100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Juridische Aspecten van Hotel Management, aantekeningen les en boek Hoofdlijnen Nederlands Recht + begrippenlijst $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Juridische Aspecten van Hotel Management, aantekeningen les en boek Hoofdlijnen Nederlands Recht + begrippenlijst

1 review
 80 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de gemaakte aantekeningen tijdens de lessen van Juridische Aspecten van Hotel Management + een samenvatting van het boek 'Hoofdlijnen Nederlands Recht' - 14e druk - C.J. Loonstra. De hoofdstukken 1,2,3,7,8,9 zijn samengevat. Ook staat in deze samenvatting een begrippenlijst van...

[Show more]

Preview 3 out of 41  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 7, 8 en 9
  • January 29, 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: liselotbakx • 3 year ago

avatar-seller
Juridische aspecten van HM: college 1:
Terreinverkenning____________________________


Recht = Recht is een verzameling van (juridisch relevante) regels tot ordening van het
maatschappelijk leven, die door sancties worden gehandhaafd (rechtens afdwingbaar)

Hier gaat het primair om binnen een landgrens, ze zien als hoe we als maatschappij willen
leven/handelen/doen binnen landsgrenzen

Kenmerken van rechtsregels:
- Rechtsregels worden gemaakt en gehandhaafd door de overheid. Alleen de overheid
kan wetten bedenken en invoeren
- Rechtsregels gelden in beginsel voor iedereen, geen uitzonderingen

Recht kent 4 functies:
1. Normatieve functie = hoe het zou moeten zijn  de regels waarvan de gehele
samenleving vindt dat zij moeten worden nageleefd en opgevolgd. Dit worden zowel
etnische als rechtsnormen genoemd
Bijv. moord, diefstal, verkrachting en discriminatie

2. Geschil oplossende functie = een rechterlijke organisatie die bij uitsluiting oordeelt
of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met behulp van welke
procedure
Bijv. rechtbank

3. Additionele functie = het biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn op een
bepaald punt afspraken te maken. Hebben zij wel afspraken gemaakt? Dan gaan
deze afspraken voor de wettelijke regeling

4. Instrumentele functie = bepaalde regels zijn nou eenmaal zoals ze zijn, in verband
met veiligheid of onvoorziene gevolgen. “Zo doen wij het en niet anders”
Bijv. verkeersrecht

Waar vinden we recht?
De regels van recht kan je vinden in de wet, het verdrag, de gewoonte en de rechtspraak. Dit
zijn de bronnen van rechtsregels.

Bronnen van het recht:
1. De wet (geschreven recht)
o Iedere regeling van een daartoe bevoegd overheidsorgaan, dat algemeen
verbindende voorschriften bevat
o Dat staat vastgelegd in wetboeken

Bevoegd overheidsorgaan= het is een rechtspersoon, ze mogen handhaven en handelen
namens de wet. Vooraf is dit bepaald. Iedereen die deze bevoegdheid heeft gekregen heeft
‘een overheidsorgaan’.
Bijv. de 4 verschillende wetgevers; parlement, provincie, gemeente & waterschap

2. Het verdrag (internationaal)
o Regelingen, die tussen verschillende staten (landen) worden afgesproken. Wij zijn
aan deze internationale regels gebonden (op het moment dat het parlement ze
heeft geratificeerd (gekozen)). Bij een verdrag van tussen twee staten spreken we
van een bilateraal verdrag, bij meer dan twee staten spreken we van een
multilateraal verdraag

, Bijv. handelsovereenkomsten, internationale verdragen; klimaatakkoord van Parijs

3. De gewoonte (ongeschreven recht)
o Wordt door de mens zelf ontwikkeld. Oude bron van recht, komt vrijwel niet meer
voor.
o Bijv. Veemarkt (roepen van woorden), veiling

Voorwaarden:
 Deze gewoonte moet lange tijd in bepaalde kring worden gevolgd
 Men moet de overtuiging hebben, dat men zich conform die regel moet gedragen

4. De rechtspraak (jurisprudentie)
o Rechters zijn een onderdeel van de rechterlijke macht van Nederland
o Rechters zijn onafhankelijk, worden gekozen door de koning
o Rechtszaken beginnen bij de rechtbank

