Summary
Samenvatting Aantekeningen hoorcolleges met literatuur
- Course
- Institution
Duidelijke aantekeningen van de hoorcolleges met daarbij per hoorcollege literatuur.
[Show more]
Seller
Follow
nienke6
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1 Normaal-AbnormaalOrthopedagogiek is niet meer te scheiden van pedagogiek
- Passend onderwijs.
o School wordt door de overheid gezien als een vindplaats van problematiek: van hbo’ers wordt er
verwacht dat ze signaleren.
o School wordt ook steeds meer als werkplaats gezien: de problemen moeten zo veel mogelijk
binnen het reguliere onderwijs worden aangepakt. ‘We brengen de zorg naar het kind, i.p.v. naar
de zorg’.
o Leerkrachten krijgen erg veel op hun bord: pedagogen moeten de leraren kunnen ondersteunen.
- Transitie jeugdzorg
o Doorverwijzen is uit: hbo’ers werken generalistisch en je moet veel aanpakken (meer in de
breedte kijken).
We willen juist meer inclusief werken.
o Samenwerken is: weet wat je grenzen zijn, weet wanneer je anderen nodig hebt en durf je werk
te bespreken. Je krijgt veel te horen dat je dingen moet doen, maar je weet eigenlijk niet hoe je
dat moet doet.
o Werk met het systeem: ondersteun de ouders, vergreet de brussen niet en ondersteun de
leerkracht.
Signaleren, Adviseren en Verwijzen: orthopedagogiek voor hbo
- Pedagogisch: systeemvisie waarbij er systeemgericht wordt gewerkt.
o Brusjes, ouders, leerkrachten.
- Pedagogisch: handelingsgericht waarbij je onderzoekt naar hetgeen wat je nodig hebt om de volgende
stap te kunnen ondernemen.
o Eerste Hulp Bij Opvoedingsproblemen.
o Samenwerken en (niet meteen) verwijzen.
- Verdeeld over 2 modules:
o SAV 1 en SAV 2.
- Aan te vullen met:
o Vakken die je nodig hebt voor SKJ-registratie.
o Jeugdzorg en onderwijs moeten samenwerken.
Er is veel te signaleren
- Ongeveer 5% van 0-12-jarigen hebben grote problemen 130.000 kinderen.
- 70% ontdekt de jeugdgezondheidszorg 39.000 probleemgevallen zijn dus niet opgemerkt.
- Psychosociale problematiek: slechts 46% wordt gesignaleerd.
Signaleren moet onder andere op school
- Slechts 16% van 0-11-jarigen met emotionele of gedragsproblemen komen bij de
jeugdgezondheidszorg.
- Minder dan 15% legt het voor aan de huisarts.
- Psychosociale problematiek dient op het basisonderwijs gesignaleerd te worden.
- Beleid: school als vindplaats. Het medische netwerk mist heel veel psychosociale problemen.
Fase 1: Probleemherkenning
Vroegtijdige Onderkenning: voor iedere pedagoog
o Er klopt iets niet bij een kind. Dit kan je zien in:
- Peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, tussen- en naschoolse opvang, opvoedsteunpunt,
huiswerkbegeleiding, buurtcentrum, tienerclub
Casus
- HBO-pedagoog op project ‘Maatwerk Amsterdam’, afdeling ‘Werkvirus’.
- Functie: trajectconsulent voor werkloze jongeren.
- Doelgroep: jongeren tot 23 jaar uit de westelijke tuinsteden die niet op school zitten en/of geen baan
hebben, inclusief partieel leerplichtigen en jongeren met een leerplichtvrijstelling.
- Taak: screening, registratie, monitoring, informeren betrokken instanties, zo nog trajectplanning, zo
nodig opstarten zorgtraject bij BJAA.
Doelen:
1
,Uitgangspunten bij de aanpak van het werkvirus zijn:
- Dat er per jongeren gekeken wordt welke trajecten het beste aansluiten bij de persoonlijke situatie van
de jongeren.
- Dat jongeren terug naar school gaan en een startkwalificatie behalen.
- Toetreding tot de additionele en/of reguliere arbeidsmarkt.
- Een traject volgen in het kader van sociale activering of zorg.
- Mogelijk een combinatie van verschillende trajecten maken.
De aanmelding:
- Jongen van 17 jaar.
- Brief van de Casemanager CWI: hij moet gewoon aan het werk, er is niets met hem aan de hand. Er is
sprake van een gebrek aan motivatie.
