100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van alle literatuur recht en psychologie $6.42   Add to cart

Summary

Samenvatting van alle literatuur recht en psychologie

2 reviews
 105 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle literatuur per week. Bevat alle belangrijkste kernpunten van de hoofdstukken uit Legal Psychology, Overtuigend bewijs en alle overige artikelen.

Preview 4 out of 47  pages

  • January 28, 2021
  • 47
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: naomi_rolfes • 1 year ago

review-writer-avatar

By: romybulthuis • 2 year ago

avatar-seller
Pagina 1 van 47

Samenvatting literatuur recht en psychologie

Literatuur bij college 1

Legal psychology - Hoofdstuk 1 : the legal context / juridische context
In Nederlandse strafzaken moeten de volgende 4 vragen worden beantwoord:
1. Is het ten laste gelegde feit inderdaad door de verdachte gepleegd?
• Hierbij kan de rechter een rechtspsycholoog om advies vragen
2. Is het ten laste gelegde feit kwanCficeerbaar als straEaar feit?
3. Is de verdachte derhalve straEaar?
4. Welke straf of maatregel is geïndiceerd?
• Bij de derde en vierde vraag houden forensische psychologen zich bezig

De rechter kan in Nederland naar eigeninzicht het bewijs waarderen, ziMen wel regels aan verbonden.
Criminele waarheidsvinding resulteert niet alCjd in feitelijke waarheidsvinding. Dit kan komen door schending van de
regels door de poliCe waardoor bepaald bewijs niet gebruikt mag worden. Het is de bedoeling dat je erachter komt of
de verdachte de misdaad heeO begaan of niet. Dit is niet hetzelfde als erachter komen wat er precies is gebeurd. Als
vaststaat dat je een delict hebt begaan, heeO dat geen absoluut bewijs nodig, maar voldoende bewijs zodat het
daderschap kan worden vastgesteld zonder redelijke twijfel (beyond reasonable doubt).

Het vaststellen van de dader
Om vast te stellen dat de verdachte de misdaad heeO begaan, heb je toelaatbaar bewijs nodig. Het bewijs moet sterk
genoeg zijn om tot de conclusie te komen dat de verdachte de daad zonder redelijke twijfel heeO begaan. Je kan
erover discussiëren dat het uitvinden hiervan geen juridische experCse is maar een historische of wetenschappelijke.
Wat er vaak gebeurt is dat de poliCe eerst een verdachte willen idenCficeren. Als deze in kaart wordt gebracht, gaat de
poliCe zoeken naar bewijs tegen hem.
Als de poliCe vindt dat zij genoeg bewijs hebben, leggen ze de zaak neer bij het OM om deze persoon te dagvaarden.
Het Nederlandse wetboek van Strafvordering is inquisitoir van aard. Het gevolg hiervan is dat het dossier grotendeels
bepaald wordt door het OM. Er staat dus meer belastend bewijs in dan ontlastend bewijs.
De rechters bestuderen het dossier vooraf. Tijdens de mondelinge zi[ng wordt al het bewijs besproken. De rechter
beslist of het bewijs belastend genoeg is om de verdachte te veroordelen. Er moet sprake zijn van minimaal 2 (het
liefst ona\ankelijke) bewijsmiddelen. De rechter moet de uitspraak dan ook moCveren. Als de verdediging zijn
ontlastend bewijs aan heeO gevoerd, moet de rechter ook moCveren waarom dit verweer niet slaagt. Als hij zegt dat
het belastende bewijs zwaarder weegt, is dit vaak al voldoende. De regels zijn geschreven om de verdachte te
beschermen, niet om de veroordeling geldig te laten zijn.

Deskundigen in inquisitoire vs contradictoire systemen
In het inquisitoire systeem zijn de deskundigen in dienst/betaald van de rechtbank. Ze worden geacht rapporten van
hoge kwaliteit te leveren die ona\ankelijk zijn. Ze zijn geregistreerd in het NRGD
Het is mogelijk dat de deskundige alsnog vooringenomen is.
MURRIE, BOCCACCINI, GUARNERA EN RUFINO zeggen dat dit vooringenomen effect ook heel goed mogelijk is in een
contradictoir systeem. Beide parCjen kunnen dan een deskundige naar voren brengen.

Criminele procedures zijn veelal inquisitoir en civiele procedures contradictoir. De focus ligt in een civiele procedure
niet op waarheidsvinding maar op de vraag welke parCj het meest gelijk heeO.

