Nederlands periode 2 samenvatting
Theorie 1
(3) manieren van lezen
Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. Je leest hem meestal eerst oriënterend je
kijkt dan naar de titel, tussenkopjes en de afbeeldingen (als die er zijn), opvallend gedrukte
woorden en naar de bron. Je weet dan in grote lijnen waar de tekst over gaat. Als je de
eerste indruk hebt, ga je op zoek naar de hoofdzaken uit de tekst. Dit heet globaal lezen. De
gedeelten van de tekst die heel belangrijk lijken lees je intensief en kritisch.
(kijk tabel op blz. 53)
Om het niveau te bepalen kijk je naar waar het in staat, manier van schrijven. Dit bepaald zo
ook het publiek waar het voor is geschreven. De auteur is ook best belangrijk.
(4) onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte
Waar de tekst over gaat noem je het onderwerp. Dit kan heel kort beschreven worden /
beschreven zijn. Een tekst heeft meestal ook een aantal deelonderwerpen. Hierin worden de
verschillende kanten van een onderwerp besproken. De hoofdgedachte van een tekst is de
kortst mogelijke samenvatting van een tekst. Dit is niet hetzelfde als het onderwerp. De
hoofdgedachte is een goed gestructureerde, goed leesbare zin.
Let op! De hoofdgedachte is altijd een mededelende zin, nooit een vraag.
(5) titel, ondertitel en tussenkopjes
Elke tekst moet een titel hebben. De titel heeft 2 functies: de titel informeert de lezer en
maakt duidelijk waar de tekst over gaat. De titel motiveert de lezer om verder te lezen. Als
de titel je niet aanspreekt, ga je het boek of de tekst niet verder lezen. Daarom moet je titel
motiverend en aansprekend zijn. Sommige teksten hebben naast een titel ook een ondertitel
of chapeau. Dit zijn kopjes of korte zinnen die een aanvulling zijn op de titel. Ondertitel staat
onder de titel en het chapeau erboven. In lange teksten heb je ook tussenkopjes. Deze
kunnen bij 1 alinea horen maar ook bij meerdere. Tussenkopjes hebben als functie: ze geven
structuur. En het motiveert je om verder te lezen.
(6) alinea en kernzin
Een tekst in verdeeld in een aantal alinea’s. Ze zijn meestal goed zichtbaar, omdat je ziet dat
er een witregel tussen zit. Het kan ook dat de tekst een beetje inspringt. Een goed
opgebouwde alinea is een afgeronde eenheid. Je snijdt maar 1 (deel) onderwerp aan. De
belangrijkste zin uit een alinea is de kernzin. Staat meestal aan het begin of op t eind. De rest
is een uitwerking op de kernzin. Soms, vooral bij wat langere alinea’s , wordt de kernzin
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirtheteeuwen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.