100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jeugdrecht I $8.03
Add to cart

Summary

Samenvatting Jeugdrecht I

 31 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor het vak Jeugdrecht I aan de Universiteit van Amsterdam. Het is gebaseerd op de voorgeschreven literatuur. Ik heb dit vak gevolgd in de Minor Kinderrechten en Forensische Jeugdzorg.

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • Inleiding, hoofdstuk 2 t/m 4
  • January 28, 2021
  • 28
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Jeugdrecht I
Week 1
Jeugdrecht in de praktijk – Inleiding
Jeugdrecht verwijst naar vier gebieden: aspecten van het familierecht, de
vrijwillige jeugdhulp, de kinderbescherming en het jeugdstrafrecht. Voor een
goed beeld van het jeugdrecht moet gekeken worden naar de historische
ontwikkeling ervan. Twee internationale ontwikkelingen zijn erg belangrijk:
1. Het gelijktijdig ontstaan van een systeem van kinderbescherming en een
apart jeugdrechtsysteem rond 1900 tegen de achtergrond van de ‘sociale
kwestie’. In Nederland leidde dit tot de Kinderwetten in 1901;
2. De ontwikkeling van de kinderrechten. Dit begon met de aanname van het
EVRM in 1950. Maar dit kreeg pas echt betekenis toen het EHRM enkele
decennia later invloed begon te krijgen via zijn uitspraken. Deze
uitspraken spelen een grote rol in de ontwikkeling van mensenrechten in
het algemeen in Europa en dit geldt in het bijzonder voor de rechten van
kinderen. De ontwikkeling werd versterkt door de aanname van het
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Dit is het
meest omvattende mensenrechteninstrument en is door 193 staten
geratificeerd. Het is gebruikelijk om daarbij vier ‘algemene principes’ te
onderscheiden:
a. Dat alle kinderen recht hebben op alle rechten en vrijheden die in
het verdrag worden genoemd zonder discriminatie van welke aard
ook (art. 2);
b. Dat bij alle maatregelen betreffende kinderen de belangen van het
kind een eerste overweging vormen (art. 3);
c. Dat alle kinderen recht hebben op leven, overleven en ontwikkeling
(art. 6);
d. Dat alle kinderen het recht hebben om hun mening te geven en te
participeren in beslissingen die hen betreffen in overeenstemming
met hun leeftijd en rijpheid (art. 12).

Kinderbeschermingsmaatregel nr. 5 – Rb. Dordrecht Ongeboren vrucht
Casus: Een moeder is zwanger geworden voordat zij is getrouwd (tijdens de
uitspraak 17 weken zwanger). De familie zal de ongeboren vrucht daarom nooit
accepteren. De familie zal er alles aandoen om de zwangerschap te beëindigen.
Kan dit niet op de legale manier, dan zullen zij illegale manieren gebruiken. Dit is
niet alleen schadelijk voor de ongeboren vrucht, maar ook voor de moeder. De
Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) verzoekt de ongeboren vrucht
levensvatbaar te verklaren zodat het onder (voorlopig) toezicht kan worden
gesteld, uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland (BJZ) (r.o. 2.3). BJZ is
het eens met dit verzoek, wegens de ernstige zorg over de veiligheid van moeder
en kind (r.o. 3). Moeder is het er ook mee eens, maar denkt dat de familie haar
nooit iets aan zal doen (onder druk van de instanties) (r.o. 4).
Beoordeling: Eerst moet beoordeeld worden of de ongeboren vrucht onder art.
1:2 BW valt en dus bescherming toekomt. Daarna kan pas worden beoordeeld of
voorlopige ondertoezichtstelling nodig is (r.o. 5.1).
De mensenrechtenverdragen bieden bescherming aan het leven, maar het leven
begint pas na de geboorte. Of ongeborene hier ook onder vallen is aan de
verdragsstaten zelf. In de preambule van het IVRK is het volgende neergelegd:
“bijzondere bescherming en zorg nodig heeft, met inbegrip van geëigende
wettelijke bescherming, zowel vóór als na zijn geboorte”. Echter hier is geen

1

,juridische verplichting aan gebonden (r.o. 5.2). In Nederland heeft een foetus
geen rechten, maar is zwangerschapsafbreking strafbaar na de
levensvatbaarheidsgrens (art. 82a Sr). De levensvatbaarheidsgrens is gesteld op
24 weken nadat bevruchting heeft plaatsgevonden (r.o. 5.3). In casu wordt het
verzoek dus niet ingewilligd, omdat moeder pas 17 weken zwanger is. Een
voorlopige ondertoezichtstelling van de meerderjarige moeder vindt geen steun
in het recht.

Week 2
Geschiedenis der (kinder)rechtspraak – pagina 19-36
De kinderwetten van 6 en 12 februari 1901 zijn in Nederland ingevoerd in 1905.
Van Verschuer pleitte in 1912 voor een alleensprekende rechter die vaderlijk kan
optreden. De kinderrechter moet niet alleen een straf of maatregel opleggen,
maar het kind ook daadwerkelijk beschermen tegen haar problemen. Het parens-
patriaeprincipe houdt dus in dat de overheid moet ingrijpen als kinderen hulp
nodig hebben, en een kind dat een misdrijf pleegt, moet beschermd en geholpen
worden, niet per se gestraft. Dit is in de Wet van 5 juli 1921 terecht gekomen.
De behandeling van kinderstrafzaken werd aan de kinderrechter opgedragen en
de ondertoezichtstelling werd aan het sanctiepakket toegevoegd. Het parens-
patriaeprincipe bracht mee dat de magistraat grote vrijheid had om beslissingen
te nemen op basis van de algemene opvattingen van billijkheid en in het belang
van het kind.
Toch wordt er gevreesd voor deze vermenging van de alleenstaande rechter en
de zorgdrager, dus de rechtsprekende en de uitvoerende macht. Toch werd er bij
de meeste rechtbanken plaatsgemaakt voor een kinderrechter, voor wie de
kinderrechtspraak een volledige taak was.