STUDEERSNEL
Deskundigenbewijs: de rechter kan/moet nagaan: wat het beroep, opleiding en ervaring van deskundige is; of zijn
deskundigheid betrekking heeO op het onderwerpt waarover hij gevraagd is te rapporteren; wat de methode van het
door de deskundige verrichte onderzoek is; of die methode betrouwbaar mag worden geacht; en of de deskundige
gekwalificeerd is om de betreffende methode toe te passen.

, Pagina 2 van 47

Legal psychology - Hoofdstuk 2 : psychologische wetenschap
Binnen de psychologie zijn er 4 hoofdstromingen:
1. Psychodynamica
2. Behaviorisme
3. CogniCvisme
4. Neurowetenschap

Psychodynamica
Wordt geassocieerd met Sigmund Freud. Binnen zijn werk 3 consistente thema’s:
1. Thema 1 -> Freud geloofde dat alle individuelen door 5 vooraf bepaalde ontwikkelingsfasen gaan om in een
gezonde volwassen mentale toestand te komen.
• De orale fase (0-1 jaar) - de eerste latei tussen kind en moeder
• De anale fase (1-3 jaar) - plezier wordt verkregen door het beheersen van de blaas en stoelgang.
Conflictprobleem deze fase: zindelijkheidstraining
• Fallische fase (3-6 jaar) - kern is lustbeleving aan geslachtsdeel - ontdekking van het geslachtsverschil
• LatenCe fase (7-11 jaar) - interesse kind minder egocentrisch en seksueel karakter - grote drang van weten
• Genitale fase (11<jaar) - ontwikkeling van geslachtsdriO
2. Thema 2 -> in Freud zijn visie kan het menselijke mentale systeem weer worden onderverdeeld worden op 2
manieren
1. De eerste verdeling is gebaseerd op leidende principes
• De ‘Ich’ wordt geleid door realiteitsprincipe
• De ‘Uberich’ wordt geleid door moraliteit
• De ‘Es’ wordt geleid door plezier/genot
• Deze principes komen vaak in conflict met elkaar, omdat plezier en moraliteit niet alCjd samengaan.
2. De tweede verdeling is tussen bewuste en onbewuste verwerking.
De twee verdelingen zijn asymmetrisch gebonden omdat ‘Überich en Es’ bijna compleet onbewust zijn en ‘Ich’
gedeeltelijk bewust is. Freud zegt dat de meeste mentale acCviteit plaatsvindt buiten ons bewustzijn.

3. Thema 3 -> afweermechanismen. De ‘ich’ heeO een fullCme baan met het verzoenen van input van ‘uberich en es’.
Met onbewuste mechanismen probeert de ‘ich’ zich aan te passen aan de eMeren realiteit.

Freud baseerde zijn inzichten op zijn ontmoeCngen met zijn psychiatrische paCënten. Gezien het feit dat individuen, in
de psychodynamische benadering, geacht worden om geen goed zelf inzicht te hebben omdat de meeste
psychologische processen buiten bewustzijn plaatsvinden, moeten psychotherapeuten inheemse instrumenten
gebruiken om de onderliggende oorzaken van de huidige psychiatrische symptomen te ontdekken. De technieken die
psychoanalyCsche therapeuten hiervoor gebruiken zijn: dromeninterpretaCe, vrijeassociaCe en hypnose . De
technieken proberen het onderbewustzijn te bereiken door bewuste reacCes op te roepen. Je noemt deze indirecte of
projecKeve technieken.

Er is veel kriCek te geven op Freud zijn werk: zie blz 8 samenva[ng stuvia.

Behaviorisme
- Beperkten reikwijdte onderzoek tot openlijk, meetbaar gedrag (dus tegengesteld aan diepe onderbewustzijn bij
psychodynamica)
- Geïnspireerd door methodiek wetenschap -> hypothese in experimenten moeten worden getest en de resultaten
daarvan peer-reviewed CjdschriO gepubliceerd.
- Door gedrag van dieren te bestuderen is het mogelijk om de psychologische regels te ontdekken die menselijk
gedrag beheersen (inzichten van Charles Darwin)
- Alle individuen worden vrijwel gelijk geboren. Alles wat de mens wordt als deze volwassen is, is het gevolg van
specifieke leergeschiedenis.
- PAVLOV -> ontdekte voorwaardelijke reflexen : de klassieke condiConering. We geloven nu dat de klassieke
condiConering een grote rol speelt in vaststelling menselijk gedrag en wordt gezien als oorzaak van angsten en
stemmingsstoornissen.
- SKINNER -> operante condiConering : leren van associaCes tussen gedrag en gevolgen. De regels van operante
condiConering dicteren dat terwijl bekrachCging het voorkomen van gedrag verhoogt, straf het voorkomen ervan zal

, Pagina 3 van 47

verminderen. Het idee dat gedrag gevormd kan worden door middel van beloning en straffen wordt Thorndike’s law
of effect genoemd.

