Een samenvatting van alle voorgeschreven stof, gerangschikt naar de week samen met de werkgroepuitwerkingen en extra aantekeningen van het hoorcollege. Je mist dus NIKS.
Huiswerkopdracht werkcollege 1:
Internationale rechten:
- Art. 1A Vluchtelingenverdrag: definitie vluchteling
- Art. 33: non-refoulement
- Art. 3 EVRM: verbod van onmenselijke behandeling en foltering
- Art. 5 EVRM: recht op vrijheid en veiligheid; voor de toepassing van dwangmiddelen
in het kader van vreemdelingentoezicht
- Art. 6 EVRM: recht op een eerlijk proces; is niet rechtstreeks van toepassing in
vreemdelingenzaken
- Art. 8 EVRM: recht op eerbiediging van privé-familie- en gezinsleven
- Art. 13 EVRM: recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel
- Art. 14 EVRM en art. 1 Protocol XII: discriminatieverboden
- Art. 3, protocol IV EVRM: recht binnenkomst eigen staat en verbod uitzetting eigen
burgers
- Art. 3 VN Antifolterverdrag/7 IVBPR
EU Kwalificatierichtlijn (2011/95/EU)
Vluchtelingschap
o Definitie: art. 2d
o Uitwerking: art. 4-10
o Recht op vluchtelingenstatus: art. 13
Subsidiaire bescherming
o Definitie: art. 2f jo 15
o Uitwerking 4-8 en 15
o Recht op subsidiaire beschermingsstatus: art. 18
Arrest Costa t. ENEL HvJ heft duidelijk gemaakt dat de Unie een eigen rechtsorde vormt.
Dit heeft tot gevolg dat bepalingen van de VEU en het VWEU, verordeningen en richtlijnen
voorrang hebben op het nationaal recht.
- De bepalingen moeten nauwkeurige, voldoende duidelijke en onvoorwaardelijke
verplichtingen omvatten en zijn dan direct toepasselijk, zonder een daaraan
voorafgaande handeling van de lidstaat
- Richtlijnen moeten worden omgezet in nationale wetgeving (228 VWEU)
- Bij strijd met een richtlijn van internationaal recht, moet de nationale wetgeving buiten
toepassing worden gelaten. Als de rechter twijfelt, moet hij een prejudiciële vraag
stellen aan het HvJEU.
Op grond van art. 2 en art. 6 lid 3 VEU is de Unie gehouden aan de eerbiediging van
mensenrechten. Hieronder vallen de mensenrechten voortvloeiend uit de verdragen waaraan
de lidstaten zich in het kader van de VN en de Raad van Europa hebben gebonden en de
grondrechten voortvloeiend uit de constitutionele tradities van de lidstaten van de lidstaten.
Het Handvest is juridisch bindend voor de lidstaten.
Wie heeft sterkste rechten?
- Nederlanders
- Unieburgers, Noorwegen, Zwitserland, IJsland
- Turkije, Japan, USA
Ouiam El Hammouchi
, o Turkije heeft een associatieverdrag met de EU. Gemeenschap in de jaren 80
aangegeven dat de arbeidsmigranten uit Turkije meer rechten kregen tot dat ze
tot de EU mochten behoren
- Syrië, Ghana, Afghanistan, Equador
Vreemdelingenrecht:
- Algemeen kader is de Algemene wet Bestuursrecht (awb)
- Vreemdelingenwet (hoofdregels)
- Uitwerking vw in het Vreemdelingenbesluit en het Voorschrift vreemdelingen
- Vreemdelingencirculaire bevat beleidsregels voor de IND
- Werkinstructies IND voor de toepassing van de beleidsregels
Categorieën begunstigden
1. Unieburgers art. 45 Handvest geeft Unieburgers het recht om zich vrij te verplaatsen
binnen de EU en om te verblijven op het grondgebied van de lidstaten.