- Als pedagoog ga je met deze jongen in gesprek en gaat achterhalen wat er aan de hand is.
Het screeningsgesprek:
- De jongen is erg zenuwachtig tijdens het gesprek en toont overgemotiveerd gedrag.
- De pedagoog besluit om uitgebreid te gaan screenen, dus niks doen maar onderzoek doen.
- De jongen blijft VWO gedaan te hebben, een strafblad te hebben en blijkt opgenomen in een
Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis.
Het vervolggesprek:
- De pedagoog haalt er een collega bij.
- De jongen is erg open over zijn verleden en verteld behandeld te zijn voor een psychose.
- Hij zegt dat het zolang hij zijn medicijnen slikt het wel goed gaat.
o Slikt hij zijn medicijnen wel?
o De jongen werd zo sloom van de medicijnen waardoor hij niet kon werken.
- Sinds hij op zichzelf woonde slikte hij deze niet meer en was hij niet zo sloom meer. Hij had alleen wel
weer last van waanbeelden af en toe, maar dat maakte hem niet zoveel uit.
- Zoek dus altijd naar de achtergrond van de cliënt.
Fase 2: Probleemdefinitie
Bijdragen aan psychodiagnostisch onderzoek: de pedagoog in de jeugdhulp
- OKT, OKA.
- Opvoedsteunpunt: veel lichte zorg kent veel achterliggende vragen.
- Mentoraat in onderwijs: mogelijkheid om relaties op te bouwen.
Moraal
- Neem kennis van andermans probleemdefinitie, maar houd zelf je ogen open.
- Overleggen loont.
- Belangrijk: voorgeschiedenis, context, biopsychosociaal denken en de betekenisverlening door de
hulpverlener.
Wat bedoelen we met ‘probleem’?
- Problemen zijn situaties die om actie vragen.
- Iets als probleem ervaren is een waarschuwing van je brein: er is iets aan de hand dat niet goed voor je
is!
- Maar wat dat is, wat er afwijkt, hoe dat afwijkt en of dat erg is moet je over nadenken.
Criterium 1 voor normaliteit
- Is er sprake van een afwijking van het gemiddelde?
o VB: IQ – test.
o VB: Hoogbegaafdheid kan een probleem zijn, maar dit is afhankelijk van hoe er mee om wordt
gegaan.
- Bekendste voorbeeld van een afwijking die meestal een probleem is?
- Als we te snel op grond van statistisch beoordelen dat iets gewoon is, wil dat niet zeggen dat het
gewoon is. Dus als een probleem vaak voorkomt, hoeft het niet normaal te zijn.
Reflecties bij statische norm
- Als je normaal bent, wil dat niet zeggen dat je geen problemen hebt.
- Als je problemen hebt, wil dat niet altijd zeggen dat je niet normaal bent.
- Als je normale problemen hebt, heb je ook behoeften aan normale steun.
2
, - Statistiek is geen vervanger van ethiek.
Criterium 2 voor normaliteit
Is iets een probleem, als
- Het afwijkt van het gemiddelde?
- Het afwijkt van een ideaal? Dit heeft te maken wat de maatschappelijke definitie van een probleem is.
o VB: uiterlijke afwijkingen en homoseksualiteit.
Statisch afwijkend gedrag + ‘anders’
- Onaangepast: kleding, haar, gedrag werd anders.
- Seksueel anders: homo, lesbi, bi, trans, pedo.
- Beetje eng: het horen van stemmen is normaler dan we denken.
- Cultuur speelt hierbij een grote manier.
Reflecties bij norm van het ideaal
- Iemand kan anders zijn, maar
o Lijdt de persoon?
o Is hij een gevaar voor zichzelf?
o Hebben anderen er last van?
o Kan hij zijn sociale relaties onderhouden?
o Kan hij zijn werk doen?
- Excentriciteit doet een beroep op onze tolerantie.
o Ook hier speelt een morele component, maar ook gevoel voor humor.
o Is hij niet gewoon anders dan anderen?
Criterium 3 voor normaliteit
Is iets een probleem, als er sprake is van een stoornis?
- Onbegrijpelijk gedrag? Ziekte? Herkenbaar beeld?
- Hoe lang heeft de persoon het? Hoe is hij in de meeste situaties?
o VB: Autisme, AHDH, angststoornissen, verslavingen etc.
o Is dit dan een ziekte?
Het concept ziekte
- Oorzaak (‘ziekteverwekker’), zoals een virus.
- Gevolg: de ziekteverschijnselen (symptomen).
- Vast beloop (ziekteproces).