Operante condiConering heeO relevanCe met strafrecht. Hiervoor is het belangrijk om onderscheid te maken tussen
verschillende strafrechtelijke doelstellingen:
De meest algemene reden om weMen te hebben is om maatschappelijke cohesie te bevorderen. Er zijn meerdere
redenen om criminele te straffen: vergelding, afschrikking, bescherming, herstellen van criminelen etc. In sommige
opzichten vereist the law of effect dat de proefpersoon een relaCe tussen gedrag en gevolg ziet. Impliceert dat elk
ongewenst gedrag gestraO moet worden.

CogniKvisme / cogniKeve psychologie
CogniCvisme is een samenstel van psychodynamiek en behaviorisme. CogniCeve psychologen kopieerden de
benadering van de behavioristen maar wilde bestuderen wat er in onze gedachte gebeurd en niet alleen wat meetbaar
is door het openlijke gedrag. Ze zijn dus geïnteresseerd in: gedrag, emoCes, gevoelens en gedachten.

Neurowetenschap / biopsychologie
De missie van deze benadering is het linken van psychologische funcCes aan hersengebieden. De andere 3 scholen
verzeMen zich niet tegen het idee dat psychologie compleet geworteld is in het zenuwstelsel.
CESARE LOMBROSO (1835-1909) geloofde er al in dat de neiging tot criminaliteit kan worden opgespoord aan de hand
van gezichtskenmerken.

Kenmerken van wetenschap
Het hoofdonderwerp van de psychologie zijn de regels die gedrag en cogniCes regelen. Moderne filosofie over de
wetenschap is erg beïnvloed door de werken van KARL POPPER (1902-1994). Hij geloofde dat wetenschappelijke
theorieën en hypotheses niet bewezen kunnen worden door te zoeken naar een bevesCging van de theorie of
hypothese. BevesCgend bewijs kan namelijk gevonden worden ookal is de hypothese incorrect. Dit leidt dan tot een
foute posiCeve conclusie van het onderzoek. Het is ook niet duidelijk hoeveel bevesCgend bewijs genoeg is om te
zeggen dat de theorie correct is. Popper spreekt dan van een probleem van inducKe. Popper zegt dat wetenschappers
niet moeten zoeken naar bevesCging van hun hypothese, maar naar de ontkrachKng ervan. Dit kan ook weer
problemaCsch zijn omdat theorieën dan niet langer worden bevesCgd door het opnoemen van bevesCgende
waarnemingen, maar de wetenschap zou moeten zoeken naar afleiding waarmee algemene theorieën worden
gebruikt om individuele gevallen te voorspellen.
Popper zei ook dat pure observaCe/waarneming moeilijk is/onmogelijk is voor wetenschappers omdat zij waarschijnlijk
beïnvloed worden door hun eigen hypothesen. Ze kunnen dus nog steeds bevooroordeeld zijn in het evalueren van de
informaCe uit het experiment. Om mogelijke vooringenomenheid tegen te gaan, kan een experiment zo worden
opgezet dat de onderzoeker blind wordt voor de condiCe bij het verzamelen van gegevens van deelnemers.

Conclusie
Goede psychologische wetenschap is op twee verschillende manieren relevant voor juridische besluitvorming:
- Ten eerste heeO psychologisch onderzoek inzicht opgeleverd in de sterkte van bewijs, zoals
ooggetuigenverklaringen, idenCficaCebewijzen en bekentenis.
- Ten tweede kan de manier waarop wetenschappelijke kennis wordt geproduceerd een inspiraCe vormen voor
juridische besluitvorming, doordat de waarborgen die in experimenten zijn ingebouwd tot op zekere hoogte kunnen
worden overgenomen in juridische besluitvorming.

Bij strafzaken sprake van top down procedure: het begint met de tenlastelegging en de verdere informaCeverwerking
is hypothese gestuurd.

, Pagina 4 van 47

Overtuigend bewijs - Inleiding Moeilijke en makkelijke strafzaken
In sommige rechtszaken heeO de rechter een beslissingsprobleem. Hij kan dan nooit met zekerheid iemand
veroordelen. Hij moet een gokje wagen. Bij veel bewijs of sterk bewijs is deze gok klein, bij weinig en zwak bewijs is de
gok groot. Maar de gok is er alCjd.

