TEST BANK -- SUMMARY INTRODUCTION TO PSYCHOLOGY, 8TH EDITION BY PETER O. GRAY (AUTHOR), DAVID BJORKLUND (AUTHOR)PART 1 (PB0014) -- SAMENVATTING INLEIDING TOT DE PSYCHOLOGIE, 8E EDITIE DOOR PETER O. GR...
Introduction to Psychology (Ch.1-16)
Samenvatting Psychology - Introductory Psychology and Brain & Cognition (7201702PXY)
All for this textbook (37)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Psychologie
Inleiding In De Psychologie (6461PS002)
All documents for this subject (71)
Seller
Follow
esmejonker
Content preview
Inleiding in de Psychologie: H1 + H2 College 1
Folk psychology = we kunnen veel uit intuïtie verklaren, maar dat betekent niet dat
het waar is.
Psychologie verbindt alle vakgebieden.
Empirische wetenschappen = Er worden observaties gedaan (psychologie)
Formele wetenschappen =
Pseudowetenschap = beweren wetenschappelijk te zijn maar zijn het niet (geen
duidelijke definitie van begrippen, ontkrachten niet de theorie, geen goede verklaring
voor beweringen)
Correlatie vs. Causatie
correlatie = samenhang tussen twee variabele, betekent niet altijd een causaal
verband. Soms zeggen correlatie helemaal niks.
Onderzoek moet ethisch aanvaardbaar zijn, opvatting veranderen over tijd. Ethisch
verantwoord. Vroeger wel, nu niet of andersom.
Subject-expectancy effect = onbedoeld het resultaat beïnvloeden door wat je
verwacht, placebo effect
Observer expectancy effect:
Ideomotor effect: kleine onbewuste bewegingen die resultaat beïnvloeden.
- a priori = kennis zit al in menselijk brein, hoeft niet opnieuw geleerd te worden
- a posteriori = kennis opdoen van ervaring
- zonder a priori, kan je geen kennis opdoen uit ervaring
Lichamelijke oorzaak van gedrag:
- voor 18e eeuw makkelijk te verklaren, ziel is verantwoordelijk voor innerlijke
gevoelens etc. is niet te onderzoeken(dualisme)
- Descartes dacht pijnappelklier (epifyse) verbindt lichaam en ziel = cartesiaans
dualisme
- kerk niet blij met Thomas Hobbes (alles is materieel)
- hersenactiviteit zorgt voor gedrag = materialisme
- gebied van broca = betrokken bij spraakproductie
- Paul Broca = bepaalde hersengebieden betrokken bij bepaald gedrag
Rol van ervaring:
, - tabula rasa = schone lei
Wilhelm Wundt = eerste echte psycholoog
Perspectieven:
- evolutionaire psychologie = gedrag ontstaan door evolutie
- gedragsgenetica =
- neurowetenschap = delen van zenuwstelsel betrokken bij gedrag
- ontwikkelingspsychologie = gedragsverandering met leeftijd
- leerpsychologie = verandering van gedrag door ervaring
- cognitieve psychologie = gedrag verklaren vanuit mentale processen
- sociale psychologie = gedrag verklaren vanuit invloed van sociale omgeving
- culturele psychologie = gedrag verklaren vanuit de cultuur waarin je leeft
niet ieder perspectief is te gebruiken om elk gedrag te verklaren
Inleiding in de Psychologie: H3 College 2
Darwin : Oorsprong van denken aan genen
- Basis voor functionalisme
- Mens is niet de ‘ top’ , maar is organisme dat op dit moment het meest
aangepast is
- Fitness is afhankelijk van de omgeving
- Eigenschap A beter aangepast aan omgeving, maar maximale voortplanting
overheerst
- Darwin had te weinig kennis op moleculair niveau, kon niet verklaren dmv dna
Franklin: waarschijnlijke ontdekker van structuur DNA
- Bedacht helix (twee strengen)
Coding genes = welk eiwit wordt gemaakt
Regulatory genes = wanneer het bepaalde eiwit wordt gemaakt
,Gedrag wordt bepaald door een combinatie van genetische invloed en omgeving.
Single gene= evolutionair gesproken heel kwetsbaar voor mutaties.
Epigenetica = eigenschappen die buiten het DNA overerven
Mutaties zijn de enige bron van genetische variatie
Homologe eigenschap = gemeenschappelijke voorouder, hoeft niet op elkaar te
lijken wel dezelfde uitingen
Analoge = separate ontwikkeling, verschillende voorouder > zelfde eigenschap maar
toch verschillend
Evolutionair psychologie geeft soms overtuigende verhalen maar is niet altijd waar.
Naturalistic fallacy = als iets ‘natuurlijk’ is, dan is het daarmee moreel ‘juist’
(dominante apen)
Deterministic fallacy = ‘omdat het genetisch bepaald is, kan men er niets aan
veranderen’
Inleiding in de Psychologie: H4 College 3
Laterale view = opzij
Mediale view = van binnenuit
Dorsal view = van boven
Ventral view = van onder
Coronale view = midden in
Anterior = voorkant
Posterior = achterkant
Superior = boven
Inferior = onder
, - Perifeer zenuwstelsel = zenuwen
- Interneuronen = in centraal zenuwstelsel; verwerken informatie binnen het czs
(verzamelen en integreren informatie)
- Sensorische neuronen =van zintuigen naar czs
- Motorneuronen = van czs naar spieren en klieren
- Cellichaam ontvangt binnenkomende signalen van andere cellen
- Op dendriet kan ook informatie binnenkomen
- Myeline =vettige substantie, nodig om elektrisch signaal door te kunnen geven naar
volgende neuron
- Snelheid om grenswaarde te bereiken wordt bepaald door dikte axon en dikte
myeline, dikker is sneller
Voorbeelden neurotransmitters:
- Dopamine (beweging en beloning)
- Acetylcholine (activatie van spieren en leren)
- Serotonine (slaap en gemoedstoestand)
- GABA (inhiberend = onderdrukkend)
Exciterend = depolarisatie > toename actiepotentiaal
Inhiberen = hyperpolarisatie > afname actiepotentiaal
Geboren met heel veel neuronen > verlies van synapsen = snoeien (pruning)
Methoden van onderzoek:
MRI :
- fMRI : proefpersonen doen een taak. Meet bloedtoevoer in het brein deel dat actief
wordt, gemeten door ijzer in hemoglobine
EEG :
- Elektroden registreren elektrische activiteit op de schedel, combinatie van vele
(miljoenen) neuronen.
- ERP kan extern(plaatje of geluid) zijn of intern (denken)
TMS :
- Magnetische puls dmv coil op schedel, geeft elektrisch stroompje in brein >
interfereert met activatie in brein op dat moment
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmejonker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.