Juridische dienstverlening
Publiekrecht= Het recht dat geldt tussen overheid en burger (en tussen overheidsinstanties
onderling).
Privaatrecht= Het recht dat geldt tussen burgers onderling.
Rechtsvormen:
Ondernemingsrecht= Het rechtsgebied dat regels geeft omtrent de verschillende
rechtsvormen.
Eenmanszaak= Bedrijf van maar één eigenaar die zelf 100% verantwoordelijk is. Voor
oprichting moet de eigenaar in principe alleen maar worden ingeschreven in het
handelsregister bij de KvK.
Maatschap= Een overeenkomst tussen twee of meer personen om te gaan samenwerken.
Dit kan alleen worden opgericht als een vrij beroep wordt uitgeoefend, waarbij heel
specifieke kennis of kundigheid voor nodig is. De overeenkomst kan zowel mondeling als
schriftelijk worden afgesloten. Maten spreken af om iets in ‘gemeenschap te brengen’. Dit
kan van alles zijn, zoals geld, inventaris, een pand of zelfs alleen arbeid. De maat die een
verplichting aangaat, is daar in eerste instantie zelf voor verantwoordelijk. Er bestaan wel
enkele uitzonderingen.
Vennootschap onder firma= Een maatschap die de uitoefening heeft van een bedrijf. De
VOF heeft een afgescheiden vermogen. Dit betekent dat het geld en de middelen die in de
VOF zijn ingebracht in eerste instantie zijn afgezonderd van het privévermogen van de
vennoten. Als er in het afgescheiden vermogen geen voldoende middelen meer zijn om de
schuldeisers te betalen dan kunnen de schuldeisers altijd nog aanspraken maken op het
privé vermogen van de vennoten. De vennoten zijn allemaal hoofdelijk aansprakelijk, je kan
dus door een fout van je vennoot aansprakelijk worden gesteld.
Commanditaire vennootschap= Een bijzondere vorm van de VOF. Het verschil zit hem in
de vennoten. In de CV is er een beherende vennoot, degene die de dagelijkse leiding heeft,
en een commanditaire vennoot, degene die alleen investeert in het bedrijf. De commanditaire
vennoot is in principe dus niet zelf aansprakelijk, maar ook hier zijn natuurlijk weer enkele
uitzonderingen.
Besloten vennootschap= Een bedrijf met rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat de
bestuurders in principe niet aansprakelijk zijn met het privé vermogen. Het kapitaal is onder
verdeeld in aandelen. Wel zijn er strengere opstartvereisten: er moet een akte van oprichting
worden opgesteld met daarin de soort aandelen en de statuten etc. In een bv zijn
verschillende partijen betrokken, denk aan de directie, aandeelhouders en een raad van
commissarissen.
Naamloze vennootschap= Een NV lijkt heel erg op de BV. De enige verschillen hebben
vooral te maken met de aandelen die hierbij vrij overdraagbaar zijn.
Stichting= Wordt alleen opgericht om een bepaald sociaal of ideëel doel te behalen, de
winst die gemaakt wordt mag alleen gebruikt worden ten behoeve van dat doel.
Vereniging= Wordt opgericht door een aantal samenwerkende mensen om een
gemeenschappelijk doel te bereiken. Verschil met de stichting is dat een vereniging bestaat
uit leden en een stichting niet.
, Coöperatie= Een bijzondere vorm van de vereniging. Wordt opgericht door meerdere
bedrijven die samenwerken om zo schaalvergroting en de onderhandelingspositie naar
leveranciers te vergroten. Er kan sprake zijn van een uitgesloten- of beperkte
aansprakelijkeid.
Gevolgen bij huwelijk, echtscheiding en overlijden:
Keuze rechtsvorm kan gevolgen hebben voor de partner:
Huwelijk voor 1 januari 2018: Gemeenschap van goederen: partner ook aansprakelijk voor
schulden, tenzij huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt.
Huwelijk na 1 januari 2018: Beperkte gemeenschap van goederen; als onderneming
voorhuwelijks vermogen is, valt deze buiten de gemeenschap.
Dus bij faillissement van de ondernemer kan de partner ook failliet worden verklaard, dit is
weer afhankelijk van de rechtsvorm en huwelijksvorm. Bij echtscheiding heeft de partner dus
mogelijk ook recht op een deel van de onderneming, dit is ook weer afhankelijk van de
redenen hierboven. Bij overlijden geldt, als er geen testament is opgesteld, het wettelijk
erfrecht. Hier wordt geregeld wat er precies met het vermogen van de erflater gaat gebeuren.
Bij het erven moet erfbelasting worden betaald. Het onterven van bijvoorbeeld de kinderen is
mogelijk, er geldt echter wel het recht van een legitieme portie. Dit houdt in dat degene die
onterfd is, recht heeft op de helft van de hoogte van de erfenis waarop degene volgens het
wettelijk erfrecht recht op zou hebben. Ook is het erven van een bedrijf mogelijk, dit staat
beschreven in de BedrijfsOpvolgingsRegeling.
Overeenkomst:
Overeenkomst= Een meerzijdige rechtshandeling waarbij één of meerdere partijen een
verbintenis aangaan. Hieruit ontstaan weer rechten en plichten.
Een overeenkomst komt tot stand door twee vereisten: aanbod en aanvaarding. Dit kan
zowel mondeling als schriftelijk zijn. Een aanbod kan worden herroepen zo lang het nog niet
is aanvaard. Vaak wordt gebruikt gemaakt van een termijn. Als de termijn is afgelopen,
vervalt het aanbod.
Een bijkomende vereiste bij een overeenkomst is dat er een wilsovereenstemming is. Dit wil
zeggen dat als iemand iets verklaart dat diegene dit ook daadwerkelijk bedoeld. Als er dus
sprake is van geen wilsovereenstemming dan komen de wil en de verklaring niet overeen. In
dit geval is er geen overeenkomst tot stand gekomen doordat een wilsovereenstemming
ontbreekt. Deze regeling is erg gevoelig voor misbruik dus er is wel een vertrouwensbeginsel
opgenomen in de wet.
Als een handelingsonbekwaam persoon een overeenkomst heeft gesloten, kan deze
vernietigd worden. Dit houdt in dat de gevolgen van de overeenkomst ongedaan moet
worden gemaakt. Ook kan een overeenkomst vernietigd worden doordat er wilsgebreken
zijn. Enkele wilsgebreken zijn:
1. Bedreiging
2. Bedrog
3. Misbruik van omstandigheden
4. Dwaling
Ook kan een overeenkomst nietig zijn. Dit houdt in dat een overeenkomst in strijd is geweest
met de openbare orde of goede zeden. Het verschil met vernietigbaarheid is dat bij nietigheid
de overeenkomst voor de wet nooit bestaan heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoniemeStudent123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.