2. Derdelanders krijgen pas verblijfsrecht in een lidstaat als de overheid daartoe een
besluit heeft genomen. In NL zijn de Asielgronden gebaseerd op art. 28 Vw en de
reguliere verblijfsgronden op art. 14 Vw.
a. Na 5 jaar verblijf heeft de derdelander onder bepaalde voorwaarden recht op
een vergunning voor onbepaalde tijd
De gronden voor rechtmatig verblijf zijn limitatief opgesomd in art. 8 Vw. Als een van deze
gronden niet meer van toepassing is, verblijft de derdelander niet-rechtmatig in Nederland.
Een niet-rechtmatig verblijvende derdelander krijgt ene terugkeerbesluit, dat hem verplicht
het land te verlaten. Doet hij dat niet, dan word een inreisverbod opgelegd. Ze hebben geen
recht op voorzieningen (art. 10 Vw), er zijn wel uitzonderingen (lid 2).
Actoren voor de migrant
- Regelgevers en beleidsmakers wetgeving komt tot stand door het sluiten van
internationale overeenkomsten en verdragen. Binnen de EU is de EC de
initiatiefnemer. Op nationaal niveau is het ministerie van Justitie en Veiligheid
verantwoordelijk voor wetgeving en beleid op het gebied van migratie. De minister
van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het inburgeringsstelsel
- Adviseurs van de regering de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken en het
College van de rechten van de mens (art. 2 Vw)
- Rechters en toezichthouders beslechten van geschillen tussen de migrant en staat
over de toegang, toelating, verblijf en uitzetting. Het EHRM en het HvJEU zijn
belangrijkste.
- Advocaten en andere rechtshulpverleners asielzoeker bijstaan etc.
- Internationale en intergouvernementele organisaties
- Deskundigen interne en externe deskundigen bij IND
Recht op een eerlijke procedure
- Art. 10 UVRM
- Art. 2 lid 3 en 14 lid 1 IVBPR
- Art. 6 EVRM
- Art. 47 Handvest
o Recht op een doeltreffende voorziening in recht
Ouiam El Hammouchi
, o Recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een
redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht
o Eenieder kan zich laten adviseren, verdedigen en vertegenwoordigen
o Gratis rechtsbijstand indien nodig voor toegang tot de rechter
Omvat zowel art. 6 als 13 EVRM
Van toepassing als rechtsvraag binnen reikwijdte EU-recht
Reguliere procedure
1. Voorwaarden regulier art. 16 Vw:
a. MVV-vereiste (3.71 Vb en 17 Vw) machtiging voor voorlopig verblijf. De
stat wil controleren wie het grondgebied betreedt
b. Geldig paspoort (3.72 Vb 2000)
c. Voldoende middelen van bestaan (3.73-75 Vb)
d. Openbare orde (3.77-78 Vb)
e. Medewerking controle infectieziekten (3.79 Vb)
f. Niet werken in strijd met de wet Arbeid vreemdelingen
g. Voldoen aan beperking verblijf
h. Wet inburgering
i. Geen onjuiste gegevens
j. Geen eerder illegaal verblijf (17a Vw)
k. Verklaring referent (art. 2a t/m 2h Vw, 1.8 t/m 1.22 Vb) als je voor een
bedrijf wilt gaan werken
2. Aanvraag: visa en MVV aanvragen in land van herkomst of het land van bestendig
verblijf (art. 5 jo. Art 9 Visumcode). Bij die aanvraag moet de vreemdeling diverse
documenten overleggen en leges betalen
a. Vreemdeling heeft voor een kort verblijf visum nodig. Moet worden
aangevraagd voor het land waar gedurende de reis de meestal tijd wordt
doorgebracht of het land van inreizen.
b. MVV een vreemdeling die langer dan 3 maanden in NL moet blijven, moet
dit aanvragen (art. 16 lid 1a Vw), tenzij hij is uitgezonderd (art. 17 lid 1 Vw en
3.71 Vb). De MVV is een nationaal visum. Deze kan worden aangevraagd bij
de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in zijn land van verblijf,
maar ook door zijn referent bij de minister (IND) in Nederland.
