In dit document zijn heldere en volledige aantekeningen gemaakt van de hoorcolleges van het van Hersenen en gedrag, voor de minor inleiding in de toegepaste psychologie. Er waren ook extra colleges met uitwerking, hiervan zijn ook aantekeningen gemaakt. Deze aantekeningen helpen je een heel eind op...
Hersenen & gedrag bijeenkomst 1
Cursus = Zoeken naar de link tussen de processen in de hersenen en gedrag/uitvoeringen.
Biologisch = wat doen ervaringen bij ons? Wat gebeurt er in de hersenen als wij
boos/gelukkig zijn etc. vraag in hoeverre iemand invloed heeft op zijn keuzes en gedrag.
biologisch gaat ervanuit dat het al vast ligt.
Filosofisch = is er niet meer dan biologisch? Uitgaan van keuzemogelijkheden, zelf kiezen.
Tentamen open vragen -> digitaal met tijdslimiet. De leesvragen zijn oefenvragen van het
tentamen -> vergelijkbaar.
Kennisclip: vraag met betrekking tot onze hersenen (zie voorbeelden bijlage A). je maakt
filmpje (mag jezelf op beeld, maar ook pp of emoticons oid) waarin je creatief uitlegt geeft.
Soort jeugdjournaal -> simpel maar goed uitgelegd.
Posterpresentatie -> wetenschappelijke poster met veel tekst. Je beantwoord 2 vragen. Hoe
zit het met dat onderwerp in de hersenen? En hoe wordt dat toegepast in de praktijk.
Posterpresentatie 2 vragen:
Hoe zit het in de hersenen met dit onderwerp? Hoe maken we in de praktijk gebruik
daarvan?
Je denkt dat je invloed op iets hebt, maar dat is helemaal niet zo. Knikker verkopen -> er zijn
biologische/ evolutionaire processen in ons gegrafeerd. Daarom zeg je geen “nee” als
iemand iets aan je wilt vragen. Die tips van Mindfuck. Ook zakkenrollen denk je: overkomt
mij niet, maar dat is een illusie. We hebben een beeld van ons eigen gedrag en dat we die in
de hand hebben, maar veel biologische programma’s die ons bestuderen. Bv zakkenrollen
door aanrakingen. Je hersenen leggen daar dan heel erg de aandacht op. Dagelijks wordt je
gemanipuleerd.
Nurture = kijken naar omgeving
Nature = Genetisch kijken en biologie
Deze cursus = Wat zijn de nature ervaringen van gedrag.
Biologische psychologie: het zit in je en dat komt er hoe dan ook uit -> voorbeeld van de
tweeling die apart leven. Dat er toch een soort bandbreedte is waar ze sowisoes aan
voldoen. Omgeving bepaalt de rest dan.
Een hoop van wat wij zijn, is bepaalt door biologie en hebben we geen invloed op. Zijn we
niet gewoon heel ingewikkelde voorgeprogrammeerde wezens? Stof tot nadenken.
Evolutionaire psychologie = gedrag verklaren vanuit het nu dat dat gedrag heeft voor ons als
soort. Wat is gunstig voor het voortbestaan van die soort? Gedrag verklaren uit lang geleden.
Onze omgeving/technologie is anders dan lang geleden, maar onze hersenen lopen daarbij
achter.
Seksuele selectie = dat iets is doorgegeven omdat het voor het aantrekkelijk zijn handig is.
Het trekt bijvoorbeeld mannetje aan.
Psychologische adaptaties (voorgeprogrammeerd): Je kan niet, niet jaloers zijn. Je kan
keuze maken hoe je daarbij omgaat.
Zelf PowerPoint even goed doorlezen en leesvragen maken!
Later kijken wat er echt in de hersenen gebeurd. Wat zijn de balletjes, wat doen die groeven
etc.
,Neuronen = cellen die zorgen voor informatieoverdracht. De cel kan iets ontvangen (kleine
uitsteeksels), er iets mee doen (cellichaam) en het dan door kan geven. Dit systeem is bij
alle levende wezens hetzelfde.
Overdracht zintuigelijk -> Neuronen kunnen pijn voelen, licht zien, geluid etc. voor de
hersenen maakt dat niks uit, het wordt op dezelfde manier doorgegeven en verwerkt.
Motorisch -> hersenen geven signaleen om een spier te bewegen. Neuronen geven dat dus
door.
Interneurale -> koppelen aan andere neuronen
Gliacellen = zorgen voor de structuur, opruimen afval etc.
Hoeveel knopingspunten heeft gemiddeld een hersencel? 1 cel heeft max 150.000
dendrieten (?) verbindingsmogelijkheden.
Grijze stof
Witte stof -> antenne om contact te maken met andere hersencellen
Allebei betrekking op één neuron.
, Hersenen en gedrag bijeenkomst 2
Donderdag 10 sept -> 14 uur extra les als je wilt. In gaan op leesvragen en vragen
Staat in de chat van klassenteams?
Hoe neuronen met elkaar praten ->. Staat vandaag centraal. Hoe hersencellen met elkaar
praten.
Neurowetenschappen
Centraal zenuwstelsel = hersenen en verbinden naar je rug
Neurowetenschappen sturen zenuwstelsel aan.
2 onderdelen:
Structuur -> anatomie
Functie -> wat doen de gebieden in de hersenen?
Vb. hoe ontwikkelen de hersenen? Hoe communiceren ze? Kan je in de hersenen zien als je
depressief bent etc -> dan kan je medicijenn ontwikkelen die die stofjes kapotmaken -> is er
ook.
Neurale correlaten
Neurale correlaten = Wat is de relatie tussen activiteit in de hersenen en het gedrag. wat zijn
de processen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor ervaringen/ gedragingen etc. wat
gebeurd er als ik bang ben / boos ben? Wat is het neurale correlaat van geluk? Wat is het
voor het bewegen van mijn duim?
Waarom is het moeilijk om te onderzoeken?
- Is moeilijk te definiëren : wat is geluk?
Vragen teamopdracht:
Neurale correlaat tussen bewegen van armspieren of het geheugen?
Neurale correlaat tussen aansturen van hartritme of het ervaren van muziek?
Geheugen is moeilijk vanwege definiëren & omdat het op één plek zit & wat betekent
activiteit in een gebied, het niet bij iedereen op dezelfde manier georganiseerd is. -> punt
1,2,3,4.
Geïsoleerd onderzoeken = alleen 1 bepaald ding onderzoeken. Als je dat wilt meten, zullen
er ook ander processen opgang komen. Dat is dus moeilijk te onderzoeken. -> armbeweging
kan je goed isoleren (in klem zetten en 1 beweging laten maken), met geheugen kan dat
niet.
Neuraal correlaat van bewegen van de arm is dus makkelijker.
2. regulatie hartslag is makkelijker.
Bij 1 -> muziek is moeilijk definieren. Heel veel soorten en verschillende ervaringen.
Bij 2 -> reguleren hartslag = fitale functie -> die zit bij levende organisme is op dezelfde
manier georganiseerd. Zit meer op 1 plek. Muziek zit op meerdere plekken. Overal zul je
activiteit zien in de hersenen.
Bij 3 en 4 -> reactie op muziek is veel breden
5 -> hartslag kan je geisoleerd onderzoeken.
6 -> validiteit = wat je meet, dat dat geldig is. Dat wat je meet, dat dat ook geldt voor een
andere situatie. Onderzoek gebeurd met zn muts op je hoofd of MRI, maar je weet niet hoe
iemand reageert als je ontspannen bent etc. dat is lastig te meten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessaluijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.