In deze samenvatting wordt duidelijk samengevat wat de productiefactoren zijn. Hoe de economische kringloop in elkaar zit. Wat het bbp is en hoe je het kan bepalen. Ook word het herverdelen van de welvaart beschreven.
Het bruto binnenlands product (bbp) de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde
goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar)
Produceren gebeurt met behulp van vier productiefactoren. Voor de inzet van de productiefactoren
bij het produceren wordt een vergoeding betaalt:
Primaire inkomens de beloningen voor de inzet van de productiefactoren. Het geld dat met de
productie van goederen en diensten wordt verdiend wordt uitgekeerd in de vorm van primaire
inkomens. De totale productiewaarde (of toegevoegde waarde) = gelijk aan de som van de primaire
inkomens. De productie komt tot stand door de inzet van de productiefactoren, die een beloning
krijgen in de vorm van primaire inkomens. De som van primaire inkomens is gelijk aan het nationale
inkomen (en per definitie gelijk aan de toegevoegde waarde)
Bbp bepalen:
Objectieve methode: bruto toegevoegde waarde van bedrijven (=verschil tussen de omzet en de
inkoopwaarde van de grond- en hulpstoffen en diensten van derden) + bruto toegevoegde waarde
van de overheid (=aan de som van de ambtenarensalarissen)
De som van de netto toegevoegde van bedrijven en de overheid is het netto binnenlands product
(nbp). Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde – afschrijvingen (=
waardevermindering van kapitaalgoederen)
Subjectieve methode: optellen van de primaire inkomens: loon, rente, huur, pacht en winst. Oftewel
het binnenlands inkomen som van de primaire inkomens.
Binnenlands product de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijven en de overheid in een
land, meestal een jaar.
Nationaal product het binnenlands product + ontvangen inkomen uit het buitenland – betaald
inkomen aan het buitenland (bijv door expats)
Bbp houdt geen rekening met:
Verdeling van het bbp: je moet niet kijken naar het totale bbp maar naar de verdeling van
het bbp.
Koopkracht: je moet niet kijken naar het nominale bbp (in euro’s) maar naar het reële bbp
(de koofkracht, afhankelijk van inflatie)
Het aantal inwoners: je moet rekening houden met de bevolking en dus kijken naar het bbp
per hoofd van de bevolking. Er kan ook een verschil zitten voor het aantal uren wat gewerkt
moet worden.
Informele economie: transacties zoals huishoudelijke taken en zwart werken worden niet
gemeten in het bbp (door het CBS)
, Negatieve externe effecten: negatieve gevolgen van productie of consumptie voor de
welvaart van anderen zonder dat de producent of consument daarvoor een vergoeding
betaalt.
Als een extern effect is geïnternaliseerd is er niet langer sprake van een extern effect. Het
internaliseren van een negatief extern effect wil zeggen dat de producent of consument
moet betalen voor de negatieve gevolgen.
Positieve externe effecten positieve gevolgen van productie of consumptie voor de welvaart van
anderen zonder dat anderen hiervoor een vergoeding betalen.
Welvaart in enge zin materiële welvaart, de hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen
met beperkte middelen. Een maatstaf: procentuele verandering van het reële bbp per hoofd van de
bevolking. (economische groei)
Welvaart in ruime zin materiële welvaart + andere schaarse middelden (zoals kwaliteit van milieu
en vrije tijd). Maatstaven: groen bbp & human development index
Paragraaf2 groei van het bbp
Structurele groei (lange termijn):
Op lange termijn groeit het bbp van een land. Deze gemiddelde groei heet de trend en wordt
veroorzaakt door een toename van de hoeveelheid of de kwaliteit van de productiefactoren.
Economen die naar de lange termijn kijken klassieken.
Volgens de klassieken groeit of krimpt het bbp op lange termijn door meer of minder
productiefactoren en de kwaliteit hiervan.
Wat bepaalt de lange termijn groei van het bbp?
Een verandering in de kwantiteit, kwaliteit en kost van de
productiefactoren (zoals arbeid en kapitaal)
Rol van de overheid:
Overheid heeft een beperkte rol en moet zich niet bemoeien met de
economie.
Niet mogelijk om de economie te stimuleren met een overheidsbeleid.
Tegelijkertijd kan de overheid wel degelijk een grote rol spelen bij het
stimuleren van innovatie.
Conjuncturele groei (korte termijn):
Op korte termijn zijn er periodes die afwijken van de trend conjunctuurgolf.
Economen die naar de korte termijn kijken keynesianen.
Volgens de Keynesianen groeit of krimpt het bbp op korte termijn door toe- of afnemende
bestedingen (effectieve vraag)
Wat bepaalde de korte termijn groei van het bbp?
Een verandering van de effectieve vraag (bestedingen).
EV = C + I + O + E – M vraagzijde van de economie
Situaties volgens de Keynesianen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bcewielin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.50. You're not tied to anything after your purchase.