c. Leges verschuldigd o.g.v. art. 24 lid 2 Vreemdelingenwet 2000. Geen betaling
= geen behandeling. Arrest CGIL maximale toelaatbare hoogte
legesbedragen
d. Beslistermijn 4:13 Awb binnen redelijke termijn. Maximaal 8 weken. Kan
van worden afgeweken bij wettelijk voorschrift; zie art. 25 lid 1 Vw 90 dagen
op een aanvraag voor regulier. Te laat= in gebreke en evt. dwangsom (4:17 lid
1 en 3. Art. 6:2 voor niet tijdig beslissen).
e. Bevoegdheid en beperkingen art. 14 Vw
f. Gronden afwijzing art. 16 Vw
g. Gronden intrekking art. 18/19 Vw
h. Verblijfsdoelen art. 3.4 Vb 2000 tijdelijk/niet tijdelijk. Maakt verder niet
uit voor inburgeringsplicht en mogelijkheid naturalisatie
3. Beoordeling aanvraag gebonden aan vereisten; proportioneel en effectief; zo mag
een ambtenaar dus niet zomaar afwijzen als een aanvrager niet voldoet aan alles eisen,
Ouiam El Hammouchi
, maar dient hij een individuele beoordeling te maken, waarbij alle concrete
omstandigheden worden afgewogen
a. Individuele motivering
4. Bezwaar op grond van 7:1 Awb. Binnen vier weken (69 Vw), begint te lopen een
dag na de bekendmaking. Bekendmaking vindt plaats door uitreiking (3.104 Vb).
Beslissing op bezwaar binnen 6 weken (7:10 Awb). Bij bezwaar tegen de weigering
van een MVV of verblijfsvergunning op reguliere gronden of tegen een
ongewenstverklaring binnen 19 weken (art. 76 lid 1 Vw). Termijn begint te lopen na
termijn van bezwaar (dus 4 weken).
a. Schorsende werking (73 lid 1 Vw)
5. Administratief beroep bij de minister, die moet binnen 16 weken beslissen (7:24
Awb en 77 lid 1 Vw)
a. Het bestuursorgaan heeft tijdens het bezwaar/adm. Beroep een
onderzoeksplicht (3:2) en een hoorplicht (4:7 en 4:8). Wel uitzonderingen in
7:17.
Asielprocedure
Voornaamste procedurele rechten
- Het recht om een asielverzoek in te dien (art. 6 PRi II)
- Elk verzoek om bescherming wordt aangemerkt als asielverzoek tenzij betrokkene
expliciet om een andere vorm van bescherming verzoek (art. 2b PRi II)
- Het recht op een eerlijke behandeling
o Persoonlijk interview (14-17 PRi II)
o Rechtsbijstand (19-23 PRi II)
o Toegang tot een vertegenwoordiger van de UNCHCR (12.1c en 29 PRi II)
o Tolk (12.1b PRi II)
o Deugdelijk onderzoek (10.3 PRi II)
o Gemotiveerde schriftelijke beslissing (9 PRi II) binnen een redelijke termijn
(12.1f en 31 PRi II) door een competente autoriteit (4.3 PRi II)
- Het recht om in de lidstaat te blijven tijdens een behandeling (9 PRi II en 40-41 PRi II)
- Het recht op een effectief rechtsmiddel (46 PRi II)
2 soorten procedures grensprocedure (art. 3.109b Vb; buitengrens) en landprocedure. Er
zijn ook verschillende afdoeningsmodaliteiten:
- Bevoegdheid 28 Vw
- Voorwaarden (art. 29 Vw)
- Niet in behandeling neming (art. 30 Vw)
- Niet-ontvankelijkverklaring (art. 30a Vw)
- Kennelijk ongegrondheid (30b Vw)
- Buiten behandeling stelling (30c Vw)
- Ongegrondheid (31 Vw)
- Intrekking 32 Vw
3 soorten procedures:
- De verkorte (of versnelde) asielprocedure
- De algemene asielprocedure van 8 dagen
- De verlengde asielprocedure
Ouiam El Hammouchi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ouiamhammouchi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.61. You're not tied to anything after your purchase.