Wie maken de wetten?  Verschillende wetgevers/overheidsorganen die de wetten mogen
bedenken en invoeren:
- Parlement (Staten Generaal 1e en 2e kamer)
- Provincie (Provinciale Staten)
- Gemeente (Gemeenteraad)
- Waterschap

Wij kiezen de provinciale staten en die kiezen op hun beurt de eerste kamer (=getrapte
verkiezingen)

De overeenkomst is dat deze overheidsorganen door het volk/land gekozen zijn; het zijn
volksvertegenwoordigers

Interpretatiemethoden door de rechter:
 De grammaticale interpretatiemethode → betekenis die het heeft in het alledaagse
spraakgebruik
 De wetshistorische interpretatiemethode → hulpmiddel uit de parlementaire
geschiedenis
 De anticiperende interpretatiemethode → wanneer er nog geen wet bestaat, maar
je zeker weet dat jij weet wanneer hij over een aantal weken/maanden verandert
 De rechtsvergelijkende interpretatiemethode → de rechter verwijst bij de
beantwoording van de vraag hoe je een vaag wordt of onduidelijke zin in een wet
moet lezen, naar een buitenlands rechtstelsel waarin de betreffende materie ook is
geregeld
 De systematische interpretatiemethode → de rechter legt een woord/zinsnede uit
een wettelijke bepaling uit aan de hand van de regeling waarvan die bepaling
onderdeel uitmaakt
 De teleologische interpretatiemethode → hierbij doet de rechter een beroep op de
bedoeling die de wetgever met de regeling heeft gehad → zoals wanneer de rechter
oordeelt dat iedereen vrij zijn mening mag uiten
 Overige interpretatiemethode → de precedenteninterpretatie (dit is wanneer de
rechter verwijst naar eerdere uitspraken van andere rechters waarin de onduidelijke
bewoordingen al zijn uitgelegd). Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid is
wanneer de rechter dit in zijn oordeel meeschrijft ‘’de redelijkheid en billijkheid
brengen mee dat de bewoordingen in art… moeten worden uitgelegd als …’’.

, Redeneerwijzen = een bepaalde manier van denken om tot een uitspraak te komen, via:
- A-contrarioredenering → hierbij gaat de rechter ervan uit dat een bepaalde
rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel uitsluitend geschreven is voor de
gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden genoemd.
- Redenering naar analogie → hierbij stelt de rechter zich op het standpunt dat een
bepaalde kwestie zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die
laatste regel ook van toepassing wordt verklaard op de niet-geregelde kwestie.


Indeling in het recht
Objectief recht  Subjectief recht
Formeel recht  Materieel recht
Dwingend recht  Aanvullend recht
Publiekrecht  Privaatrecht

Rechten kan je het best opdelen tussen privaat en publiek. Deze twee deling brengt orde
aan.

Privaat Publiek
Burger – burger (ook rechtspersonen) Overheid – burger
Overheid – overheid

 De overheid kan ook als burger  De overheid vanuit gezagsverhouding
handelen  Regelt de rechtsverhouding tussen
 Organisatie van de overheid burgers onderling
 Verhouding tussen overheid als zodanig
burgers
 Verhouding overheden onderling

Privaatrecht = regelt het verkeer tussen de burgers, dus alles wat geen overheid is waarbij
de overheid handelt uit de gezagsverhouding
 Wat jij zelf kunt doen, valt onder privaatrecht
 Hierbij kan de overheid ook als burger handelen, denk hierbij aan rechtspersonen. Dit
zijn bijvoorbeeld bedrijven. Alles wat jij zelf kan doen, zoals iets kopen of personeel
aannemen, is privaatrecht
Bijv. als de politie bij de bakker wat haalt voor een lunch, zijn ze burger en vallen ze onder
privaatrecht

Burger= alles wat geen overheid is

Publieksrecht = Regelt de rechtsverhouding tussen burgers onderling. Omvat het
staatsrecht, strafrecht, bestuursrecht. Recht dat betrekking heeft op de regels op die van
kracht op de overheid als zodanig de burger
 Kan je dit zelf niet doen? Valt het onder publieksrecht

Ezelsbruggetje: kan je het zelf doen?
JA  privaatrecht
NEE  publiekrecht


Hoe kan je het recht indelen?

Privaatrecht Publiekrecht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verar01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  8x  sold
  • (1)
Add to cart
Added