Probleem 8 (Luister naar dit)
Leerdoelen:
Welke onderdelen heeft het oor en wat zijn hun functies? Hoe zit het slakkenhuis in
elkaar? Welke gehoorafwijkingen zijn er?
Hoe nemen we frequentie (toonhoogte) waar? Wat is de invloed van een masking
stimulus? Waarom worden hogere tonen meer verstoord door een maskeergeluid dan
lagere tonen?
Hoe bepalen we waar geluid vandaan komt?
Bron:
Wolfie et al 3th edition (2012). Hearing: physiology and psychoacoustics. In sensation and
perception
Wolfie et al 3ed (2012). Hearing in the environment. In sensation and perception.
Wat is geluid?
Er worden geluiden gemaakt wanneer objecten trillen.
De trillingen van een object (de geluidsbron) zorgen
ervoor dat moleculen in het omringende medium van
het object (voor mensen, meestal de atmosfeer van de
aarde) ook trillen, en deze vibratie veroorzaakt op zijn
beurt drukveranderingen in het medium.
o Deze veranderende druk kan het best worden
omschreven als golven.
Amplitude: het verschill tussen het hoogste druk
gebied en de laagste druk wordt amplitude genoemd
(luidheid).
o Luidheid (loudness): het psychologische aspect van geluid dat verband houdt
met de waargenomen intensiteit (amplitude).
Frequentie: voor geluid, het aantal keren per seconde dat een patroon van druk
verandering zich herhaalt (toonhoogte).
o Toonhoogte (pitch): het psychologische aspect van geluid heeft voornamelijk
betrekking op de waargenomen frequentie.
o Hertz (Hz): maateenheid voor frequentie.
Decibel (dB): maateenheid voor de fysieke intensiteit van geluid. Decibel definiëren
het verschil tussen twee geluiden als de verhouding tussen twee geluidsdrukken.
Zuivere toon (sinusgolf): een golfvorm waarvoor
variatie als functie van tijd een sinusfunctie is.
Complexe geluiden kunnen het beste worden
beschreven in een spectrum dat aangeeft hoeveel
energie of amplitude aanwezig is op meerdere
frequenties.
Basisstructuur van het gehoorsysteem van zoogdieren
1
, Uitwendige oor: het externe geluid opvangende deel van het oor, bestaande uit de
oorschelp en het oorkanal.
o Oorschelp (Pinna): het buitenste, trechtervormige deel van het oor (geluid
wordt eerst door de oorschelp uit de omgeving opgevangen)
o Gehoorgang: het kanaal geluidstrillingen van de oorschelp naar het
trommelvlies geleid en schade aan het trommelvlies voorkomen.
o Trommelvlies: een dun vel huid aan het einde van de uitwendige gehoorgang.
Het trommelvlies trilt als reactie op geluid.
Middenoor: een met lucht gevulde kamer met de middelste botten of gehoorbeentjes.
Het middenoor transporteert en versterkt trillingen aan het trommelvlies naar het
ovale venster.
o Gehoorbeentjes: een van de drie kleine botjes van het middenoor, zorgt voor
amplificatie van geluiden. De gewrichten tussen de botten zijn zo scharnierend
dat ze als hefbomen werken: een bescheiden hoeveelheid energie aan de ene
kant wordt groter aan de andere kant, de tweede manier waarop de
gehoorbeentjes door het binnenoor overgedragen energie vergroten, is door de
energie van een groter oppervlak naar een kleiner oppervlak te brengen.
o De gehoorbeentjes spelen ook een belangrijke rol bij harde geluiden. Het
middenoor heeft twee spieren: de tensor tympani en de stapedius. Deze twee
spieren spanning zich op als de geluiden erg hard zijn, waardoor de beweging
van de gehoorbeentjes wordt beperkt en zo drukveranderingen worden
gedempt die groot genoeg kunnen zijn om de delicate structuren in het
binnenoor te beschadigen (acoustic reflex).
Malleus (hamer): een van de drie gehoorbeentjes. De hamer ontvangt
trillingen van het trommelvlies en is vastgemaakt aan de incus.
Incus (aambeeld): het midden van de drie gehoorbeentjes, die de
malleus en de stapes met elkaar verbindt
Stapes (stijgbeugel): een van de drie gehoorbeentjes. Verbonden met
het aambeeld aan het ene uiteinde, drukt de stijgbeugel tegen het ovale
venster van het slakkenhuis aan het andere uitende.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marccroes2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.