- Bekende reactie op behandelingen (therapiegevoeligheid).
- Voorspelbare eindtoestand (restverschijnselen).
Ze hebben geprobeerd om dit over te brengen naar de psychiatrie, maar toen bleek dat een syndroom, o.i.d.,
helemaal niet zo precies was. De oorzaken zijn erg divers, de symptomen waren soms nog wel gelijk, maar het
beloop was amper voorspelbaar, de reactie was helemaal niet voorspelbaar en de eindtoestand was ook niet
erg helder.
Het begrip ‘syndroom’ is nu versmalt naar alleen de symptomen, i.p.v. de gehele ziekte. De symptomen worden
geclassificeerd.
Diagnostiek vanuit het ziektemodel
- Nosologie: classificatiesysteem.
- Voordelen DSM:
o Standaardisering van het taalgebruik, waardoor iedereen weet wat autisme is.
Hierdoor weet je hoeveel autisten er zijn in Amsterdam.
Het is essentieel voor epidemiologisch onderzoek.
o DSM is niet gemaakt om te bedenken wat de oorzaken zijn en welke behandeling er ingezet
moet worden.
Het is wel verleidelijk, want het oogt erg overzichtelijk.
- Betrouwbaarheid valt erg tegen en de validiteit is ook een probleem.
- De bruikbaarheid van de praktijk ligt dus niet voor het indiceren van bepaalde hulp.
o VB: als je ADHD hebt, is het niet zeker dat je baat hebt bij Ritalin.
Risico cirkelredenaties
- Classificatie ADHD is een samenvatting van:
3
, o Druk gedrag, moeite hebben met concentreren, impulsief.
- Waarom is hij dan zo druk?
o “Omdat hij ADHD heeft”.
o Oftewel: hij is druk, omdat hij druk is.
- Van sommige soorten depressie kan je erg opgefokt raken, waardoor het lijkt alsof je ADHD hebt.
- ADHD wordt vaak als een probleemdefinitie gezien, maar dat is het niet. Het is geen weg naar een
oplossing.
Stoornis als talent
- Zonder ADHD zal de helft van onze reclamebranche en veel creativiteit niet bestaan.
- Zonder ASS zouden er geen computers zijn, zij hebben namelijk ook voor details, patronen en zijn erg
goed in ICT.
- Psychopaten hebben weinig stress in situaties waarin veel op het spel staat, indien goed gecontroleerd
effectief in financiële wereld.
- Onder de kunstenaars zijn ook vaak manische depressies.
Classificatie = halvadiagnostiek
- Halvadiagnostiek: het is geen probleemdefinitie, maar een samenvatting.
- Het helpt om samenhang in gedrag te zien,
- Om termen goed te gebruiken,
- Het juiste boek te pakken,
- Voor registratie en research,
- Werkt soms geruststellend,
- Bevordert soms toegang tot hulp en
- Te integreren met dimensionele benadering.
Reflecties over stoornissen
- Ook de diagnostiek van stoornissen staat niet los van de cultuur en heeft een morele component.
- Sommige stoornissen hebben een bepaald nut en staan niet los van de situatie.
o Lijdt de persoon? En de omgeving? Kan hij relaties volhouden? Kan hij zijn werk volhouden?
Pedagogische visie op classificatie
- Classificatie is wat je hebt.
- Diagnostiek voor hulpverlening is wat je nodig hebt.
- Om te weten wat je nodig hebt is het nuttig om te weten wat je hebt.
- Maar als je te veel focust op wat je hebt, kan dat een rem zijn.
Criterium 4 voor normaliteit
Is er sprake van een probleem in de adaptie (als deze is verstoord)?
- Problemen in het leeftijdsadequaat aangaan van relaties (lieben).
- Problemen in het leeftijdsadequaat verrichten van werk (arbeiten).
Reflecties over adaptie
- Leeftijdsadequaat dient opgevat te worden als passend bij de ontwikkelingsleeftijd.
- Als iemand op beide criteria faalt, maar:
o Hijzelf heeft er geen last van en de omgeving ook niet.
- Is er dan een probleem?
Praktische criteria
- Kwantitatief
o Frequentie, duur, intensiteit en omvang.
- Kwalitatief
o Lijden, adaptie (lichamelijk, psychisch en sociaal) en syndroom.
Bijbehorende theorie
1.1 Ontwikkelingspathologie
Ontwikkelingspathologie: de wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe psychische stoornissen ontstaan
en ontwikkelen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienke6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
78998 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now