De beslissing van de strafrechter
De rechter moet in een zaak een hele serie aan beslissingen nemen. De rechter moet bijvoorbeeld beslissen of het OM
ontvankelijk is, of de dagvaarding geldig is en of hij zelf de bevoegde rechter is. Tussen al die kwesCes zijn in elke
strafzaak steeds de twee belangrijkste vragen: is de verdachte schuldig en, zo ja, welke straf krijgt hij? Dit boek gaat
over schuldvraag; over bewijzen van schuld verdachte = bewijsbeslissing

Professioneel gemaakte fouten
Tussen heel veel eenvoudige zaken komt met enige regelmaat een zaak voor met een ingewikkelde bewijsstructuur.
Hierbij si de kans op fouten maken groter. Met een deel van die zaken gaat het dramaCsch mis waardoor ze in het
collecCeve geheugen gegriO staan.

Menselijke fouten en feitelijke beslissingen
De gebruikelijke verdediging van gemaakte fouten door rechters is tweeledig. Ten eerste worden nu eenmaal overal
fouten gemaakt waar wordt gewerkt. Echter als de rechter door zijn menselijkheid een fout maakt – even niet
opleMen, slecht geslapen, niet door een deur kunnen met de mederechters, ruzie met zijn vrouw – kan hem dat wel
degelijk worden verweten. Als oorzaak van rechterlijke dwaling is dat al het bewijs onvolkomen is en in geen enkele
strafzaak bewijsmiddelen absolute zekerheid bieden, dan kan de rechterlijke dwaling de rechter nauwelijks worden
verweten.

En ten tweede mag men het de rechters niet te zwaar aanrekenen want in de overgrote meerderheid van de zaken
gaat het goed. Dit tweede argument is evenmin een valide argument. Rechters ziMen er als professionals juist om de
ingewikkelde zaken goed af te wikkelen en om tussen de eenvoudige zake de ernsCge problemen te onderkennen.

Foute uitkomsten komen dus voor, zolang maar met juiste methoden professioneel gewerkt is.
De bewijsbeslissing is een feitelijke beslissing die niets met het recht te maken heeO. Het gaat om de eenvoudige vraag
of de verdachte heeO gedaan wat in de tenlastelegging is omschreven. Daar komt geen rechtsvraag aan te pas.
Daarmee kom ik tot de kern van dit boek. De bewijsbeslissing door de rechter in strafzaken is een beslissing zoals die
ook in vele andere wetenschappen wordt genomen. De bewijsbeslissing zou dan ook aan wetenschappelijke eisen
moeten voldoen. Rechter moet namelijk kunnen uitleggen hoe hij zijn beslissing over schuld verdachte op
wetenschappelijk verantwoorde wijze heeO genomen.

Willekeur bepaalt bewijsbeslissing in Nederland
In het kort komt het Nederlandse bewijssysteem erop neer dat de rechter mag veroordelen als hij op grond van een
minimum aantal we[ge bewijsmiddelen tot de overtuiging is gekomen dat de verdachte het hem tenlastegelegde feit
heeO begaan. Feitelijk kent Nederland een vrij bewijsstelsel dat alleen wordt begrensd door de overtuiging van de
rechter. Die overtuiging kan men omschrijven als: ‘Het kan toch niet anders zijn dan dat de verdachte schuldig is.’ De
Engelsen spreken van beyond a reasonable doubt.
We[ge bewijsmiddelen zijn zeer ruim omschreven in de wet; alles kan er dus onder vallen.

Het probleem met Nederlandse rechters is dat zij rechten hebben gestudeerd, en dat rechtenstudenten niet opgeleid
worden om bewijs te beoordelen, in tegenstelling tot vrijwel elke andere student aan de universiteit (hierbij leren zij
bijvoorbeeld hoe wetenschappelijke discussies kunnen worden beslecht met verantwoorde onderzoeksmethoden).

Wetenschap bedrijven
De wetenschappelijke methoden hebben een aantal kenmerken gemeen. Ten eerste vindt de toepassing ervan plaats
volgens een relaCef vast stramien van onderzoeksidee, naar theorie, naar toetsen van de theorie in een onderzoek,
naar publicaCe, naar discussie met vakbroeders en –zusters, naar een betere theorie , en zo verder. Het tweede
gemeenschappelijk kenmerk van vrijwel alle wetenschappen is dat theorieën worden getoetst met pogingen tot
verificaFe en falsificaFe (bewijs zoeken die theorie onderuithaalt/tegenspreekt). Van belang op dit moment is dat bij
goede rechtspraak ook deze twee processen expliciet zouden moeten worden doorlopen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yulaschreuder. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  9x  sold
  • (2)
  Add to cart