Niet overal werden direct geschikte kinderrechters gevonden. Rechter de Jongh
in Amsterdam en rechter de Bie in Rotterdam hebben de functie vorm en inhoud
gegeven. Door De Jongh was iedereen over het algemeen overtuigd van de
werking van de maatregel van ondertoezichtstelling. Het is namelijk mede door
hem geweest dat de Hoge Raad in 1924 bepaalde dat voordat
gezinsvoogdijpupillen een vakopleiding of om andere redenen uit huis werden
geplaatst eerst tijdelijk elders geplaatst moesten worden. De Bie was meer een
jurist. Hij heeft een handboek gemaakt over kinderrechten en mengde zich in
discussies over strafrechtelijke verantwoordelijkheid van kinderen en scheiding
van rechterlijke en uitvoerende functies bij de maatregel ondertoezichtstelling.

De specialisatie van een kinderrechter bestaat uit het volgende:
 Ervaring op basis van sociale belangstelling en contactuele mogelijkheden;
 Ervaring in kinderbeschermingszaken, opgedaan bij Raden voor de
Kinderbescherming of kinderpolitie;
 Jurist: bekend met wettelijke bepalingen, jurisprudentie en literatuur
(binnen- en buitenlands) voor zover betrekking op het kinderrecht;
 Op de hoogte van de literatuur met betrekking tot de kinderpsychiatrie,
psychologie en pedagogiek;
Echter blijven de specialisaties vaag. Kinderrechters waren in deze tijd schaars.

De kinderrechters hebben zich niet alleen voor het individuele belang ingezet,
maar ook voor de organisatie van dienstverlenende instituten. In de loop der
jaren is de rechtsmacht van de kinderrechter uitgebreid omdat er zoveel
vertrouwen in kwam. Daarbij was er een grotere gezagsgetrouwheid en er waren

2

, bijna geen andere hulpmogelijkheden, zodat de toenmalige Voogdijraad
‘bedreiging met zedelijke of lichamelijke ondergang’ al heel spoedig aannam als
grond voor een ondertoezichtstellingsrequest voor situaties, die nu niet meer tot
ondertoezichtstelling zouden leiden, omdat nu ook buiten justitie om hulp
mogelijk is.

In 1954 werd de naam van de Voogdijraad veranderd naar Raad voor de
Kinderbescherming, maar er veranderde niets aan de leiding der gezinsvoogdij.
Wel is aan de raden het voorbereidende onderzoek opgedragen en zijn de
ambtenaren voor de Kinderwetten afgeschaft. Daarbij is de kinderrechter niet
meer de centrale figuur van de kinderbescherming of bijzondere jeugdzorg
omdat hulpverlening vakwerk is geworden waarvoor de rechter wel het kader
moet verschaffen, maar de uitvoering moet hij aan andere overlaten. Daarbij zijn
er zoveel vormen van hulpverlening ontwikkeld dat niet bij elk probleem naar de
Raad of de kinderrechter hoeft te stappen.

Ook de rol van vaderlijke macht is veranderd. In 1901 werd er gesproken van
ouderlijke macht en in 1947 van gezamenlijke uitoefening met de
doorslaggevende beslissing van vader. Er werd in het rapport
Jeugdbeschermingsrecht zelfs voorgesteld om ouders geheel gelijk te stellen bij
de uitoefening van het gezag. Daardoor heeft ook de kinderrechter (vader des
vaderlands) zijn macht moeten inperken. Er was geen strakke scheiding meer
tussen OM, rechter, verdediging en Raad voor de Kinderbescherming, want alle
wilden zorgen voor de meest verantwoorde maatregel.

Aan de wijze van uitoefenen van het vak van kinderrechter zal verandering
komen, maar ook aan de aard van de functie. Voorspeld door her rapport
Jeugdbeschermingsrecht is dat de jeugdrechter meer een rechter in familiezaken
zal worden. Van de jeugdrechter zal de vaardigheid worden verwacht om uit de
vraagstelling de kern van het geschil te destilleren en de durf om te beslissen.
Daarbij zal hij speciale kennis moeten hebben dat gedeelte van het
maatschappelijk leven waar de jeugd opgroeit.

Week 3
Jeugdrecht in de praktijk – Hoofdstuk 2 Jeugdhulp
Inleiding
Sinds 1 januari 2015 ligt de verantwoordelijkheid van de zorg voor de jeugd bij
de gemeente. De Jeugdwet stelt regels inzake de gemeentelijke
verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen
en ouders bij opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Naast
deze extra verantwoordelijkheid moeten de gemeenten sinds 1 augustus 2014
ook rekening houden met de invoering van de Wet passend onderwijs die een
betere samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs beoogt. Sinds de
invoering van de Jeugdwet zijn er van verschillende kanten zorgen naar voren
gebracht, omdat de gemeenten een enorme verzwaring in taken kreeg maar ook
fors moest bezuinigen. Volgens de gemeenten gingen de forse bezuinigingen ten
koste van kwetsbare groepen ouderen en jongeren.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvandijk4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added