Literatuur
J. de Hullu, Materieel strafrecht, hoofdstuk III, par. 2.1 t/m 2.5.
Arresten
Niet-behandelde longinfectie HR 25 juni 1996, NJ 1997/563 m.nt. ‘t Hart
Groninger HIV HR 27 maart 2012, RvdW 2012/513
Zwavelzuur Hof Den Haag 4 maart 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:621
Kernbegrippen
Klassieke causaliteitstheorieën: condicio sine qua non, causa proxima, relevantietheorie, adequatietheorie
Redelijke toerekening
Causaliteitsproblemen: alternatieve causaliteit en interveniërende factoren
Leerdoelen
Van een student wordt verwacht dat hij of zij de basisbegrippen en de voorgeschreven arresten begrijpt en
deze begrippen en arresten op een casus kan toepassen. Van een student wordt verder verwacht dat hij of
zij de twee verschillende causaliteitsproblemen kan onderscheiden en uit kan leggen wat de rol van het
condicio sine qua non-vereiste binnen die twee typen problemen is. Verder dient de student een
gemotiveerde afweging te kunnen maken tussen de causale bijdrage van de gedraging van een verdachte
en de invloed van externe factoren op het uiteindelijke gevolg.
1
, Begripsvragen
Lees de voorgeschreven paragrafen uit Materieel strafrecht van J. de Hullu en het arrest ‘Niet-behandelde
longinfectie’ (NJ 1997/563 m.nt. ’t Hart).
Vraag 1
Leg uit wat het standaardcriterium is voor causaliteit.
Het standaardcriterium is de leer van de redelijke toerekening (normatieve causaliteit). Kunnen het we
redelijkerwijs aan de verdachte toerekenen? Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen daden, dat is waar het
omgaat bij de redelijke toerekening. Als zijn gedraging geschikt was om een bepaald gevolg te veroorzaken
en de gedraging nam een bepaald risico met zich mee, dan kan dit aan de verdachte worden toegerekend.
Alle zaken die zich achteraf voordoen, doen in beginsel niet af aan de veroordeling van de verdachte.
Arrest Longembolie R.o. 3.7. Causaliteit tussen gedraging en gevolg dient naar vaste rechtspraak
uiteindelijk te worden bepaald aan de hand van de maatstaf van de "redelijke toerekening". Indien de
gedraging naar haar aard geschikt was om het uiteindelijk resultaat teweeg te brengen of het risico daarop
in relevante mate heeft verhoogd,(2) doorbreken tussenkomende factoren de causaliteitsketen niet. Dit
wordt niet anders doordat de nadien opgekomen omstandigheden in belangrijke mate tot het intreden van
het gevolg hebben bijgedragen, of zelfs moeten worden aangemerkt als de rechtstreekse oorzaak van dat
gevolg.(3)
Redelijke toerekening wordt getoetst aan:
1. Feitelijke toets Is de gedraging volgens ervaringsregels oorzaak van een bepaald gevolg?
Ervaringsregels kunnen feiten van algemene bekendheid zijn (art. 339 lid 2 Sv) of kunnen met verklaringen
van deskundigen (art. 343 en art. 344 lid 1 onder 4* Sv) worden onderbouwd. Een hoogst onwaarschijnlijke
mogelijkheid van een alternatieve gang van zaken heeft niet tot gevolg dat de verdachte moet worden
vrijgesproken vanwege het ontbreken van een feitelijk verband tussen zijn gedraging en het strafbare
gevolg.
2. Normatieve toets Kan het gevolg aan de dader worden toegerekend op grond van rechtsregels
(wettelijke regels, ongeschreven zorgvuldigheidsnormen)? De strekking van de geschonden regels bepaalt
mede of een gevolg aan een bepaalde gedraging kan worden toegerekend: heeft de geschonden regel de
strekking gehad om te voorkomen dat de veroorzaakte schade zou intreden?
3. Casuïstische toets Kan het gevolg worden toegerekend aan een externe factor die als causale factor
zwaarder weegt dan de onzorgvuldige gedraging van de verdachte die mede tot het strafbare gevolg heeft
geleid? Hierbij kan de ernst van de fout van de verdachte worden vergeleken met het gewicht van de
externe factor, mede aan de hand van variatie- arresten.
Vraag 2
Noem twee andere causaliteitstheorieën die in de literatuur worden onderscheiden en leg uit waarom deze
theorieën tekortschieten.
De leer van conditio sine qua non de gedraging moet een noodzakelijke en onmisbaar voorwaarde
zijn voor het gevolg probleem. deze theorie heeft als uitgangspunt dat, indien bij het ontbreken van een
schakel en de reeks der gebeurtenissen het gevolg zou zijn uitgebleven, deze schakel kennelijk onmisbaar
is en derhalve als oorzaak aan te wijzen is: dit is ongeschikt omdat je dan eigenlijk eindeloos
terugredeneert, wat ongeschikt is voor voor causaliteit in juridische zin. Deze leer is te ruim.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ouiamhammouchi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.