
Cellen die veel doen aan excretie (plasmacellen) of lipid synthese hebben een vergroot ER.
De intracellulaire compartimenten van eukaryoten wordt op basis van evolutionaire geschiedenis in
vieren verdeeld:
1. De nucleus en het cytosol: deze communiceren door middel van nuclear pore complexes,
waardoor ze topologisch een zijn.
2. Alle organellen (ER, Golgi, endosomen, lysosomen, peroxisomen en vesicles) die functioneren
in de secretie en endocytose pathways.
3. De mitochondria
4. De plastiden (chloroplasten)
Drie vormen van (eiwit) transport in de cel:
1. Gated transport: RNA-moleculen en eiwitten bewegen van een naar de nucleus door middel
van nuclear pore complexen.
2. Protein translocators: deze eiwitten verplaatsen andere eiwitten direct van het cytosol naar
een topologisch andere omgeving. Voorbeelden hiervan zijn transport naar het ER of de
mitochondria.
3. Vesiculair transport: membraan omsloten transport tussenproducten vervoeren eiwitten van
het ene compartiment naar het volgende (topologisch identieke) compartiment. De
compartimenten moeten identiek zijn omdat de wateroplosbare eiwitten die hiermee
vervoerd worden niet over een membraan kunnen.
Signaal sequenties voor transport bevinden zich meestal in de N-terminus (en zijn 15-60 residuen
lang). Meestal worden deze sequenties naar het sorteren verwijderd door signal peptidases. Enkel in
gated transport blijven de signaal sequenties onderdeel van de eiwitten, dit zijn dan vaak signal
patches. Vaak zijn eigenschappen van de aminozuren belangrijker dan specifieke aminozuren.
, - Signaal voor transport naar ER: 5-10 hydrofobe aminozuren.
- Signaal voor transport naar mitochondria: positieve en hydrofobe aminozuren alterneren.
- Signaal voor transport naar peroxisomen: Ser-Lys-Leu bij C-terminus.
Als een cel deelt moeten ook de organellen delen. Dit gebeurt meestal door eerst de organellen te
laten vergroten en ze daarna pas op te delen. Dit is nodig omdat een cel niet opeens membranen uit
het niets kan synthetiseren. Deze informatie wordt dus niet zoals gebruikelijk via het DNA
doorgegeven, maar wordt doorgegeven van organel tot organel bij celdeling.
Hoewel het binnen en buiten membraan van de kern envelop doorlopend zijn, hebben ze wel andere
eigenschappen. Aan het binnen membraan bevinden zich eiwitten die chromosomen en de nuclear
lamina binden. Het buiten membraan is continu met het membraan van het ER. Ook hier bevinden
zich dus ribosomen, waardoor de eiwitten in de peri nucleaire ruimte (= continu met de ER lumen)
worden gesynthetiseerd.
Elk nuclear pore complex (NPC) bestaat uit 30 verschillende nucleoporines. Het aantal NPCs per cel
loopt van 3.000 tot 20.000. Het transport verloopt bidirectioneel.
- De kern envelop is permeabel voor moleculen van minder dan 5.000 dalton.
- Hoe groter het molecuul, des te trager loopt het transport.
- Moleculen van meer dan 60.000 dalton kunnen niet vrij diffunderen. Op deze manier krijg je
een andere eiwit samenstelling in het cytosol en de kern.
Nuclear localization signals (NLS) zorgen ervoor dat ook groter eiwitten naar de kern kunnen. Meestal
zijn deze sequenties rijk aan lysine en arginine. Het maakt verder niet uit waar in het eiwit deze
sequentie zich bevindt. Ook volledig gevouwen eiwitten kunnen op deze manier door de pore.
De NLS moeten eerst herkend worden door nuclear import receptors, ook wel importines. Daarnaast
zijn er nog adaptor eiwitten die een brug kunnen vormen tussen de importines en de daadwerkelijke
cargo eiwitten. De importines binden naast het NLS ook aan de FG (phenylalanine-glycine) repeats
van de kanaal nucleoporines aan de binnen zijde van de pore en de fibrillen. De repeats dienen als
blokkade voor macromoleculen en als aanmeerplaats voor de importines.
Voor het transport van macrmoleculen de kern uit heb je nuclear export signals (NES) nodig, deze
worden gebonden door nuclear export receptors, ook wel exportines.
Om de juiste eiwit verdeling te genereren tussen nucleus en cytosol zijn Ran eiwitten (GTPases)
nodig. In het cytosol bevindt zich een GTPase-activating protein (GAP), die Ran stimuleert zijn
gebonden GTP te hydrolyseren. In de nucleus is de guanine exchange factor (GEF) aanwezig die Ran
stimuleert GDP te ruilen voor GTP. Door deze eiwitten bevindt zich in het cytosol voornamelijk Ran-
GDP en in de kern Ran-GTP.
- In de kern zorgt Ran-GTP binding ervoor dat een receptor zijn cargo molecuul loslaat. Omdat
Ran-GTP enkel in de nucleus aanwezig is, vindt alleen hier het loslaten plaats.
- De lege receptor, gebonden aan Ran-GTP wordt vervolgens naar het cytosol gebracht.
- In het cytosol wordt Ran-GTP door Ran-GAP omgezet tot Ran-GDP waardoor de receptor
weer los laat en aan een volgende ronde van transport kan beginnen.
- Bij nucleaire export gebeurt juist het omgekeerde: juist Ran-GDP zorgt nu voor het loslaten
van de cargo.
De kern import of export wordt vaak gereguleerd door de fosforylatie van een aminozuur dicht bij de
NLS of NES of door het verbergen van de signalen.
mRNAs zijn vaak zo groot (en gebonden door eiwitten) dat deze niet zomaar de kern uit
getransporteerd kunnen worden. In dit geval binden de mRNPs aan de nucleaire zijde van de NPC,
waarna er remoddeling plaatsvindt. Hiervoor is ook veel ATP nodig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FFV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.