BLOK 1.1 SOCIALE
PSYCHOLOGIE
Probleem 1: Head in the clouds
Leerdoel: Wat is de relatie tussen opwinding (arousal) en emoties?
J AMES -L ANGE THEORY : De subjectieve beleving van emoties is het bewustzijn van eigen lichamelijke
veranderingen in de aanwezigheid van opwindende prikkels. Stimulus reactie (gedrag) emotie
Kritiek Cannon: ‘’Onze reacties op opwindende prikkels zijn te vaag en kunnen voor veel
verschillende emoties gerekend worden. Lichamelijke veranderingen zijn te traag om de snelle
emoties te veroorzaken.’’ Vb. experiment met adrenaline geen emotionele gewaarwording
Stimulus emotie reactie (gedrag)
A TTRIBUTION - OF - AROUSAL THEORY (cognitive-arousal theory, two factor theory of emotion):
Verschillende prikkels kunnen een algemene staat van lichamelijke opwinding veroorzaken. Deze
staat van ongedifferentieerde opwinding wordt door cognitieve waardering en interpretatie gevormd
in een specifieke emotionele beleving. Emotie wordt dus niet geproduceerd door lichamelijke
opwinding, maar door de interpretatie van deze opwinding in het licht van de totale situatie zoals de
persoon deze opvat. Stimulus arousal interpretatie emotie
T HE MISATTRIBUTION OF AROUSAL : De oorzaak van de opwinding wordt onterecht aan een bepaalde
prikkel toegewezen. VB. EXPERIMENT BRUG
Carry-over arousal (EXCITATION TRANSFER of transfer of arousal): Lichamelijke opwinding door een
bepaalde activiteit of prikkel blijft (zonder dat je hier bewust van bent) een tijd in het lichaam
aanwezig (residual excitement). Dit zorgt ervoor dat je de opwinding in een latere situatie onterecht
(enkel) toeschrijft aan de huidige situatie. Hierdoor worden je emoties in deze situatie versterkt.
Schachters’ theory of emotion: In bepaalde omstandigheden wordt iets of iemand uit de omgeving
gebruikt om te zorgen voor emotionele labels voor onverklaarbare of onduidelijke toestanden van
opwinding.
Aron: ‘’Sterke emoties worden herlabeld als seksuele aantrekking wanneer een acceptabel object
aanwezig is en de emotie veroorzakende omstandigheden niet de persoons volledige aandacht
vereisen: emotion-sexual-attraction link.’’
De AMYGDALA is grotendeels verantwoordelijk voor het schakelen van waarnemingen aan
interpretatie en emotie.
Probleem 2: Who dunnit?
Leerdoel: Wat zijn de bepalende factoren voor het wel of niet ingrijpen in een onacceptabele situatie?
C OGNITIEF MODEL (Latané en Darley): Vijf stappen van helpen in een noodgeval:
1. Opmerken
- STIMULUS OVERLOAD
- afleiding
- eigen zorgen
, 2. Interpreteren
- PLURALISTIC IGNORANCE : Elke omstander denkt dat anderen niet in actie komen omdat ze
op de een of andere manier weten dat er geen noodgeval is. Hierdoor concludeert elke
omstander dat er geen hulp nodig is. VB. EXPERIMENT MET ROOK
- dubbelzinnigheid van de situatie (ambiguïteit)
- relatie tussen aanvaller en slachtoffer
3. Verantwoordelijkheid nemen
- DIFFUSION OF RESPONSIBILITY : geloven dat anderen zullen of zouden moeten ingrijpen. Dit
vindt meestal plaats onder anonieme omstandigheden. VB. EXPERIMENT INTERCOM EPILEPTISCHE
AANVAL
4. Beslissen hoe te helpen
- Omstanders helpen sneller als ze zich bekwaam voelen om de nodige handelingen te
verrichten.
- Mensen die zulke vaardigheden niet hebben kunnen indirect helpen door te zoeken naar
hulp van anderen (bv. 112 bellen).
5. Hulp verlenen
- AUDIENCE INHIBITION : Mensen helpen niet in een noodgeval omdat ze bang zijn om een
slechte indruk te maken op andere omstanders.
- Wanneer mensen denken dat ze geminacht worden door niet te helpen, vergroot de
aanwezigheid van een publiek behulpzame acties.
- COST - REWARD
B YSTANDER EFFECT (Latané en Darley): Hoe meer omstanders, hoe kleiner de kans dat het slachtoffer
wordt geholpen. De aanwezigheid van anderen weerhoudt mensen zo van helpen:
- A UDIENCE INHIBITION
- S OCIAL INFLUENCE : De aanwezigheid van anderen gaat helpen tegen wanneer de omstander
ziet dat niemand anders helpt.
- D IFFUSION OF RESPONSIBLITY
Een grote stad kan hulp aan vreemden verminderen:
- S TIMULUS OVERLOAD
- Diversiteit verminderd gevoel van gelijkenis verminderde empathische zorg minder
hulp
- Mensen voelen zich anoniem en minder verantwoordelijk voor hun acties.
Tijdsdruk:
- Te druk om anderen die hulp nodig hebben op te merken.
- Minder snel de verantwoordelijkheid nemen voor het helpen van iemand.
- Kosten van het helpen te hoog voor de verloren tijd.
G OOD MOOD EFFECT : Als we blij zijn, zijn we behulpzaam.
Schuld behulpzaamheid
In veel culturen, vooral in de individualistische culturen van het Westen, hangt het verlenen van hulp
af van de interpretatie van de beheersbaarheid (eigen schuld of niet).
Normen:
- Maken helpen gepast als de eerste persoon als voorbeeld dient.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fayfay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.